Verdwenen beroep: Stationsjuffrouw
Als je als jonge vrouw in Nederland begin twintigste eeuw uit de trein stapte, kon je zomaar worden aangesproken door een stationsjuffrouw. Deze vrouwen bekommerden zich om alleenreizende jonge dames en maakten hen zo nodig wegwijs in de stad. Het werk had zowel een feministische als christelijke achtergrond.
Strijd tegen de zonde
Eind negentiende en begin twintigste eeuw maakte veel mensen zich grote zorgen om het lot van meisjes en vrouwen die ver van huis werkten. Voor een gedeelte was dit uit angst voor een algemeen normen- en waardenverval. Daarnaast speelden ook zorgen over het lot van vrouwen die elders gingen werken een rol. In de belevingswereld van veel mensen eindigden eenzame vrouwen vaak in de prostitutie, waarmee ze hun deugdzaamheid verloren. Prostitutie was nog altijd een taboe.
Internationale organisatie ter bescherming van de jonge vrouw
Na een congres in 1877 richtten vrouwen uit zeven landen, waaronder Nederland, de Union Internationale des Amies de la Jeune Fille op. Deze vereniging hield zich bezig met het beschermen van het jonge meisje, waarbij godsdienst en afkomst officieel geen rol speelden. In de praktijk was het christelijk geloof (katholiek of protestants) vaak wel degelijk leidend bij vrijwilligers en doelgroep. De Nederlandse tak van de organisatie, de Nederlandsche Vereeniging ter Behartiging van de Belangen der Jonge Meisjes, vaak aangeduid als Union, had eveneens een sterk religieuze inslag.
De stationsjuffrouw
In 1902 culmineerde de inzet van de Union in de aanstelling van de stationsjuffrouw, herkenbaar aan de rood-witte band om haar arm. Zij sprak alleenreizende dames op het perron aan en vertelde hen waar zij veilig konden overnachten, bij wie ze beter uit de buurt konden blijven en welke werkverschaffingsbureaus betrouwbaar waren. Vanaf 1930 richtten vrouwenverenigingen ook Maatschappelijke Advies- en Inlichtingenbureaus (M.A.I.’s) op in diverse steden zodat vrouwen een vaste locatie hadden om hulp te zoeken.
Einde van het stationswerk
Tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog hielpen de stationsjuffrouwen tevens vluchtelingen. Vanwege de steun aan Joden werd het stationswerk in 1943 verboden. Daarna verdween het beroep, vooral vanwege het verdwijnen van de doelgroep. De Union verdween eveneens, hoewel een aantal organisaties de voorlichting aan vrouwen (vanuit een christelijke inslag) nog altijd voortzetten.
Bronnen:
- Pels, P. (1993) ‘ ‘Juffrouwen met een rood-witten band om den arm’: een beknopte geschiedenis van de Nederlandsche Vereeniging ter Behartiging van de Belangen der Jonge Meisjes.’, Jeugd en samenleving. - 23 (okt), p.509-517.
- Vos, de. A. (2009) Samen kennen we de mosselman. Verdwenen beroepen- Het tweede couplet (Uitgeverij Scriptum)
- NIAC: Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging Internationaal & Katholiek
Afbeelding:
By MarjetD (Own work) [CC BY-SA 3.0], via Wikimedia Commons