Hoe werd asfalt door de eeuwen heen gebruikt?
Tegenwoordig kennen we asfalt als het mengsel waar het wegdek van gemaakt is en waar we met onze auto´s, scooters en fietsen overheen rijden, maar het heeft door de eeuwen heen ook andere doelen gekend. Het eerste beschreven gebruik van asfalt is terug te leiden tot de Mesopotamiërs, maar toen wel in een andere vorm. Hoe heeft het zich in de eeuwen daarna verder ontwikkeld?
Het asfalt dat we tegenwoordig zo goed kennen is een mengsel van grind of steenslag, zand en een vulstof dat met bitumen aan elkaar wordt gekleefd. Bitumen wordt vaak verward met teer, maar dit zijn toch echt twee verschillende dingen. Bitumen is een vloeibaar mengsel dat bestaat uit verschillende koolwaterstoffen die voorkomen in ruwe aardolie. Dit kan ook in de natuur zelf gevormd worden, zoals uit de bodem van zeeën en rivieren. Teer is een kleverige substantie die bij uitsluiting van lucht ontstaat bij het verhitten van plantaardig materiaal, zoals hout of steenkool. Teer werd in het verleden ook bij de productie van asfalt gebruikt, maar is sinds 1995 verboden in verband met eventuele giftige stoffen die in het materiaal voorkomen.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Het gebruik van natuurlijk bitumen als asfalt
In eerste instantie werd asfalt in de vorm van natuurlijke bitumen gebruikt. Het vroegst bekende gebruik van bitumen is terug te leiden tot 40.000 jaar geleden, toen werd het gebruikt door de Midden-Paleolithische Neanderthalers. Op verschillende locaties waar zij leefden, zoals de Gura Cheii-grot in Roemenië en Hummal en Umm El Tlel in Syrië werd door archeologen sporen gevonden die erop wijzen dat Neanderthalers natuurlijk bitumen gebruikten om handvaten aan stenen werktuigen vast te plakken.
Tienduizenden jaren later werd dit natuurlijk bitumen ook door de Mesopotamiërs gebruikt. Het werd gewonnen op plekken in de natuur waar ruwe aardolie aan het aardoppervlak kwam en zich mengde met steen en zand. Zij gebruikten bitumen onder andere om baden in tempels en watertanks waterdicht te maken. Ook werd het gebruikt voor de constructie van gebouwen, dit gebeurde vooral tijdens de late Uruk en Chalcolithische periode rond 3500 v.Chr. Tijdens de Urukperiode (3500-3200 v.Chr.) werd er in Mesopotamië een intercontinentaal handelssysteem opgericht met onder andere koloniën in het huidige Turkije, Syrië en Iran. Hierbij werd bitumen een gewild handelsgoed, dat blijkt wel uit het feit dat onderzoekers in Syrië bitumen vonden dat afkomstig was uit de omgeving van de Eufraat in Zuid-Irak. Een aantal eeuwen later werd het gebruik van bitumen ook door de Feniciërs overgenomen. De Feniciërs waren een zeevarend volk dat tussen 1500 en 400 v.Chr. de belangrijkste handelsroutes van de Middellandse Zee beheerste en een groot deel van de handel tussen Mesopotamië en het Middellandse Zeegebied controleerde. Zij gebruikten bitumen vooral om hun schepen waterdicht te maken.
Het bekendste voorbeeld van het gebruik van bitumen uit deze tijd is te vinden in Babylon in 625 v.Chr., hier werd toen de eerste ´asfaltweg´ gelegd. Het staat niet voor niets tussen aanhalingstekens, waarschijnlijk zat er alleen natuurlijk bitumen in de onderlaag van het wegdek en bestond de toplaag vooralsnog uit aan elkaar geplakte kalksteenplaten. Volgens de Griekse historicus Herodotus (c. 484 – c. 425 v.Chr.) werd hete bitumen ook gebruikt bij het metselen van de muren van de gebouwen in Babylon.
De oude Egyptenaren en de oude Grieken en Romeinen
In diezelfde periode gebruikten ook de oude Egyptenaren bitumen als voorloper van het moderne asfalt. Zij gebruikten bitumen net als de Babyloniërs als middel om te metselen, maar dan voor het bouwen en het herstellen van stenen oevers van de Nijl. Langs de oevers werden op sommige plekken stenen gelegd om erosie te voorkomen. Daarnaast gebruikten de Egyptenaren het ook in de bouw van hun graanschuren, ze bedekten er de vloer mee en de onderkant van de muren om het geheel stevig en stabiel te maken. Zelfs bij het mummificeren van lichamen werd bitumen gebruikt.
De Grieken en de Romeinen waren ook bekend met dit ´asfalt´. Het woord asfalt is via de Grieken bij ons terechtgekomen. Het woord is afgeleid van het Griekse asphaltos, dat veilig of vast betekent. Ook door de Grieken en de Romeinen werd het veelal gebruikt om muren en gebouwen mee te versterken en om eventuele lekkages in hun baden, waterreservoirs en aquaducten mee te dichten.
Ontdekkingsreizen
Het zou een hele tijd duren voordat het gebruik van bitumen, en later in de vorm van asfalt, Europa zou bereiken. Het gebruik van teer was echter wel bekend, het werd onder andere in Zweden gewonnen uit boomhars en gebruikt voor het waterdicht maken van schepen en houten bouwwerken. Het gebruik van bitumen bereikte Europa echter pas in de loop van de 16e eeuw, nadat Europese ontdekkingsreizigers de wereld rondvoeren en in aanraking kwamen met natuurlijke bitumenbronnen in Zuid-Amerika. Zo beschreef de Britse Sir Walter Raleigh een meer van bitumen op het eiland Trinidad, in de buurt van Venezuela. Hij gebruikte het stroperige middel om zijn schip op te knappen en waterdicht te maken.
Maar de echte bijzondere ontdekking werd gedaan door de Spaanse ontdekkingsreiziger Francisco Pizarro in 1532. Hij betreedde het Incarijk in het westen van Zuid-Amerika en vond daar tot zijn verbazing prachtige, goed onderhouden wegen. Het Inca-wegennet was het meest uitgebreide en geavanceerde transportsysteem van het precolumbiaanse Zuid-Amerika. Het aanleggen van de wegen kostte enorm veel tijd en moeite. In de bergen en de dichte bossen werden nauwkeurig geplaatste straatstenen of kasseien gebruikt voor bestrating, waarbij ze met hun platte kant naar boven werden geplaatst in een poging om met behulp van bitumen een egaal oppervlak te produceren.
De ontwikkeling van het moderne asfalt
Ondanks de vondsten van de ontdekkingsreizigers, werd het gebruik van bitumen als bouwmateriaal lang vergeten, tot het begin van de 19e eeuw. Daarvoor werden de straten van de grote steden op zijn best met stenen gelegd, zo ook in onder andere Parijs en Schotland, waar ingenieur Thomas Telford wegen aanlegde met gebroken stenen. Hij gebruikte hete teer, geen bitumen, om de stenen aan elkaar te hechten, deze worden ook wel tarmacadam-trottoirs genoemd. In het Engels wordt asfalt ook vaak als tarmac aangeduid.
Maar in de loop van de 19e eeuw werd door middel van bitumen het asfalt ontwikkeld dat we vandaag de dag kennen en gebruiken. Door de toenemende industrialisatie werd een goede infrastructuur steeds belangrijker. In 1870 kwam de doorbraak: toen ontwikkelde de Belgische chemicus Edward J. de Smedt het eerste asfaltbeton van een mengsel van minerale aggregaten, zoals grind en zand, en bitumen, dat als wegdek moest dienen. De substanties haalde hij net als Raleigh uit de bronnen uit Trinidad Lake. De Smedt was al eerder geëmigreerd naar de Verenigde Staten en was werkzaam aan de Columbia University in New York. Het eerste wegdek dat met zijn asfaltbeton werd ontwikkeld, werd in Newark, New Jersey gelegd. In 1900 ontwikkelde ook Frederick J. Warren eenzelfde soort asfaltbeton, gemaakt van minerale aggregaten en bitumen. Hij noemde het bitulithisch. Een jaar later, in 1901, werd in East Cambridge, Massachusetts de eerste moderne asfaltfabriek gebouw door de Warren Brothers.
Verbetering van het asfalt in de 20e eeuw
In de loop van de 20e eeuw ontwikkelde de productie van asfalt zich door. Door het groeiende gebruik van auto´s was een perfect aangelegd, glad wegdek steeds meer gewenst. Dit leidde tot innovatie in zowel het produceren en het leggen van asfalt, zo werden er onder andere mechanische meng- en walsmachines ontwikkeld. In Nederland werden in 1914 de eerste bitumineuze wegconstructies aangelegd en in 1923 volgde in Amsterdam de eerste gewalste asfaltweg.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het gebruik van asfalt nog verder verbeterd. De ontwikkeling van de asfalttechnologie werd verder gestimuleerd, vooral door de luchtmachten. Aan het begin van de oorlog konden veel vliegtuigen nog opstijgen en landen op gras, maar toen de bommenwerpers steeds zwaarder werden, hadden die start- en landingsbanen nodig die zwaarder belast konden worden. En ook na de Tweede Wereldoorlog was het belang van asfalt groot om de infrastructuur weer op te bouwen, zo groeide het Nederlandse rijkswegennet tussen 1945 en 1965 van 100 naar 600 kilometer.
De fijne moderne asfaltwegen
De ontwikkeling van het asfalt heeft een lange weg afgelegd en veel verschillende vormen en doelen gekend, dat is duidelijk. Wanneer we weer met onze auto´s en fietsen over de gladde asfaltwegen rijden, mogen we meneer De Smedt in ons achterhoofd toch wel even dankbaar zijn.
Bronnen:
- Rijkswaterstaat.nl: Onze historie
- Wikipedia.org: Asfalt
- Greelane.com: Het oude gebruik van asfalt
- Vaasphalt.org: The History of Asphalt
- Asphaltmagazine.com: The asphalt industry from the 1800s to World War II
- A. D. Godley: Herodotus, The Histories, Book I, Chapter 179