Third-party candidates in de Amerikaanse presidentsverkiezingen
De strijd om het Amerikaanse presidentschap is vrijwel altijd een zogeheten ‘two-horse race’ geweest. Bijna alle verkiezingen waren een strijd tussen twee partijen en buiten de kandidaten van de twee grootste partijen om, waren er vaak weinig andere kanshebbers. Toch zijn er door de jaren heen best veel politici geweest die met een derde partij een gooi naar het presidentschap hebben gedaan. Hoe verliep het hen en hoe kansrijk zijn ze echt geweest? Hieronder een greep uit de meest in het oog springende Third-Party Candidates uit de geschiedenis van de Amerikaanse presidentsverkiezingen.
De verkiezingen van 1832
Aan het begin van de 19e eeuw ontstonden in de Verenigde Staten de eerste politieke partijen, Hoewel het nog een tijdje zou duren voordat de huidige Democratische en Republikeinse partijen ontstonden, werd de politiek al vanaf het begin gedomineerd door twee grote partijen.
Bij de verkiezingen van 1832 waren er voor het eerst twee kandidaten van andere partijen die de gevestigde orde besloten uit te dagen. Allereerst was er de Anti-Masonic Party, die vaak bekend staat als de oorspronkelijke ‘Third Party’ van Amerika. Deze partij werd in 1828 opgericht als tegenreactie op de ‘Freemasons’; de vrijmetselaren. De vrijmetselaren drongen in de eerste helft van de 19e eeuw steeds dieper door in de Amerikaanse maatschappij en politiek, wat tot veel negatieve reacties leidde.
De Anti-Masons waren vooral strenge christenen, die vonden dat de vrijmetselaren niet godsdienstig genoeg waren. Bij de verkiezingen van 1832 deed zakenman William Wirt namens de Anti-Masons een gooi naar het presidentschap. Alhoewel de partij een behoorlijk grote aanhang had in het noordoosten van het land, wist Wirt enkel in de staat Vermont te winnen, waardoor hij op slechts zeven kiesmannen bleef steken.
0 stemmen voor de nullifiers
Wirt eindigde daarmee op de vierde plaats, wat opvallend was aangezien er officieel maar drie presidentskandidaten waren. In de staat South Carolina stemden alle kiesmannen echter op John Floyd. Floyd was in de maanden voor de verkiezingen betrokken geweest bij een conflict tussen zittend president Andrew Jackson en het staatsparlement van South Carolina. South Carolina had eerder in 1832 een wet van het Amerikaanse Congres, die al goedgekeurd was door Jackson, toch nog laten annuleren, ‘nullified’ in het Engels. Floyd was een prominent lid van deze ‘nullifiers’ geweest. Echter omdat hij officieel helemaal geen presidentskandidaat was, had er tijdens de verkiezingen dus niemand op hem gestemd.
Hoewel Floyd dus 0 stemmen had, kreeg deze ‘nullifier’ toch de elf kiesmannen uit South Carolina achter zich, waardoor hij nog boven Wirt eindigde. Dit kon omdat de kiesmannen uit South Carolina op dat moment nog volledig onafhankelijk waren. Er waren nog geen verkiezingen in die staat waarbij het volk mocht stemmen, de kiesmannen uit South Carolina konden zodoende volledig zelf bepalen op wie ze hun stem uitbrachten.
Opkomst van de populisten
Tot aan de verkiezingen van 1860 deden er regelmatig kandidaten van een derde partij mee aan de verkiezingen, maar met weinig succes. Na de Amerikaanse Burgeroorlog vestigden de Republikeinen en Democraten hun machtsblokken, waardoor er lange tijd geen plek meer leek voor een derde partij. Pas bij de presidentsverkiezingen van 1892 was er voor het eerst in ruim 30 jaar weer een nieuwe partij die de gevestigde orde besloot uit te dagen.
Bij de verkiezingen van dat jaar deed James Beaver namens de Populistische Partij een gooi naar het presidentschap. De populistische partij was aan het begin van de jaren 1890 ontstaan uit een samenwerking tussen verschillende boerenbelangenorganisaties. Deze organisaties waren voornamelijk ontstaan op de prairies in het westen van Amerika, waar steeds meer boeren naartoe trokken.
De populisten wilden veel meer macht voor het volk, vooral op financieel gebied. Er moest bijvoorbeeld minder macht komen voor grote banken en rijke zakenmannen. Alhoewel de partij daarmee wezenlijk anders was dan de Republikeinen en Democraten, die qua beleid behoorlijk op elkaar leken, lukte het ook de populisten niet om écht door te breken. Weaver bleef steken op net iets meer dan een miljoen stemmen. Hij wist in vier staten te winnen, maar aangezien dit allemaal dunbevolkte staten waren, kreeg hij slechts 22 kiesmannen achter zich.
De populistische partij viel daarna al vrij snel weer uit elkaar, toen de Republikeinen en Democraten steeds meer van hun standpunten begonnen over te nemen. Het bleef zodoende bij die ene poging in 1892.
Teddy Roosevelt en de Progressieve Partij
In 1912 was er een nieuwe poging waarbij een derde partij hoge ogen wist te gooien. De partij in kwestie was de Progressieve Partij. Deze partij werd opgericht in 1912, vlak voor de presidentsverkiezingen van dat jaar. Grote man bij deze partij was voormalig president Theodore ‘Teddy’ Roosevelt. Roosevelt was tussen 1901 en 1909 namens de Republikeinen al president geweest. Tijdens zijn presidentschap gold hij als een sterke en mannelijke leider. Hij was ook een groot voorstander van meer Amerikaanse invloed in Midden- en Zuid-Amerika.
In 1912 deed Roosevelt opnieuw een gooi naar het presidentschap. In eerste instantie wilde hij dit voor zijn eigen partij, de Republikeinen doen. Dit kwam doordat Roosevelt behoorlijk ontevreden was over het werk van zijn opvolger, William Howard Taft. Tot ontsteltenis van Roosevelt kozen de Republikeinen er echter voor om Taft opnieuw te nomineren als kandidaat in 1912. Roosevelt werd gepasseerd en besloot daarom maar met een eigen partij mee te doen. In datzelfde jaar richtte hij de Progressieve Partij op. De partij deed zijn naam eer aan door enkele zeer progressieve ideeën te opperen. Roosevelt was bijvoorbeeld een voorstander van stemrecht voor vrouwen en het invoeren van hogere belastingen op rijkdom.
De campagne van Roosevelt zorgde voor grote verdeeldheid onder de Republikeinse kiezers. Een deel van hen volgde Roosevelt naar de Progressieve Partij maar een groot deel bleef ook trouw aan Taft. Woodrow Wilson en de Democraten profiteerden van deze verdeeldheid en wonnen de verkiezingen glansrijk. Roosevelt wist echter wel in zes staten te winnen, wat hem 88 kiesmannen opleverde. Dit is nog altijd het beste resultaat ooit voor een ‘derde’ partij bij de presidentsverkiezingen. Roosevelt zou de partij echter al snel weer verlaten, waardoor deze het succes van 1912 nooit kon evenaren. In 1920 werd de Progressieve Partij al weer opgeheven.
Het succes van Roosevelt zorgde voor een enorme nederlaag van de Republikeinen. Taft wist in slechts twee staten te winnen en kwam zo niet verder dan acht kiesmannen. Dit was de eerste en tot nu toe enige keer dat een zittend president bij de verkiezingen als derde eindigde. Het was ook de laatste keer dat de kandidaat van een derde partij meer stemmen kreeg dan een kandidaat van een van de gevestigde partijen.
Segregatie als leidraad
Na de Tweede Wereldoorlog vielen twee ‘Third-Party’ kandidaten op door hun strenge geloof in de segregatie. Tot aan de jaren ’60 gold er in de meeste zuidelijke staten van de VS een strenge rassenscheiding tussen blank en zwart.
In 1948 leidde de angst om de segregatie kwijt te raken tot de oprichting van de States’ Rights Democratic Party. Deze partij was een afscheiding van de Democratische Partij en werd vooral in het zuiden van de VS populair. Het voornaamste doel van de partij was om de rechten van de staten te behouden, waaronder dus ook het recht van staten om zijn bevolking op basis van ras te scheiden. De partij stond ook wel bekend als de ‘Dixiecrats’, verwijzend naar de bijnaam voor inwoners van de Zuidelijke Staten, Dixies.
De Zuidelijke Staten waren sinds het einde van de Amerikaanse Burgeroorlog een Democratisch bolwerk geweest, maar de rassenkwestie zorgde voor steeds meer scheuren tussen de landelijke organisatie van de partij en deze staten. De Democratische presidentskandidaat van 1948, Harry Truman, besloot bijvoorbeeld flink in te zetten op meer burgerrechten voor de Afro-Amerikaanse bevolking. De Dixiecrats besloten daarop in 1948 als nieuwe partij mee te doen aan de presidentsverkiezingen. Om de band met het zuiden nog duidelijker te maken leek de partijvlag sterk op die van de Geconfedereerde Staten uit de Amerikaanse Burgeroorlog. Niet geheel verassend deed de partij het in enkele Zuidelijke Staten heel goed. [9]
Kandidaat voor de Dixiecrats was Strom Thurmond, gouverneur van South Carolina. Thurmond was pro-segregatie en schuwde harde uitspraken niet. Zo claimde hij dat er niet genoeg soldaten in de VS waren om de bevolking van de Zuidelijke Staten te dwingen om de Afro-Amerikanen gelijk te behandelen. Die harde lijn leverde Thurmond uiteindelijk ruim 1,5 miljoen stemmen op, plus de 39 kiesmannen uit vier Zuidelijke Staten. Echt dicht bij het presidentschap waren de Dixiecrats desondanks niet gekomen en doordat Truman tot president gekozen werd, stond de partij helemaal met lege handen. Thurmond zou zijn opvattingen over ras later in zijn carrière enigszins matigen. Mede daardoor lukte het hem wel om 46 jaar lang onafgebroken in de Amerikaanse Senaat te verblijven. Daarnaast bleek na zijn dood dat, ondanks zijn opvatting over de segregatie, Thurmond als jonge twintiger een kind had verwekt bij een Afro-Amerikaanse vrouw.
Ook in 1968 was het behoud van de segregatie het speerpunt van een derde partij. George Wallace deed dat jaar mee namens de American Independent Party. Net als de Dixiecrats kon deze partij enkel in een paar zuidelijke staten de meeste stemmen binnenhalen. Hoewel ook Wallace niet genoeg kiesmannen had om een gooi naar het presidentschap te doen, was het aantal mensen dat op hem gestemd had groot: tien miljoen. De standpunten van Wallace waren soms zo extreem, dat hij de ‘gevaarlijkste racist’ van Amerika genoemd werd. Nadat de federale overheid de Afro-Amerikaanse studenten toestemming had gegeven om naar ‘witte’ scholen te gaan, protesteerde Wallace door in eigen persoon de weg te versperren.
Hoeveel invloed hadden de partijen?
Nog nooit is het een Third Party gelukt om de Amerikaanse presidentsverkiezingen te winnen. Met uitzondering van de verkiezing van 1912 lukt het deze partijen zelfs niet eens om als tweede te eindigen.
Maar dat betekent niet dat ze helemaal geen invloed gehad hebben op de Amerikaanse politiek. Het systeem blijkt ontzettend lastig te veranderen en de Democraten en Republikeinen zitten nog altijd stevig in het zadel. Toch hebben sommige Third Party’s wel invloed gehad op de bestaande partijen. Veel van de standpunten van de Populistische Partij werden bijvoorbeeld overgenomen door de bestaande partijen.
De opkomst van mannen als Thurmond en Wallace zorgde er ook voor dat de Democraten hun achterban in het zuiden langzaam verloren. Doordat de Republikeinen in het conservatieve gat doken, veranderden de verhouding in de Amerikaanse politiek en werden de Democraten juist steeds populairder in het noorden. Een third party heeft vooralsnog dus nog nooit een president weten te leveren, maar ze kunnen wel degelijk invloed uitoefenen op het bestaande systeem.
Wil je meer weten over de geschiedenis van de Amerikaanse presidentsverkiezingen? Klik dan hier!
Bronnen
- John Bibby en Sandy Maisel, Two Party’s or more? – The American Party System (Londen, 2002) p. 33-35, 71-75.
- Richard Current, American History: A survey, (New York, 1965) p. 248-252, 521-528 en 827-828.
- Michael Kazin, Rebecca Edwards en Adam Rothman, The Princeton Encyclopedia of American Political History (Princeton, 2010) 113-115.
- Lewis Gould, Theodore Roosevelt (Oxford, 2012) 55-63.
- Sarah McCulluch Lemmon, ‘’The Ideology of the Dixiecrat Movement, Social Forces 30 (1951) 2, 162-171, aldaar 162.
- History. Former US Senator Strom Thurmond dies.
- CNN. Her father was called ‘the most dangerous racist in America’
Afbeeldingen
- National Archives. Teddy Roosevelt [Public Domain]
- Wikimedia Commons. William Wirt [Public Domain]
- National Archives. James Beaver [Public Domain]
- Wikimedia Commons. George Wallace [Public Domain]