Waarom werden Duitsers ‘moffen’ genoemd?
In de Tweede Wereldoorlog werden Duitse soldaten ‘moffen’ genoemd. Veel mensen denken dan ook dat het woord uit de jaren 40-45 van de afgelopen eeuw stamt, maar niets is minder waar. Hoe oud is dit woord precies? Waar komt dit woord vandaan, en hoe komt het dat we het gebruikten om een Duitser mee aan te duiden?
Handschoen
Zo nu en dan is het tijd voor een goede etymologische discussie; waar komt een woord vandaan? Het woord ‘mof’ roept niet per se meteen associaties op, maar een veelgehoorde is: ‘een mof is een handschoen’. Wanneer men wat onderzoek verricht blijkt dit inderdaad ongeveer waar te zijn. Een mof was een modeaccessoire uit de 16e eeuw. Het betrof een soort koker gemaakt van bont, door de gegoede burgerij gebruikt om de handen warm te houden. Het woord is een afgeleide van het Franse moufle, wat weer voortkomt uit muffula, Latijn voor ‘handschoen’. Hiermee komt het woord voor handschoen uit de Frankische taalfamilie, waar het woord waar Duitsers mee aangeduid werden uit de Germaanse taalfamilie komt.
P. Hondius
Etymologen van de toekomst hebben het (relatief) makkelijk. Er zijn ontelbare gesproken bronnen vindbaar. Voor woorden die stammen van voor de tijd van audio-opnames zijn we afhankelijk van de geschreven bronnen. Wanneer we daar in duiken vinden we een van de vroegste notaties van het woord terug in 1619, in een werk van P. Hondius – Peter de Hond voor ingewijden– genaamd Dapes inemptae of De Moufe-schans, dat is de soeticheyt des buyten-levens vergheselschapt met de boucken. Deze tongbreker met een combinatie van Latijn en Nieuwnederlands betekent zoveel als: ‘Uit de tuin van de Moffenschans, dat is het mooie van het buitenleven, beschreven in de boeken.’ In het boek beschrijft Hontius alle bevindingen die hij doet in zijn kruiden- en bloemtuin bij de Moffenschans, en dat allemaal in prachtig jambische versvorm. Hondius overleed, niet lang hierna in 1621 in Terneuzen.
De Moffenschans
Hondius schreef over de Moufenschans in Terneuzen. Goed nieuws, want die bestaat nog steeds! Tegenwoordig staat er een gebouw met de naam ‘Moffenschans’, zoals te zien op de gevel. De website van de Heemkundige Vereniging Terneuzen vertelt ons dat dit gebouw stamt uit de Tachtigjarige Oorlog, specifiek 1583. Een hoge baljuw, Servaas van Steelant was overgelopen van Staatse naar Spaanse kant en daardoor dreigde Terneuzen weer in handen van de Spanjaarden te vallen. Dit werd voorkomen doordat Philippe von Hohenlohe met zo’n 1.000 Duitse huursoldaten bij Terneuzen verscheen. Ze bouwden er een schans - een verdedigingswerk- en wisten zo Terneuzen uit handen van de Spanjaarden te houden. De schans kwam door dit feit bekend te staan als ‘Moffenschans’. Duitsers werden dus al rond 1583 ‘moffen’ genoemd en misschien al wel veel eerder; men kan zich voorstellen dat het wel even duurt voordat een term gemeengoed wordt. De allereerste notatie van het woord is ook al in 1574, in een glossarium met verouderde rechtsterminologie. Daar staat te lezen: ‘MOFMAFF, zn. Een spotnaam, fr. Sobriquet. Dat egeen borger oft ingesetene, . . eenige questien oft geschillen met eenige soldaten oft knechten en zal moegen nemen, noch oock eenige injurieuse woorden, tzy mofmaff oft andere spreken.’ In deze bron, uit Antwerpen, lijkt de term richting soldaten gebezigd te worden. Zoals uit het verhaal van de Moffenschans al duidelijk werd waren er zeker Duitse soldaten in het gebied, maar in de Antwerpse bron staat er niet nadrukkelijk bij dat het om Duitsers moet gaan.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Muff
Waarom werden Duitsers precies aangeduid als ‘moffen’? ‘Mof’ komt van het woord Muff, wat praktisch dezelfde betekenis heeft als het Nederlandse equivalent. In Duitsland werden mensen die in het noorden van de Duitse gebieden woonden als Muffen aangeduid, later creatief verhaspeld tot Muffrikaner. Dit kwam waarschijnlijk omdat de grond in het noordelijke Eemsveld lastig te verbouwen was, historicus Von Treitschke schrijft in 1885 over de: ‘bloedarme mensen in het Boven-Eichsland, de veelbesproken Moffrikanen, die hun schamele oogsten haalden uit moeizaam gestoomde zandduinen of uit verbrande heidevelden’. Door deze methode van grondbewerking zal het er ongetwijfeld muf hebben geroken, waardoor de term Muff is ontstaan. Ook hadden de noordelijke Duitsers de reputatie om nogal hard en schofterig te zijn. Etymoloog Frans Debrabandere schrijft dat in het Duits een Muff een ‘knorrepot’ of ‘ongemanierd persoon’ is. Deze combinatie maakt van het woord ‘mof’ een perfect scheldwoord.
Tweede Wereldoorlog
Dat het woord tijdens en na de Tweede Wereldoorlog aan populariteit toenam, mag geen verrassing heten. Het is aannemelijk dat een wij-zij-idee door een binnenvallende agressor wordt versterkt. Wel werd het woord in 1942 door Koenen uit het woordenboek gehaald, uit angst de Duitsers boos te maken. In 1952 mocht het woord er weer terug in. Ook mocht het woord volgens sommigen niet gebezigd worden op Radio Oranje. Ondanks die maatregelen werd de term ‘mof’ uit het verdomhoekje gehaald en begrijpelijk uit ressentiment in veelvoud gebruikt.Zo burgerde deze term definitief in als scheldwoord richting onze oosterburen, zeker in relatie tot de Tweede Wereldoorlog, hoewel ‘mof’ momenteel weer wat in populariteit is gedaald.