De eerste Amerikaanse Presidentsverkiezingen
De Amerikaanse presidentsverkiezingen zijn tegenwoordig enorme politieke evenementen. Dit is echter niet altijd zo geweest. Bij de allereerste verkiezingen, eind 18e eeuw, waren er natuurlijk nog geen grote tv-debatten als nu. Maar ook het kiezen van de kandidaten en van de president zelf ging toen nog heel anders. Hoe zag de eerste verkiezing er precies uit?
Een verkiezing in twee kalenderjaren
De eerste presidentsverkiezingen van Amerika werden gehouden in 1788 en 1789. Het waren de enige verkiezingen in de Amerikaanse geschiedenis die in twee kalenderjaren gehouden werden. Het systeem van toen was compleet anders dan het systeem van nu. De eerste presidentsverkiezingen vonden dan ook plaats in een periode van grote veranderingen in de Amerikaanse politiek. Het land bestond nog maar net 12 jaar en men moest nog volledig uitvinden hoe de politieke toekomst er uit moest zien. Één van die nieuwe ideeën was het aanstellen van een president, die de nieuwe leider van het land moest worden. Hoe zag dit proces van veranderingen in aanloop naar de eerste verkiezingen er precies uit?
Klaar met de confederatie
Na een bloedige onafhankelijkheidsoorlog met de Britse overheersers, verklaarden de Verenigde Staten zich in 1776 onafhankelijk. De eerste 11 jaar daarna werkte de staten samen in een losse confederatie. Dit hield in dat alle staten onafhankelijk van elkaar waren, maar wel op bepaalde manieren samenwerken. De staten, 13 op dat moment, hadden dus veel individuele macht. Enkel het Congres, waar elke staat één stem in had, was een overkoepelend politiek instrument. Het Congres had echter weinig invloed en macht. Zo was er bijvoorbeeld geen nationaal belastingsysteem en hanteerde bijna elke staat zijn eigen munt. Alleen als het ging om buitenlandse zaken, zoals oorlog, had het Congres iets van invloed.
‘No taxation without representation’, was de bekende slogan van die Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog. De oorlog tegen de Britten was gevoerd om Amerika te bevrijden van het ‘tirannieke’ Britse gezag. Een confederatie, met de macht zo dicht mogelijk bij huis in de eigen staat, was in die eerste jaren dus ook geen onlogisch besluit. Na enkele jaren werd de roep om meer centraal gezag echter steeds groter. Handelaren hadden bijvoorbeeld moeite met de 13 verschillende invoertarieven waar ze mee te maken kregen.
De conferentie van Philadelphia
De roep om verandering werd luider en luider. In 1787 besloten afgevaardigden uit alle staten daarom samen te komen in Philadelphia. Het doel was om de grondwet en structuur van de nog jonge Amerikaanse Staat te veranderen. Er was alleen weinig eensgezindheid over wat die veranderingen precies moesten inhouden. Verschillende afgevaardigden wilden bijvoorbeeld alleen een paar kleine wijzigingen, terwijl anderen juist een heel nieuw staatkundig systeem wilden. Die laatste groep kreeg uiteindelijk de overhand. Er werd een nieuwe grondwet opgesteld, met meer macht voor een nieuwe federale regering.
De staten zouden daarmee hun onafhankelijkheid verliezen, maar bleven wel veel rechten behouden onder een federale regering. Daarnaast moest er ook een Hoger- en een Lagerhuis komen, waar alle Staten in vertegenwoordigd waren. Het succes voor de voorstanders van een nieuw systeem kwam mede doordat hun tegenstanders slecht voorbereid waren. De tegenstanders van een heel nieuw systeem wilde enkel aanpassingen aan het bestaande systeem. Ze hadden alleen weinig voorbeelden van hoe hun aanpassingen moesten werken. De nieuwe grondwet werd daarna met veel moeite door het merendeel van de Staten afzonderlijk goedgekeurd.
Één van de nieuwe plannen was dat de nieuwe regering voorgezeten moest worden door een leider. In de eerste jaren van de Amerikaanse onafhankelijkheid was er wel een president van het Congres geweest, maar deze persoon had maar weinig macht. De president van het Congres had vrijwel alleen maar administratieve taken en leek daardoor in de verste verte niet op de rol van de huidige president.
Democratie, of toch niet?
Er moest dus een nieuwe sterke man komen. Deze persoon moest de staten bij elkaar houden en de veranderingen van de nieuwe grondwet goed uitvoeren. Zo werd de functie van de president van de Verenigde Staten van Amerika geboren. In tegenstelling tot nu was het kiezen van deze president op dat moment nog nauwelijks een democratische aangelegenheid. Democratie was sowieso nog niet echt populair onder de Amerikaanse elite. Het feit dat in Amerika alle volwassen, blanke mannen stemrecht hadden op dat moment, werd door velen als een noodzakelijk kwaad gezien. Sommige Amerikaanse machthebbers wilden dan ook alleen een nationale regering en president om de democratisch gekozen instanties, zoals het Lagerhuis, met veto’s aan banden te kunnen leggen. Zo ver kwam het niet, maar het gaf wel aan hoe er in die tijd over de democratie gedacht werd.
De traditie van kiesmannen
Het was dus in ieder geval duidelijk dat er een president moest komen, als nieuwe leider van het land. Het was echter niet de bevolking, maar een college van kiesmannen, het electoral college, dat de president zou verkiezen. Dit kiescollege was ook een van de resultaten van de conferentie in Philadelphia
Dat college van kiesmannen was het resultaat van een compromis dat gesloten werd tussen de aanwezigen in Philadelphia. Er waren namelijk veel tegenstellingen tussen de belangen van de verschillende staten. Ook was niet iedereen het erover eens of de nieuwe president door het volk, of door de staten gekozen moest worden. Met dit compromis trachtte men die verschillen te overbruggen.
Dit was zo belangrijk omdat de verschillen tussen de staten daadwerkelijk groot waren. Staten met een kleine bevolking vreesden ondergesneeuwd te raken door de staten waar wel veel mensen woonden, maar ook de kwestie van slavernij zorgde toen al voor conflict. Er was bijvoorbeeld onenigheid over de belastingheffing met betrekking tot slaven. Moest de slavenbevolking meegerekend worden bij deze heffingen? Dit zorgde voor spanning tussen staten waar veel slaven woonden en staten met een kleine slavenpopulatie. Zowel kleine staten als de zogeheten slaven-staten waren bang dat een directe verkiezing van de president hun staatsrechten zou ondermijnen. De grotere staten, die minder slaven en dus ook meer vrije inwoners met stemrecht hadden, hadden door hun grootte namelijk een groter aandeel bij een directe verkiezing.
Het kiescollege als gulden middenweg
Daarnaast vond men het kiescollege ook een praktische oplossing. De VS was in die tijd al extreem groot. Communicatie ging dan ook erg langzaam. Volgens sommigen was het Amerikaanse volk daarom simpelweg niet in staat om zelf een goede keuze te maken. Het ging dus niet zozeer om het recht van de Amerikanen om hun president te kiezen, maar om hun vermogen om dat goed te kunnen doen. Een kiescollege, waarbij per staat enkele afgevaardigden een stem zouden uitbrengen, werd zodoende als een goed compromis gezien. De staten behielden hun invloed en doordat de burgers van de meeste staten de kiesmannen wél direct mochten kiezen, bleef een democratisch element behouden. Het college van kiesmannen was dus echt een compromis om iedereen tevreden te houden. Dat blijkt ook wel uit het feit dat deze oplossing pas na 3 maanden onderhandelen voor het eerst op tafel kwam. Vrijwel niemand had bij het begin van de conferentie in Philadelphia aan een systeem met kiesmannen gedacht.
De Amerikaanse burger mocht bij die eerste presidentsverkiezingen dus nog niet direct zijn stem uitbrengen. Het systeem met de kiesmannen zou in de decennia daarna nog meerdere keren van structuur veranderen. Tegenwoordig heeft elke staat nog steeds een aantal kiesmannen, gebaseerd op de grootte van de bevolking van die staat. In tegenstelling tot vroeger zijn de kiesmannen van nu niet onafhankelijk. In plaats daarvan worden de kiesmannen geacht om op de kandidaat te stemmen die de meeste stemmen heeft ontvangen in zijn haar of staat. Zodoende is het systeem wel iets directer geworden, maar officieel wordt de Amerikaanse president dus nog altijd indirect gekozen. De veranderingen aan het kiescollege werden ingegeven door de opkomst van politieke partijen in de 19e eeuw.
George Washington – de redder in nood
Vanaf het begin van de conferentie van Philadelphia werd George Washington genoemd als een mogelijke leider voor de nieuwe nationale regering. Washington was een belangrijke leider tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog geweest en had daardoor veel aanzien.
Washington zelf stond echter niet te springen om deze taak op zich te nemen. Na zijn militaire carrière genoot hij van zijn pensioen op zijn grote plantage in Mount Vernon. Hij was daarnaast ook bang dat een mogelijk presidentschap zijn reputatie zou aantasten. Er was immers nog nooit een Amerikaanse president geweest, dus Washington zou alles zelf moeten uitvinden. Hij vreesde dat als dit fout zou gaan, mensen wellicht zijn militaire prestaties zouden vergeten.
Door zijn liefde voor Amerika ging hij uiteindelijk toch overstag. Washington zag in dat hij als geen ander de eenheid kon bewaren. Daarnaast gingen er ook geruchten dat hij zijn leven in Mount Vernon ook eigenlijk best wel saai vond. Thuis was zijn voornaamste zorg het vee van zijn buren dat soms het gras op zijn eigen erf opat. Washington miste wellicht de spanning en sensatie uit de tijd van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog.
Washington stelde zich zodoende toch kandiaat, overigens nog zonder ‘Running Mate’, zoals dat tegenwoordig wel gebeurd. Ook enkele andere politici besloten zich kandidaat te stellen. Dat was wel een verrassing, omdat veel mensen dachten dat niemand het tegen Washington durfde op te nemen. Er was in die tijd nog geen partijstelsel, maar er was wel een verschil tussen voor- en tegenstanders van de grondwet. Washington kreeg door zijn staat van dienst een ruime meerderheid van de stemmen van het kiescollege. Op die manier werd George Washington in het voorjaar van 1788 de eerste president van de Verenigde Staten van Amerika.
George Washington kreeg hierna de zware taak om de nieuw opgestelde grondwet goed tot uitvoer te brengen.
Wil je meer lezen over de geschiedenis van de Amerikaanse presidentsverkiezingen? Klik dan hier!
Bronnen
Alexander, Robert, Representation and the Electoral College, (Oxford, 2019) p. 3-10
Current, Richard, T. Harry Williams en Frank Freidel, American History: A Survey, (New York, 1965) p. 121 - 130.
Ferling, John, A Leap in the Dark: The Struggle to Create the American Republic (Oxford, 2003) p. 290-310.
afbeeldingen
George Washington werd in 1788 verkozen tot de eerste president van de Verenigde Staten. Via Wikimedia Commons [Public Domain]
Tijdens de conferentie van Philadelphia werd de huidige Amerikaanse grondwet geschreven. Via Wikimedia Commons [Public Domain]