Wijngod van Rome Bacchus alcohol vroeger

Alcohol in het oude Rome

Alcohol is onmiskenbaar een groot deel van de westerse cultuur en vaak ook daarbuiten. Oude culturen zoals het oude Griekenland, de Romeinen en de Chinezen hebben een lange geschiedenis met alcohol. Hoe was hun relatie met deze verleidelijke, maar soms bedrieglijke drank? Dit keer: de Romeinen.

In het oude Rome stond wijn met stip op nummer een. Cider en andere gefermenteerde dranken kwamen op de tweede en derde plaats. Wijn werd gezien als een ‘beschaafde’ drank, terwijl dranken met gefermenteerde granen (dus bier) als niet-Romeins werden gezien en zelfs als barbaars beschouwd konden worden.

Romeins bier

Ondanks deze weerzin tegen bier brouwden de Romeinen al vrij vroeg bier. Dat werd gemaakt van rogge en was heel goedkoop. Het bier was vooral bestemd voor het gewone volk. De Romeinse historicus Tacitus (ca. 56-117) schreef kort na Christus over de Germanen en zei: ‘De Germanen hebben een vreselijk brouwsel gemaakt van gerst of tarwe, een brouwsel dat slechts in de verte lijkt op wijn.’ Later zou keizer Julianus (331-363) een gedicht schrijven waarin hij beweerde dat wijn naar nectar rook, terwijl bier naar geiten zou ruiken.

De Romeinen waren in sommige gevallen dus niet dol op bier, maar wijn was ook niet altijd eerste keus en kwam pas later in zwang. De vroegste sporen van Italiaanse wijn komen uit een Siciliaanse grot, waar onderzoekers in vijf koperen voorraadpotten sporen van zesduizend jaar oude wijn vonden (rond 4000 voor Christus). In de potten zaten wijnsteenzuur en het zout daarvan. Deze stoffen ontwikkelen zich tijdens de fermentatie van druiven en dat duidt er volgens de onderzoekers op dat in deze potten wijn werd gemaakt. Een mogelijkheid is dat de potten bedoeld waren als offer voor de Romeinse Goden, omdat de grot ook lange tijd gebruikt werd voor religieuze praktijken.

Opkomst wijn in Rome

De positie van wijn veranderde in de Romeinse Republiek (509-31 voor Christus): waar het gewone volk vaak (maar ook niet altijd) bier dronk, dronk de elite wijn. Later ging het volk ook steeds meer over op het drinken van wijn in plaats van bier. Voor wijn gedronken kon worden, werd er vaak fruit, kruiden of specerijen aan de drank toegevoegd, zodat de wijn langer bewaard kon worden. Een andere variatie op wijn was de zurige edik, dat de Romeinse soldaten vaak dronken. Dit komt ook voor in het Nieuwe Testament, als Jezus aan het kruis hangt. De edik was gemaakt op basis van wijn en bevatte verder azijn, water en kruiden. Het werd gezien als een verfrissende drank, die energie gaf.

Medicinale doeleinden

Naast het vele gebruik voor amusement werd wijn ook gebruikt voor medicinale doeleinden. Natuurkundige Galenus gebruikte wijn om de wonden van gladiators te desinfecteren en hij en Cornelius Celsus bevolen wijn aan als effectieve pijnbestrijder. Oude wijnen werden zelfs aanbevolen om in slaap te vallen en tegelijkertijd zou dit de bloedsomloop en het spijsverteringssysteem bevorderen. Er werd zelfs wijn aan vee gegeven, als medicijn tegen runderziekten.

Consul Optimus

Wijn werd bijna altijd gemengd met water: als iemand ongemengde wijn dronk, was hij lomp en was de beschaving ver te zoeken, evenals bij het drinken van bier. Wijn kon twintig jaar worden bewaard, daarna moest de wijn worden weggegooid. Er is één voorbeeld van een lang gerijpte wijn, de Consul Optimus. Volgens Plinius was deze wijn 200 jaar oud. De wijn kon echter niet op zichzelf gedronken worden en moest worden gemengd met jongere wijn om de smaak te verbeteren.

Weerstand tegen Bacchanalen

De Romeinen hadden hun eigen god voor de wijn, Bacchus, en tijdens het aanbidden van deze god vloeide de wijn rijkelijk. Het vele drinken dat met deze ceremonies (ook wel Bacchanalen genoemd) gepaard ging, baarde veel Romeinen zorgen. De traditionele Romeinse idealen waren beheersing, zelfdiscipline en soberheid en de vrees bestond dat rijkdom en decadentie deze idealen zouden vervangen. Ook dronken vrouwen alcohol bij deze rituelen en dat konden sommige conservatieve Romeinen niet waarderen. Deze bezwaren leidden ertoe dat de Senaat de Bacchanalen, de term die wij nu nog steeds gebruiken om een eet- of drinkfestijn aan te duiden, in 186 voor Christus de kop indrukte. Het Romeinse Rijk greep in door de groei en productie van wijnstokken te beperken.

Ontberen doet waarderen

Doordat alcohol minder beschikbaar was, groeide de vraag naar alcoholische drank. Na een tijdje werd alcoholische drank steeds gewoner en werd het een standaarddrank voor iedereen: slaven, boeren, mannen, vrouwen en de elite. Cato, Romeins politicus en schrijver, behandelde in zijn manuscript De Agricultura (160 voor Christus) onder andere de landbouwcultuur in Rome en stelde dat de teelt van druiven en olijven floreerde, wat suggereert dat de wijnbouw langzaam maar zeker heel belangrijk aan het worden was in de agrarische economie van Rome.

Rome kreeg echte wijncultuur

In de eerste twee eeuwen voor Christus werd wijn nog geëxporteerd naar provincies buiten Rome, zoals Gallië en Iberië. De vraag naar wijn werd steeds groter, tot het winstgevender was de wijn in eigen land te verkopen. De consumptie van drank nam toe en dit stuitte wederom op weerstand. Plinius de Oudere (23 of 24– 79 na Christus) vond het drinken van wijn waanzin en was van mening dat er slecht gedrag uit voortkwam, dat tot misdaad kon leiden. Ondanks zijn bezwaren moest de wijn uiteindelijk zelfs vanuit Iberië en Gallië worden geïmporteerd, waardoor in deze gebieden veel land werd onteigend om ruimte te maken voor wijngaarden. De ontheemde bevolking van het platteland werd gedwongen naar Italië te emigreren, en in de eerste eeuw voor Christus telde het flink toegenomen inwoneraantal van Rome ongeveer een miljoen inwoners.

Romeinse wijnbouw in het buitenland

De wijnbouw beperkte zich niet tot Italië. Op meerdere plaatsen in Europa, vooral in het huidige Frankrijk, verbouwden Keltische stammen al wijnranken. Voor de Romeinse veroveringen was vooral de stam Allobrogen actief in de wijnbouw. Toen de Romeinen het gebied veroverden, wisten ze de Gallische wijn grotendeels uit de markt te verdringen. De Allobrogen waren echter kundig in de wijnbouw en de wijnbouw van beide partijen raakte met elkaar vermengd. In het gebied van de Allobrogen groeide de wijnbouw dus.

De wijnbouw moest uitgebreid worden, dus namen de Allobrogen de wijnstokken mee naar noordelijkere landen, maar het koudere klimaat daar was niet geschikt voor de wijnstok. De Romeinen en Allobrogen moesten de wijnplant dus bestendiger maken tegen de meer noordelijke gebieden en het is aannemelijk dat ze hierbij al een soort selectie toepasten. Uiteindelijk kon de wijnbouw zich op deze manier verspreiden naar gebieden die we nu nog met wijnbouw associëren, zoals de oevers van de Moezel. Later kreeg de Balkan ook een prominentere rol in de wijnbouw. Veel Romeinse veteranen kregen een stukje land om te bewerken en dit had een positief effect op de wijnbouw in de Balkan. Waarschijnlijk hebben de Romeinen ook geprobeerd de wijnstok in Engeland te planten, maar de wijnbouw heeft daar nooit echt gefloreerd.
 bewijs van Romeinse Wijnbouw

Veranderende cultuur

De drinkcultuur in het oude Rome was een veelzijdige cultuur, die door de eeuwen heen steeds veranderde. Een boer uit de archaïsche periode (grof gezien de lange periode voor de Romeinse Republiek) had niet de toegang, middelen of neiging om alcohol te drinken zoals een Romein uit de Republikeinse periode of uit het Romeinse Keizerrijk (na de Romeinse Republiek). Naarmate het oude Rome zich verder ontwikkelde, ontwikkelde de drinkcultuur zich ook, net zoals bij elke andere cultuur.

BRONNEN: 

Ook interessant: 

Beschavingen: 

Landen: 

Tijdperken: 

Geschiedenis magazine 3 van 2024 nu in de winkel

Het derde nummer van 2024 is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Het ‘sterrenkamp’ in Bergen-Belsen

Lees het aankomende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Jan van Schaffelaar

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Lees het eerste jaar Geschiedenis Magazine extra voordelig én kies een welkomstcadeau!