Jan van der Heyden: ‘De Nederlandse Leonardo da Vinci’
'De Nederlandse Leonardo Da Vinci’, zo staat de zeventiende-eeuwse Jan van der Heyden ook wel bekend. Onder andere als schilder, uitvinder en brandmeester heeft deze Amsterdammer veel bijgedragen aan de stad Amsterdam. Wie was deze veelzijdige Jan van der Heyden?
Jongere jaren
Jan van der Heyden werd op 5 maart 1637 geboren in Gorinchem. Als kind verhuisde hij met zijn familie naar Amsterdam. Hier werkte hij eerst als hulp in de spiegelwinkel van zijn oudste broer. Op 7 juli 1652 was de toen vijftienjarige Jan getuige van de grote brand in het stadshuis van Amsterdam. Deze brand maakte grote indruk op hem en zou hem hebben geïnspireerd om te gaan schilderen. Toen hij negen jaar later trouwde met Sara ter Hiel gaf hij dan ook schilder aan als beroep.
Schilderscarrière
Tijdens zijn carrière als schilder specialiseerde Van der Heyden zich vooral in stadsgezichten. Dit waren niet altijd correcte weergaven van bestaande plekken. Soms verplaatste Van der Heyden gebouwen als dit hem goed uitkwam, of verzon hij ze simpelweg. Wel was hij zeer precies wat betreft details, zo werd zijn manier van bakstenen schilderen al door zijn tijdgenoten met bewondering aanschouwd.
De straatlantaarn
Naast schilder was Van der Heyden ook uitvinder. Hij was vooral goed in het verbeteren van bestaande ontwerpen. Zo bedacht hij in 1669 een nieuw ontwerp voor de straatlantaarn. Dit nieuwe ontwerp zou onder andere meer licht geven en goedkoper zijn. Van der Heyden diende hiervoor een plan in bij het stadsbestuur van Amsterdam. Hierin beschreef hij tot in detail hoe hij zijn straatlichten door de gehele stad wilde laten installeren. Van der Heydens plan was blijkbaar overtuigend, want het stadsbestuur benoemde hem daarop tot opsigter en directeur des bij nagt ligtende lantarens. Vanuit deze positie zorgde hij er in korte tijd voor dat Amsterdam als een van de eerste steden in Europa over een effectieve straatverlichting beschikte.
De Brandspuit
De Amsterdammer zijn bekendste uitvinding is de vernieuwde brandspuit. Samen met zijn broer Nicolaas verbeterde Van der Heyden rond 1672 de manier waarop brand werd bestreden. De brandspuit bestond weliswaar al, maar hierbij was met name de watertoevoer nog behoorlijk inefficiënt. Tijdens een brand moest je namelijk het water voor de pomp zelf met emmers uit de gracht halen. De gebroeders Van der Heyden brachten hier verandering in. Ze voegden een verbeterde waterpomp aan de brandspuit toe, waarmee door middel van een slang het water direct uit de grachten gepompt kon worden. Ook vonden de broers een leren brandslang uit. Dankzij deze slang kon de brandspuit verplaatst worden, waardoor men het vuur effectiever kon bestrijden.
Ook richtte de uitvinder in 1685 een brandweerorganisatie op. Van der Heyden stond zelf aan het hoofd van de organisatie als generaal-brandmeester. Hij maakte aantekeningen en schetsen van tientallen verschillende branden en hoe deze bestreden werden. Deze publiceerde hij in 1690 samen met zijn zoon in het allereerste brandweerboek: Beschryving der nieuwlijks uitgevonden en geoctrojeerde slang-brand-spuiten, en haare wyze van brand-blussen, Tegenwoordig binnen Amsterdam in gebruik zijnde.
Peter de Grote
Van der Heydens uitvinding ontwikkelde zich al gauw tot een begrip in heel Europa. In Duitsland en Frankrijk bleef hij bijvoorbeeld tot het eind van de negentiende-eeuw in gebruik. Dit leverde Van der Heyden in 1697 zelfs een ontmoeting met de Russische tsaar Peter de Grote op. Deze probeerde hem over te halen om mee naar Rusland te gaan. Van der Heyden weigerde het aanbod maar verkocht de tsaar wel een aantal van zijn brandspuiten.
Eigen fabriek
Het fabriceren van zijn uitvindingen deed Van der Heyden zelf. In 1680 kocht hij een perceel waar hij zowel een huis als een fabriek op liet bouwen. Hier produceerde hij onder meer de straatlantaarns en de brandspuiten. Jan en Nicolaas waren partners tot het overlijden van Nicolaas in 1682, waarna de zoon van Jan de positie van zijn oom overnam. Tien jaar later droeg Van der Heyden het bedrijf helemaal aan zijn zoon over, waarna hij zich nog voornamelijk op schilderen focuste. Hij overleed uiteindelijk in 1712.
Bronnen:
- Cultuurarchief.nl: Jan van der Heyden (1637 – 1712)
- Digitaleetalages.nl: Jan van der Heijden: Levensloop (1637-1712)
- Digitaleetalages.nl: Jan van der Heijden: Kunstenaar
- Digitaleetalages.nl: Jan van der Heijden: De Brandspuit
- Digitaleetalages.nl: Jan van der Heijden: Straatverlichting
- Mechelsepompiers.be: Nieuwe techniek
- R. Shorto, Amsterdam: Geschiedenis van de meest vrijzinnige stad ter wereld (Amsterdam 2013).
- P.C. Sutton, J. Bikker, e.a., Jan van der Heyden (1637-1712) (New Haven 2006).
Afbeeldingen:
- Stadsarchief Amsterdam: Jan van der Heyden. Door Jacobus Buys en Reinier Vinkeles
- Het Rijksmuseum: Oude brandspuiten en nieuwe slangbrandspuiten. Door Jan van der Heyden, 1960. Objectnummer: RP-P-OB-82.079