Home » Reportage
Maarten Prak, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht.

Wat betekende de moord op Johan de Witt?

Johan de Witt was tijdens het Eerste Stadhouderloze Tijdperk (1650-1672) raadpensionaris van het gewest Holland. Dit maakte hem de belangrijkste politicus van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Hij werd, samen met zijn broer Cornelis, op 20 augustus 1672 door orangisten (aanhangers van het Huis Oranje) vermoord en op gruwelijke wijze verminkt. De moord geldt nog steeds als een van de belangrijkste politieke gebeurtenissen in de Nederlandse geschiedenis. 

De moord luidde definitief het einde van het Eerste Stadhouderloze Tijdperk in. Willem III, Prins van Oranje, inmiddels tot stadhouder benoemt, greep samen met de orangistische factie de macht. Johan de Witt was al een lange tijd een doorn in het oog van de orangisten. Hij had namelijk in de Vrede van Westminster de geheime clausule “de Akte van Seclusie” geplaatst. Deze clausule hield in dat er nooit een afstammeling van Willem II tot stadhouder zou worden benoemd. Dit was een eis van de Engelsen, omdat zij vreesden dat Willem III, destijds vier jaar oud, uit zou groeien tot een sterk leider, die een gevaar zou kunnen zijn voor Engeland. Door deze akte werden de orangisten politiek lamgelegd, omdat ze geen nieuwe oorlog met Engeland wilden riskeren door het verdrag te breken. Dit was natuurlijk erg voordelig voor de staatsgezinde regenten en de gebroeders de Witt, die nu comfortabel in hun zetel van macht konden blijven zitten. Het doorvoeren van de akte veroorzaakte grote maatschappelijke onrust tussen de orangisten en de staatsgezinden.

In de val gelokt

Op de dag van de moord bezocht Johan de Witt zijn broer Cornelis in zijn cel in de Gevangenpoort, op verzoek van het dienstmeisje van zijn cipier. Hier zat hij, omdat hij was veroordeeld voor het beramen van een moordcomplot tegen Willem III. Dit bleek een val te zijn. Toen Johan de gevangenis weer wilde verlaten, werd hij opgewacht door een woedende menigte. Het cavalerieregiment dat de Gevangenenpoort moest beschermen trok zich terug. Hierna werd de gevangenis omsingeld door orangistische schutterijen (burgermilities).

Een brute lynchpartij

Toen ze eenmaal vrij spel hadden, drongen de woedende schutters de Gevangenpoort binnen en sleurden de gebroeders de Witt naar buiten. Cornelis stierf net buiten de poort door vele slagen van geweerkolven en messteken. Johan werd met een piek in zijn gezicht gestoken en door zijn hoofd geschoten. De uitzinnige menigte was hierna echter nog niet klaar met de gebroeders. Hun lijken werden uitgekleed, gevild, opengesneden en daarna opgehangen aan een wipgalg, waarop ‘normaal gesproken’ veroordeelde misdadigers werden geëxecuteerd. Daarop sneden de schutters de tenen, vingers, oren, neuzen, lippen, tongen en geslachtsdelen van de lijken af. In het Haags Historisch Museum zijn een tong, die vermoedelijk van Johan was, en een vinger, vermoedelijk van Cornelis, nog altijd te bezichtigen.

Maar wat was de aanleiding voor deze brute moord? Hoe kon dit gebeuren in het ‘beschaafde’ welvarende Nederland. En hoe kwam het dat, na de moord, de grote groei van de gouden eeuw stopte? Maarten Prak, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht, vertelt meer over de achtergrond, aanleiding en de gevolgen van deze slachtpartij.

Leestip:

Het Gelijk van de Gouden Eeuw – Recht, onrecht en reputatie in de vroegmoderne Nederlanden
Redactie: Judith Pollmann , Hans Cools en Michiel van Groesen
Uitgeverij: Verloren
ISBN: 9789087044534
Winkelprijs: €17,–

BESTEL NU!

Ook interessant: 

Partners: 

Landen: 

Personen: 

Tijdperken: 

Onderwerpen: 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!