Terechtstelling van de opstandelingen op de Dam

Wie waren de wederdopers?

De wederdopers waren een religieuze revolutionaire groep die zich tijdens de Reformatie eeuw afsplitsten van de andere reformatorische groeperingen. De wederdopers waren voorloper van de tegenwoordige menisten en baptisten.

De groepering ontstond in het Zwitserse Zürich, waar de leider van de Reformatie aldaar, Ulrich Zwingli, zich in 1523 uitsprak voor een volwassendoop. Voorheen werden kinderen met water gedoopt om zo een plaatsje in de hemel te bemachtigen, maar sommige mensen geloofden dat iemand pas gedoopt kan worden als hij er bewust voor kiest. Zwingli herzag zijn standpunt echter toen de stadsraad liet weten niet van de kinderdoop af te willen, omdat de kinderdoop ook het moment was dat een kind werd ingeschreven in de stadsregisters. Zonder kinderdoop zouden de registers van de stad niet kloppen, vreesde men. Een aantal leerlingen van Zwingli was het echter niet eens met dit compromis, en zag het zelfs als een onderwerping aan de overheid. Zij splitsten zich af van Zwingli’s gemeenschap en stichtten de eerste doperse gemeente. Zwingli reageerde fel op de afsplitsing en noemde de afgesplitste groep anabaptisten, of wederdopers. Die term werd al eerder door de kerkvader Augustinus gebruikt voor een groep die zich opnieuw liet dopen als de kinderdoop door een onwaardige priester was uitgevoerd. Zelf noemden de wederdopers zich dopers, omdat de eerste doop volgens hen niet geldig was.

Bedreiging

De wederdopers geloofden dat iemand zich opnieuw moest laten dopen wanneer hij de leeftijd had bereikt waarop hij onderscheid kon maken tussen goed en kwaad. Iemand die gedoopt wilde worden moest volgens hen eerst publiekelijk zijn zonden belijden. Een kind was volgens hen niet aansprakelijk voor zonden en kon die dus niet belijden. De wederdopers zagen de kinderdoop dan ook als een godslasterende formaliteit.

Maar een tweede doop was indertijd illegaal en op veel plekken stond er zelfs de doodstraf op.  De wederdopers vonden dat de kerk en staat gescheiden moesten worden en waren ze tegen de dwangmatige middelen om de sociale orde te verzekeren. Omdat zij hiermee een bedreiging vormden voor de politieke orde werd er hard opgetreden tegen de wederdopers. Ondanks dat ze vervolgd werden verspreidden de wederdopers over grote delen van Europa en kregen ze meer aanhangers.

Wederdopersrijk Münster

In Nederland ontstond er vanaf 1530 een grote groep wederdopers onder leiding van Melchior Hofmann. Hij stelde dat de wereld snel zijn einde naderde en dat het nieuwe tijdperk zou beginnen in het Franse Straatsburg, waar hij zelf vandaan kwam. Een van zijn volgelingen was Jan van Leiden, die samen met vele wederdopers naar het Duitse Münster trok. Daar verkregen ze de meerderheid in de gemeenteraad en Jan van Leiden richtte in 1534 het ‘koninkrijk Sion’ op. Hij nam de titel koning aan en voerde een schrikbewind tegen iedereen die zich niet bekeerde. Het wederdopersrijk in Münster werd echter na een aantal maanden verslagen, waarbij de leiders werden gemarteld en gedood.


Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!


Wederdopersoproer Amsterdam

Maar ook in de Nederlanden bleef het niet rustig. De wederdopers kregen vooral in en rond Amsterdam veel navolging onder boeren en de lagere klassen die onder de aanhoudende armoede leden. De wederdopers zagen de verdeling van bezittingen namelijk als een fundament van een eerlijke maatschappij. De Kerk en het stadsbestuur zagen de wederdopers hierdoor als een bedreiging en pakte de groepering hard aan.

De wederdopers wilden terug naar het primitieve beeld dat de bijbel schetste van de eerste christenen. Ze beschouwden alle bezittingen, zelfs kleding, als ‘aards slijk’. Tijdens een bijeenkomst in Amsterdam op 11 februari 1535 trok een aantal wederdopers hun kleren uit en gooide die in het vuur. Daarna stormden ze naakt naar buiten en renden al schreeuwend door de stad. Het stadsbestuur reageerde fel en arresteerde alle naaktlopende wederdopers.

Bezetting stadhuis

Maar de wederdopers lieten zich niet door alle arrestaties tegenhouden. In tegendeel. Op  10 mei 1535 het stadhuis op de Dam bezet door veertig wederdopers onder leiding van Jan van Geel. De burgemeester werd doodgeslagen. De steun die de opstandelingen van burgers verwacht hadden, bleef echter uit. Het stadhuis werd bestormd door de schutterij, waarbij 28 wederdopers en twintig Amsterdamse schutters het leven lieten.

De opstandelingen werden streng bestraft op de Dam. Hun hart werd uit hun naakte, nog levende lichaam gesneden. De gevierendeelde lichamen werden bij de stadspoorten opgehangen en hun hoofden werden op staken gespiesd, ter waarschuwing voor het volk.

Waar zijn ze nu?

Onder leiding van de voormalige priester Menno Simons uit Friesland vormde het pacifistisch merendeel van de wederdopers de Mennonistische kerk. Het is de oudste nog bestaande kerk die afstamt van de wederdopers. Onder Engelse puriteinse vluchtelingen die in Amsterdam in contact kwamen met deze Nederlandse menisten is de baptistenstroming ontstaan, die vandaag de dag nog steeds bekend is als de baptistengemeente.

Bronnen

Ook interessant: 

Religie: 

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.