Home » Reportage
Invloed van televisie op presidentsverkiezingen

Verkiezingen van een supermacht: de opkomst van tv

De Amerikaanse presidentsverkiezingen zijn tegenwoordig niet alleen maar politieke gebeurtenissen. Dankzij tv en andere vormen van massamedia zijn de verkiezingen uitgegroeid tot enorme evenementen. Door de ontwikkeling van de Verenigde Staten als supermacht worden de verkiezingen bovendien over de gehele wereld gevolgd. In hoeverre hebben deze ontwikkelingen de Amerikaanse presidentsverkiezingen beïnvloed?

Campagnevoeren – van taboe naar noodzaak

De televisie is al decennia lang de beste manier voor presidenten om hun boodschap aan heel Amerika te verkondigen. Op deze persoonlijke manier van campagne voeren rustte vroeger echter een groot taboe.

Persoonlijk campagne voeren kwam voor Amerikaanse presidenten  pas aan het begin van de 20e eeuw op. Daarvoor werd het gezien als een oneerbiedige taak voor een presidentskandidaat om het land rond te gaan om  te ‘bedelen’ voor stemmen. Door de opkomst van de treinen in de VS werd het pas meer geaccepteerd voor kandidaten om rond te reizen naar bijeenkomsten. 

Vanaf de jaren ’30 gebruikten Amerikaanse presidenten en presidentskandidaten steeds vaker de radio om boodschappen te verkondigen. Dit zorgde al voor een grote ommezwaai in het politieke speelveld, maar de opkomst van de televisie veranderde de Amerikaanse presidentsverkiezingen na de Tweede Wereldoorlog nog meer.


Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!


Opkomst van de tv

Invloed van televisie op presidentsverkiezingen

Vanaf de jaren ’50 begon de televisie langzaamaan de verkiezingen te domineren. In die tijd kwam de tv in steeds meer huiskamers terecht, voor presidentskandidaten een ideaal medium om een nog groter deel van de bevolking op een persoonlijke manier te bereiken, zonder daarvoor het hele land af te hoeven reizen. De kiezers kregen nu een veel beter beeld van de kandidaten, die ze vanaf nu echt konden zien bewegen en praten. Daardoor moesten de presidentskandidaten opeens met een hele andere factor rekening houden: hun uiterlijk. Dat bleek al meteen tijdens het allereerste TV-debat tussen Nixon en Kennedy in 1960. Nixon was de betere debater, maar legde het af tegen de veel vlotter geklede Kennedy. 

De televisie begon ook met het uitzenden van alle voorverkiezingen en nationale conventies, die vanaf de jaren '60 steeds belangrijker werden. Zo zijn de verkiezingscampagnes door de technologische vooruitgang van de laatste decennia flink veranderd.

Het belang van peilingen

Nog belangrijker echter was de rol die televisie zou spelen bij de opkomst van peilingen. Peilingen waren in eerste instantie bedoeld om de meningen van Amerikaanse burgers over allerhande onderwerpen te verkrijgen. George Gallup voerde de eerste succesvolle peiling bij presidentsverkiezingen uit in 1936. Peilingen bestonden dus al voordat de televisie gemeengoed werd in de VS, maar de tv zorgde er daarna voor dat de invloed van peilingen toenam.

Invloed van televisie op presidentsverkiezingen George Gallup Peilingen

Bij de verkiezingen van 1968 werden peilingen voor het eerst dagelijks op televisie behandeld. Hierdoor groeide ook de weerstand tegen peilingen, omdat sommigen geloofden dat ze juist meer problemen geven voor kiezers dan dat het een hulpmiddel is. De meeste critici vonden bijvoorbeeld dat peilingen kiezers en kandidaten te veel beïnvloedden, en de kiezers daarmee een bepaalde kant op sturen. George Gallup zelf zij hier altijd over dat zijn peilingen juist de meningen van het volk weerspiegelden. Wanneer kandidaten daarop besluiten in te gaan, reageren ze volgens Gallup dan dus niet op zijn peilingen, maar op de mening van het volk. 

Vanaf de jaren ’80 zouden nieuwsprogramma’s peilingen steeds centraler maken in hun reportages over de verkiezingen. Ondanks dat de peilingen er in de afgelopen decennia ook regelmatig naast hebben gezeten, blijft de aandacht vanuit de media voor dit politieke middel ook nu nog enorm groot.

Content is King, of toch niet?

Dit zorgde er ook voor dat presidentskandidaten steeds meer de waarde van het nieuws begonnen in te zien als een middel om de aandacht van de kiezer vast te houden. Niet alleen de boodschap zelf, maar ook de manier hoe deze in de media terecht kwam, werd daardoor zeer belangrijk in de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Een positieve reportage leidde wellicht tot betere peilingen.

Kandidaten probeerden grip te krijgen op hoe en wanneer media verslag deden van de verkiezingscampagnes. Zo gebruikten kandidaten vaak de strategie om journalisten elke dag mondjesmaat wat informatie te voeren, om zo de aandacht van de pers vast te houden.

Ook politieke bijeenkomsten en rally’s groeiden door de invloed van tv en peilingen uit tot massale evenementen. Presidentskandidaten wilden er alles aan doen om in een goed daglicht op televisie te komen. De evenementen groeiden uit tot enorme shows, waarbij alles tot in de puntjes voorbereid en geregisseerd moest zijn.  

Natuurlijk kwam de tv niet alleen in de VS op en heeft dit medium ook in andere landen grote invloed gekregen. Door de nieuwe status van de VS als supermacht hielp de tv echter wel om de Amerikaanse presidentsverkiezingen te laten groeien tot het enorme evenement dat het tegenwoordig is. Dit houdt in dat het niet enkel in de VS enorm veel aandacht genereert, maar dat media van over de hele wereld massaal uitpakken tijdens de Amerikaanse presidentsverkiezingen.

In Nederland bijvoorbeeld worden er tegenwoordig tientallen columns, liveblogs en nieuwsartikelen aan deze politieke strijd gewijd. Alhoewel er in andere landen niet gestemd kan worden, heeft de manier van berichtgeving in andere landen wel invloed op hoe er in die landen naar kandidaten gekeken wordt. Een onderzoek uit 2012 wees bijvoorbeeld uit dat Nederlanders over het algemeen positief tegenover Barack Obama stonden, omdat ook de meeste media positiever over hem berichtte dan over zijn rivalen tijdens de verkiezingen. 

Dit laat zien dat de media van over de hele wereld de verkiezingen én de perceptie van de kandidaten kan beïnvloeden.

De verkiezingen van 2000

De invloed van peilingen en media tijdens de verkiezingen werd goed zichtbaar tijdens één van de meest controversiële mediamomenten bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen. De verkiezingen van 2000 gingen tussen de Republikein George W. Bush en de Democraat Al Gore. Het was een nek-aan-nek race tussen beide kandidaten, nog nooit was het verschil zo klein. Dat bleek ook bij de uitslag. Gore won de meeste stemmen, maar Bush haalde het presidentschap binnen omdat hij meer kiesmannen had. 

De traditie van kiesmannen gaat al een paar eeuwen terug en houdt in dat niet het totaal aantal stemmen, maar het totaal aantal kiesmannen van doorslaggevend belang is.

Uiteindelijk bleek de staat Florida cruciaal te zijn. Op de avond van de verkiezingen waren alleen de stemmen in die staat nog niet volledig geteld. Beide kandidaten zaten extreem dicht bij elkaar en de kiesmannen van Florida zouden de doorslag geven. Verschillende media maakten op de late avond van 8 november bekend dat Al Gore de meeste stemmen in Florida had gekregen.

Invloed van televisie op presidentsverkiezingen Al Gore George Bush 2000

Voor ongeveer twee uur waande Gore zich de nieuwe president, totdat ineens bleek dat Bush tóch meer stemmen had. De media waren er als de kippen bij om Bush tot president uit te roepen, wat een dag later op de voorpagina’s van vrijwel alle grote kranten in het land te lezen was. Ook nu bleek echter dat de media er te vroeg bij waren, toen Florida duidelijk maakte dat de stemmen nog helemaal niet allemaal geteld waren. Uiteindelijk bleek Bush tóch gewonnen te hebben, met een verschil van slechts 532 stemmen. 

Deze verkiezingsuitslag is dus een mooi voorbeeld van de complexiteit van de verkiezingen en in hoeverre de media dat nog ingewikkelder hebben gemaakt. Niet het totaal aantal stemmen, maar het aantal kiesmannen is cruciaal voor de winst. Media, naarstig op zoek naar de eerste scoops, zijn geneigd snel conclusies te trekken, maar lopen daarbij het risico voor hun beurt te praten.

Er zijn dan ook behoorlijk wat Amerikanen die dit systeem het liefst zien veranderen, maar voorlopig lijkt daar nog geen sprake van te zijn. Doordat het systeem met de kiesmannen al sinds de eerste Amerikaanse presidentsverkiezingen wordt gebruikt, lijkt het verankerd te zijn in het Amerikaanse systeem.

Worden de verkiezingen gemener?

Vooral de afgelopen jaren lijkt het ook alsof de verkiezingen steeds meer op de man gespeeld worden. Bij de vele tv-debatten, maar ook via nieuwe media zoals Twitter en Facebook kunnen presidentskandidaten flink tegen elkaar tekeer gaan.

Dit soort berichten zijn echter geen fenomeen van de laatste tijd. Al sinds de eerste verkiezingen kan het er hard aan toegaan bij debatten en discussies. In 1800 bijvoorbeeld al verwezen de kandidaten Alexander Hamilton en John Adams in niet mis te verstane woorden naar elkaar. Hamilton noemde Adams bijvoorbeeld een egoïst met een kort lontje. Adams verwees op zijn beurt naar Hamilton als een ‘bastard’.

Ook toen kon de media hier al een schepje bovenop doen, zoals te lezen is in kranten uit de tijd dat Thomas Jefferson kandidaat was voor het Witte Huis. Er waren kranten die stelden dat een presidentschap van Jefferson, Amerika zou transformeren in een land vol met geweld, moord en verkrachtingen. Het feit dat Jefferson toch echt had meegeschreven aan de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring maakte de pers blijkbaar weinig uit.

De boodschap zelf is dus niet per se aan verandering onderhevig geweest. Duidelijk is wel dat de opkomst van tv en andere nieuwe media, de manier waarop de boodschap wordt overgebracht heeft veranderd. Via Twitter worden verwensingen immers binnen luttele secondes over de gehele wereld verspreid. 

Het draagt allemaal bij aan de alsmaar toenemende belangstelling voor de verkiezingen in Amerika. Ook de aankomende verkiezingen beloven daarom wederom een enorm spektakel te worden.

Wil je meer lezen over de geschiedenis van de Amerikaanse presidentsverkiezingen? Klik dan hier!

Bronnen

  • Hajo Boomgaarden, Rens Vliegenthart en Claes de Vreese, ‘’A Worldwide Presidential Election: The Impact of the Media on Candidates and Campaign Evaluation’’ International Journal of Public Opinion Research 24 (2012) 1, pp. 42-61.
  • Michael Kazin, Rebecca Edwards en Adam Rothman, The Princeton Encyclopedia of American Political History (Princeton, 2009) 359-361.
  • Richard Craig, Polls, Expectations and Elections: TV News Making in US Presidential Campaigns (Lexington, 2014) p. 17-20 & 70-95.
  • New York Times. George H. Gallup is dead at 82: Pioneer in Public Opinion Polling (Oorspronkelijk gepubliceerd op 28 juli 1984. Geschreven door Eric Pace)
  • New York Times. The 2000 Elections: The Network Predictions; Media Rethink an Urge to Say Who's First. (Oorspronkelijk gepubliceerd op 9 november 2000. Geschreven door Peter Marks en Bill Carter)

Afbeeldingen

Ook interessant: 

Rubrieken: 

Ideologieën: 

Landen: 

Tijdperken: 

Onderwerpen: 

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.