Voedsel conserveren: van ijsklomp tot koelkast
De koelkast is inmiddels niet meer weg te denken uit onze keuken. Wie zijn of haar voedselvoorraad voor langere tijd goed wil houden, kan bijna niet om dit apparaat heen. Toch is het in feite een enorme luxe dat wij nu over een dergelijke machine beschikken. Tijdens het grootste deel van de geschiedenis vormde het bewaren van eten namelijk een lastige uitdaging, waarvoor steeds inventievere oplossingen werden bedacht.
Drogen in de prehistorie
Tijdens de prehistorie waren de mensen als jager-verzamelaars voortdurend in beweging. Deze nomadische levensstijl maakte het opslaan van grote hoeveelheden voedsel lastig. Daarom aten de eerste mensen hun vondsten vaak zo snel mogelijk op. Om toch nog over een mondvoorraad te beschikken, droogden ze hun vlees en bessen in de zon of boven het kampvuur. Zonder vocht kunnen micro-organismen nauwelijks groeien, waardoor het voedsel minder snel bederft.
Oogsten opslaan
Na de agrarische revolutie werd de landbouw de belangrijkste voedselvoorziening. Hierbij was het noodzakelijk om de oogsten voor langere tijd goed te houden. Voor boeren zou drogen en roken eeuwenlang de voornaamste manier blijven om hun voedsel te conserveren. Vanaf de middeleeuwen voegde men ook ingrediënten aan producten toe om ze langer houdbaar te maken. Zo werden bijvoorbeeld groentes met azijn ingelegd. Daarnaast ontdekte men dat pekelen en confituren ook vocht aan voedsel onttrok, waardoor het langer houdbaar bleef.
IJskelders voor de elite
Voor de rijken was er nog een andere optie, namelijk het koelen van voedsel. Al sinds 1.000 v.Chr. pasten de Chinezen deze techniek toe, die eeuwen later ook zijn weg naar het Midden-Oosten en Europa vond. In middeleeuws Europa lieten edellieden een ijskelder in hun kasteel aanleggen. Hier werd in de winter de voedselvoorraad naast grote ijsblokken geplaatst. Het koelen van eten was echter een dure aangelegenheid, die alleen de bovenlaag van de samenleving zich kon veroorloven.
Conservenblik dankzij prijsvraag
In de negentiende eeuw deed de wecktechniek haar intrede. Napoleon Bonaparte schreef namelijk in 1800 een prijsvraag uit voor een manier om zijn troepen van voedsel te kunnen voorzien. Negen jaar later won de suikerbakker Nicolas Appert de beloning. Hij bedacht een techniek waarin voedsel in glazen potten werd gekookt, die vervolgens luchtdicht werden geconserveerd. Dit vormde de opstap naar het conservenblik, waarmee ingeblikt voedsel een feit was.
Eerste koelinstallatie
De wecktechniek bood echter nog geen oplossing voor wie verse producten wilde conserveren. In 1869 kwam hier verandering in, toen de Franse Charles Tellier de eerste koelinstallatie ontwikkelde. Tellier bouwde een koelmachine genaamd ‘Le Frigorifique’ in de laadruimte van een schip. De stukken vlees die hij erin stopte waren na een reis van 84 dagen nog steeds geschikt voor consumptie.
Koelkast rukt op
Het zou nog even duren voordat de koelkasten een commercieel succes werden. eind negentiende eeuw brak de uitvinding door in de Verenigde Staten, waarna hij in de eerste helft van de twintigste eeuw de westerse wereld veroverde. Nu is de koelkast niet meer weg te denken uit onze huishoudens. Ook voor de horeca zijn koelinstallaties van fundamenteel belang. Zonder de barkoeling zouden we op een hete zomerdag niet van ijskoude drankjes kunnen genieten. Achter de schermen zijn de koelinstallaties daarom minstens zo onmisbaar als bijvoorbeeld het fornuis of de rvs werktafel in het totstandbrenging van ons gastronomisch genot.
Bronnen:
Afbeeldingen:
- Foto: Gunnar Hafdal from Århus, Denmark [CC BY 2.0], via Wikimedia Commons
- Foto: Guilhem Vellut from Paris, France [CC BY 2.0], via Wikimedia Commons