Juliaanse kalender
Van oudsher heeft de mens de behoefte gehad om een systeem te vinden in de wisseling van de jaargetijden. Met name na de opkomst van de landbouw was het essentieel om te weten in welke periode van het jaar men leefde, zodat men wist wanneer men moest zaaien en oogsten. In de loop der tijd hebben verschillende beschavingen daarom hun eigen kalenders en jaartellingen opgesteld. De Juliaanse kalender van de Romeinen was de directe voorloper van onze huidige Gregoriaanse kalender.
Het begin van de Romeinse kalender werd vastgelegd op het jaar waarin Rome gesticht was, 753 voor Christus. Het jaar dat daarop volgde kreeg de naam 1 Ab Urbe Condita (AUC), oftewel 1 jaar ‘Vanaf de Stichting van de Stad’. Verder was de kalender van de Romeinen grotendeels gebaseerd op de jaarindeling van de Egyptenaren. Aanvankelijk begon het Romeinse kalenderjaar in martius (maart) en eindigde het in februarius (februari), maar vanaf ongeveer 450 voor Christus stapte men over op januari als het begin van het jaar. De oude telling is overigens nog steeds merkbaar aan de namen van onder andere september (‘septem’ betekent zeven) en oktober (‘octo’ is acht).
Dertiende maand en schrikkeldag
Omdat de kalender gebaseerd was op de maancyclus liepen de Romeinen ieder jaar tien dagen achter op de zonnewending. Dit probeerden zij te compenseren door regelmatig een dertiende maand in te voeren, maar vaak werd dit vergeten. Rond 50 voor Christus liep de Romeinse kalender daarom al ruim drie maanden achter op de zonnewending. In het jaar AUC 708 (46 voor Christus) besloot Julius Caesar in zijn hoedanigheid als Pontifex Maximus daar een einde aan te maken. Hij besloot dat iedere maand, met uitzondering van de februari, 30 of 31 dagen zou krijgen. Daarnaast kwam er om de vier jaar één schrikkeldag, zodat de Romeinse kalender voortaan precies gelijk zou lopen met de zonnewending. Ter ere van deze aanpassing werd de zevende maand, Quintilis, vernoemd naar Caesar (Iulius). In latere jaren werd deze Juliaanse kalender nog op enkele kleine punten aangepast door keizer Augustus, die tevens besloot een maand voor zichzelf toe te eigenen.
Juliaanse kalender in de middeleeuwen
Ondanks de val van het West-Romeinse Rijk in de 5e eeuw na Christus bleef de Juliaanse kalender nog lang in gebruik in Europa. De katholieke kerk, die al haar feestdagen had gebaseerd op de Romeinse verdeling van het jaar, bleef de telling namelijk gewoon hanteren. Alleen het beginpunt van de Romeinse jaartelling, de stichting van Rome, werd vervangen door het geboortejaar van Jezus Christus. Pas in 1582 werd de Juliaanse kalender in West-Europa uiteindelijk vervangen door de Gregoriaanse. Rusland bleef de ‘oude stijl’ nog hanteren tot de Oktoberrevolutie van 1917. Vandaag de dag wordt de Juliaanse kalender alleen nog gebruik in sommige oosters-orthodoxe kerken.