Invoering van het vrouwenkiesrecht
Tegenwoordig mogen zowel mannen als vrouwen naar de stembus omdat ze voor de wet gelijk zijn. In 1919 kregen vrouwen in Nederland het actief kiesrecht, waardoor zij mochten stemmen. In ons dossier over het vrouwenkiesrecht in Nederland lees je alles over de weg naar deze overwinning.
Grondwet van 1848
In de grondwet van 1848 werd niet uitdrukkelijk aangegeven dat het kiesrecht alleen voor mannen gold. Volgens de wet moest men om te mogen stemmen een bepaalde som aan belastingen betalen en in het bezit zijn van rechten als staatsburger. Dat vrouwen niet mochten stemmen werd door de wetgever als vanzelfsprekend gezien. Zij waren volgens de Nederlandse wet handelsonbekwaam en hadden geen burgerrechten.
Aletta Jacobs
In 1883 probeerde de arts Aletta Jacobs gebruik te maken van het ontbreken van de uitdrukkelijke uitsluiting van vrouwen in de kieswet. Zij probeerde zich in Amsterdam op de kiezerslijst te laten plaatsen, maar werd geweigerd. Dit leidde in 1887 tot een grondwetsherziening, waarin expliciet geformuleerd werd dat het kiesrecht alleen voor mannen gold.
Opkomst protesten
De Eerste Feministische golf leidde in de jaren ’70 van de 19e eeuw tot protesten in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. Dit ging over het ontbreken van kiesrecht voor vrouwen. Deze protesten sloegen eind jaren ’80 ook over naar Nederland, waar verschillende verenigingen voor het vrouwenkiesrecht werden opgericht. Voorbeelden hiervan zijn de Vrije Vrouwen Vereeniging (1889-1903) van Wilhelmina Drucker en de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht (1894-1919) van Drucker, Annette Versluys-Poelman en Aletta Jacobs.
Gegoede burgerij
Deze verenigingen wilden in eerste instantie kiesrecht voor vrouwen die, net als de mannen die mochten stemmen, tot de gegoede burgerij behoorden. De Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht wilde het recht om te stemmen bijvoorbeeld af laten hangen van de ‘kentekenen van geschiktheid en maatschappelijke welstand’. In het begin van de 20ste eeuw werd de strijd voor kiesrecht door veel vrouwen wel uitgebreid tot algemeen kiesrecht.
Grondwetsherziening van 1917
De verschillende protesten en lezingen van vrouwen leidden in 1917 uiteindelijk tot een grondwetswijziging waardoor vrouwen passief kiesrecht kregen. Dit betekende dat zij zich wel verkiesbaar mochten stellen, maar nog steeds niet zelf mochten stemmen. In 1918 werd Suze Groeneweg voor de SDAP als eerste vrouw in de Tweede Kamer gekozen. Zij was zich bewust van de bijzondere positie waarin zij zich bevond: “Nu zich het historische feit voltrekt, dat voor de eerste maal een vrouw het woord zal voeren in ’s lands vergaderzaal, gevoel ik wel zeer sterk de verantwoordelijkheid, die mij opgelegd werd, toen mij de hooge eer te beurt viel als draagster van deze geschiedkundige gebeurtenis hier binnen te treden”.
Actief kiesrecht
Het passieve vrouwenkiesrecht werd in 1919 gevolgd door een wetsvoorstel van Henri Marchant om algemeen vrouwenkiesrecht in te voeren. Dit wetsvoorstel werd op 9 mei 1919 door de Tweede Kamer geaccepteerd en op 10 juli van dat jaar door de Eerste kamer. Op 18 september ondertekende koningin Wilhelmina de wet die vrouwen volledig kiesrecht gaf. Bij de eerste verkiezingen die volgden, in 1922, kwamen zeven vrouwen in de Tweede Kamer.
Politieke inbreng vrouwen
Na 1919 waren er enkele vergeefse pogingen gedaan om een vrouwenpartij op te richten. Dit idee sloeg echter niet aan en feministen en andere vrouwen kozen er al vrij snel voor om vrouwengroepen te organiseren bij bestaande politieke partijen. Bij de verkiezingen van 1922 bleek dat vrouwen niet zo anders stemden dan de mannen. De politieke verhoudingen van voor de invoering van het vrouwenkiesrecht bleven praktisch hetzelfde. Wel namen er in de jaren ’20 steeds meer vrouwen plaats in de Tweede Kamer. Het hoogtepunt kwam in 1929 met acht vrouwelijke Kamerleden, wat in de jaren ’30 daalde tot vier. Dit had vooral te maken met de economische crisis en het politieke klimaat. Het record was in 2010, toen er 64 vrouwen in de Kamer zaten.
Leestip:
Strijd! – De vrouwenkiesrechtbeweging in Nederland, 1882-1922
Auteur: Mineke Bosch
Uitgever: Verloren
ISBN: 9789087047740
Winkelprijs: €35,–
Bestel Strijd! De Vrouwenkiesrechtbeweging in Nederland, 1882-1922
Afbeelding:
- Demonstratie voor vrouwenkiesrecht (Amsterdam, 1914): Unknown photographer [Public domain], via Wikimedia Commons
- Nationaal Archief, Den Haag, Kabinet der Koningin [periode 1898-1945], nummer toegang 2.02.14, inventarisnummer 6263 [Public domain]