Vijftig jaar ASEAN: van beschermwal tegen het communisme tot ambitieuze wereldspeler
Tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw was de armoede in veel landen in Zuidoost-Azië groter dan in Afrika. Dat bleek een vruchtbare bodem voor het opkomende communisme. Vijf Zuidoost-Aziatische landen kropen daarom dichter bij elkaar om zich daartegen te beschermen. Vijftig jaar later is de Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties (ASEAN) een wereldwijd invloedrijke politieke en economische organisatie. Verschillende belangrijke ontwikkelingen in de regio en op het wereldtoneel speelden hierin een sleutelrol.
Halverwege de jaren zestig van de twintigste eeuw was de politieke situatie in de Zuidoost-Aziatische regio kwetsbaar. Vietnam was verdeeld. Het noorden streed tegen het zuiden, gesteund door respectievelijk de Sovjet-Unie en de VS. Indonesië zocht het conflict met Maleisië. Thailand had met regelmaat te maken met militaire coups. Op de Filipijnen was een interne machtsstrijd gaande, terwijl het land ook aanspraak maakte op delen van Maleisië. De grootste dreiging was echter de opkomst van het communisme. Volgens de Dominotheorie van de VS en veel Zuidoost-Aziatische landen zouden landen die communistisch werden ervoor zorgen dat buurlanden daarna aan de beurt waren.
Arme boeren
De strijd tegen de koloniale overheersers, die na de Tweede Wereldoorlog losbarstte, veranderde in Azië al snel in een strijd tegen het westerse kapitalisme. Vooral het succes van de communisten in China, die onder leiding van Mao een succesvolle greep naar de macht deden, was een sterke stimulans. Dat gold ook voor de rol die boeren werd toegedicht in het Maoïsme. Vooral Zuidoost-Azië kende weinig industriële ontwikkeling en daardoor, miljoenen boeren op het platteland. Zij waren vaak extreem arm en oorlogen veroorzaakten nog meer ellende. De communisten speelden daarop in: hun ideologie zou voor en door de boeren overwinnen. De latere ASEAN-landen zagen dit met lede ogen aan. Zij maakten zich grote zorgen dat zij ook ten prooi zouden vallen aan een wisseling van de wacht. Dat kwam onder meer doordat er ook binnen hun grenzen communistische groeperingen waren die steeds assertiever van zich lieten horen.
‘Verpletter Maleisië!’
Nadat eerdere pogingen tot samenwerking geen resultaat opleverden, zorgde de staatsgreep van Soeharto in Indonesië voor een omslag. Halverwege de jaren zestig had Indonesië grote economische problemen. Generaal Soeharto probeerde de aandacht af te leiden door voortdurend de strijd aan te gaan met Maleisië. Dit stond bekend als de ‘konfrontasi’ en werd door Soeharto aangevuurd met de leuze ‘Verpletter Maleisië!’ Binnenlands probeerden de communisten in 1965 de macht te grijpen door een aanval op het leger. Legeraanvoerder Soeharto ging in de tegenaanval en nam en passant de macht over van president Soekarno. Hij overlegde succesvol met Maleisië over beëindiging van de ‘konfrontasi’, onder leiding van Thailand. Dat diplomatieke succes was voor de Thaise regering de aanleiding om meer samenwerking tussen Thailand, Maleisië, Indonesië, de Filipijnen en Singapore voor te stellen. Dat voorstel werd positief ontvangen. Op 8 augustus 1968 werd in Bangkok de ASEAN opgericht.
Groei, vooruitgang en ontwikkeling
De agenda van de sterk anticommunistische ASEAN was in eerste instantie bescheiden. De samenwerking moest leiden tot economische groei, maatschappelijke voortuitgang en culturele ontwikkeling en daarmee tot regionale vrede en stabiliteit. Doordat alle besluiten volgens het musjawarah-principe met consensus werden genomen, bleven grootse initiatieven uit. De ASEAN-lidstaten concentreerden zich voor alles op hun eigen economische en politieke problemen. De onderlinge samenwerking vond plaats met kleine stapjes die vooral bedoeld waren om te werken aan het onderlinge vertrouwen.
Economisch steeds belangrijker
Ook al concentreerden de ASEAN-lidstaten zich op hun eigen zaken, het besef groeide dat de ASEAN, vooral economisch, van groot belang zou kunnen zijn. De organisatie vroeg daarom advies aan de VN hoe de lidstaten het economisch potentieel beter konden benutten. De VN deed vergaande voorstellen waarin bevordering van de handel tussen de lidstaten centraal stond. Het leidde tot meer economische afstemming, minder regels voor de handel en gezamenlijke projecten voor de ontwikkeling van de industrie. Ook spraken de ASEAN-landen internationaal meer met één stem, bijvoorbeeld tijdens tariefonderhandelingen van de General Agreement on Tariffs and Trade (GATT) en in de Algemene Vergadering van de VN. De oliecrisis in de jaren zeventig maakte de lidstaten verder bewust van het belang en de voordelen van meer samenwerking. “De ASEAN moet eerst economisch levensvatbaar zijn voordat anderen naar ons luisteren”, aldus de Singaporese minister van Buitenlandse Zaken Rajaratnam. Naast de economische redenen voor samenwerking, waren er ook regionale ontwikkelingen die de lidstaten nader tot elkaar brachten.
Vietnam als katalysator van samenwerking
Toen de Amerikanen in 1975 uit Vietnam vertrokken, vielen binnen één jaar heel Vietnam, Cambodja en Laos volledig in handen van communistische regimes. Het communistische regime in de Vietnamese hoofdstad Hanoi had de ASEAN altijd beschouwd als een marionet van het Amerikaanse imperialisme. Volgens de Vietnamezen was er sprake van een nieuwe confrontatie in Zuidoost-Azië tussen communistische Indochinese landen en ‘reactionaire krachten’ gesteund door Washington. Het riep daarom alle guerrillagroeperingen in de regio op hun activiteiten op te voeren. Soeharto riep vervolgens op Bali de eerste ASEAN-top bijeen. De regeringsleiders ondertekenden een verdrag dat opriep tot verdere vriendschap en meer samenwerking. Die voornemens werden in de jaren daarna stevig getest.
Diplomatieke ontwikkeling van ASEAN
De geopolitieke situatie in de regio werd steeds complexer toen communistische regimes elkaar het leven zuur begonnen te maken. Dit raakte ook de ASEAN door een Vietnamese invasie van Cambodja eind 1978, waarmee het Rode Khmerbewind van Pol Pot werd verdreven. De Vietnamese militairen trokken op tot aan de grens met Thailand en dit veroorzaakte een grote vluchtelingenstroom. De ontstane precaire veiligheidssituatie dwong de lidstaten gezamenlijk op te trekken, ook internationaal. Op het diplomatieke front werd vooral samen met de VS gewerkt aan een oplossing voor het conflict. De ASEAN sprak zich echter ook zelf uit met een stevige veroordeling van de Vietnamese inval, inclusief een oproep aan de wereldgemeenschap om dat te steunen. De bezetting door Vietnam duurde uiteindelijk meer dan tien jaar, alle diplomatieke initiatieven van de ASEAN ten spijt. Het bevorderde wél de verbondenheid binnen de ASEAN. Dat vormde een basis waarop kon worden voortgebouwd na de Koude Oorlog.
Groei van economische samenwerking
Nadat eerder al Brunei was toegetreden, traden in de jaren negentig Laos, Myanmar, Cambodja en voormalige vijand Vietnam toe tot de ASEAN. Waar in de jaren zestig de verschillende lidstaten nog economisch fragiel waren geweest, had de samenwerking in ASEAN-verband economische groei, internationale diplomatieke invloed en stabiliteit in de regio gebracht. Toenemende concurrentie van landen zoals China en India, zorgde ervoor dat in 1992 de ASEAN een akkoord bereikten over een vrijhandelsverdrag, AFTA, waardoor onderlinge handel verder werd bevorderd. De financiële crisis in Azië aan het eind van de twintigste eeuw, leidde ertoe dat de banden met China, Japan en Zuid-Korea werden aangehaald. Deze ‘ASEAN plus drie’ zorgde ervoor dat de financiële stabiliteit werd hersteld.
Komst van een ASEAN Gemeenschap
Begin deze eeuw schakelde de ASEAN in een hogere versnelling door gezamenlijk een visie op de toekomst te presenteren. Dat werd al snel gevolgd door de ambitie om tot een ASEAN Gemeenschap met concrete doelen op politiek, economisch en cultureel gebied te komen, zoals de vorming van één interne markt (naar Europees model) waarin goederen en personen vrij kunnen bewegen. Dat alles werd nog eens onderbouwd met een handvest waarin de normen en waarden van de ASEAN en de bijbehorende spelregels werden vastgelegd. Het was een herstructurering van de ASEAN die de organisatie klaarmaakte voor de 21ste eeuw.
Bronnen
• Fry, Gerald W., The Association of Southeast Asian Nations, New York 2008
• Mahbubani, K., De eeuw van Azië. Een onafwendbare mondiale machtsverschuiving, Amsterdam 2013
• Palmer, R. D., Reckford, T. J., Building ASEAN. 20 Years of Southeast Asian Cooperation, New York 1987
• Van der Veen, R., Waarom Azië rijk en machtig wordt, Amsterdam 2010
Afbeelding
By Hariboneagle927, via Wikimedia Commons