Beroemde bloemen uit Nederland
Nederland staat wereldwijd bekend om de bloemen en bloembollen. Maar sinds wanneer is Nederland zo'n bloemenland? De geschiedenis van de Nederlandse bloem.
Nederlandse bloemencultuur
In de toeristenwinkels vinden de potjes met bloembollen gretig aftrek bij buitenlandse toeristen. De Keukenhof trekt bijna één miljoen bezoekers in de twee maanden dat het park jaarlijks geopend is. De paus bedankt Nederland daarnaast ieder jaar tijdens de paaszegen Urbi et Orbi, voor de aanwezige bloemen op het Sint Pietersplein in Rome. De geschiedenis van de Nederlandse bloemencultuur gaat terug tot de 16e eeuw. Onze bekendste bloem, de tulp, kwam oorspronkelijk niet eens voor in Nederland.
Geschiedenis van de tulp
De Ottomaanse sultans waren dol op bloemen. In het huidige Turkije bloeiden tulpen volop en de paleizen van de sultans werden rijkelijk met deze bloemen versierd. Het woord tulp stamt af van het Latijnse Tulipa, wat ‘bloem die lijkt op een tulband’ betekent. Halverwege de 16e eeuw verkreeg de Oostenrijkse ambassadeur Ogier Ghislainvan de Busbecq een aantal bloembollen van een sultan tijdens zijn bezoek aan het Ottomaanse Rijk. Hij gaf de bollen vervolgens aan Carolus Clusius, één van de eerste Europese botanici. Carolus Clusius werd hoogleraar aan de Universiteit van Leiden en kweekte de tulpen in de kruidentuin van de Universiteit. Daar baarden de bloemen al snel opzien.
Tulpenmanie in de Gouden Eeuw
De bloem was een luxeproduct en handelaren dreven de prijs steeds verder op. Een tulpenbol kostte op zeker moment evenveel als een grachtenpand in Amsterdam. De markt klapte in elkaar omdat veel handelaren tulpen hadden verkocht aan mensen die ze niet konden betalen. De ‘tulpenmanie’ wordt wel de eerste economische zeepbel uit de wereldgeschiedenis genoemd.
Ondanks de crisis krabbelde de tulpenmarkt weer op. De Nederlandse tulp was van de beste kwaliteit en er was met name veel belangstelling uit Engeland. De meeste handel werd gedreven in Haarlem en ten zuiden van deze stad kwam dan ook de Bollenstreek tot ontwikkeling.
Geschiedenis van de bollenexport
Tot de 18e eeuw bleef het kopen van tulpen een voorrecht voor de welgestelden. Nederland kweekte echter steeds meer bloemen, waardoor de prijs daalde en ook de gewone man en vrouw deze konden kopen.
De bloemenexport had wel zwaar te lijden onder de Eerste Wereldoorlog ondanks dat Nederland zelf officieel neutraal was. Zo legde de Engelse regering de export van luxeproducten in 1916 aan banden. Door de oorlog op zee kon Nederland de bloemen ook niet langer verschepen.
De opkomst van het vliegtuig als transportmiddel voor vracht in de 20ste eeuw stimuleerde de export. Doordat de bollen en bloemen nu binnen enkele uren naar de andere kant van de wereld gebracht konden worden werden ook de Verenigde Staten en Rusland belangrijke landen voor de Nederlandse handel.
Veilinghuizen
Jaarlijks exporteert Nederland nu voor ruim 4,5 miljard euro aan bloemen en planten. FloraHolland verzorgt negentig procent van de Nederlandse handel. Het bedrijf is ontstaan uit verschillende fusies. In 1911 werd Bloemenlust, het eerste veilinghuis, opgericht in Aalsmeer en in 1912 kwam daar de Centrale Aalsmeerse Veiling bij. De bedrijven groeiden explosief en in 1968 fuseerden ze onder de naam Bloemenveiling Aalsmeer. Het huidige FloraHolland ontstond door fusies in 2008.
Toekomst van de bloemenhandel
Veel bloemen worden geveild op de bloemenveiling. Iedere dag komen kwekers en handelaren samen op de bloemenveiling. Veilingmeesters bepalen de prijs voor een partij bloemen of planten, waarna de klok een steeds lagere prijs aangeeft. Kopers kunnen op een knop drukken wanneer de klok de prijs aangeeft waarvoor zij de producten willen hebben. Na decennia van grote groei zit de bloemenveilingbranche momenteel in moeilijkheden. Steeds meer kwekers en kopers zoeken direct contact met elkaar waardoor er minder wordt gehandeld via de veilingklok.