Brugse Metten: oorzaak van de Guldensporenslag
De nachtelijke verrassingsaanval van 18 mei 1302 op het Franse Leger in Brugge is de geschiedenis in gegaan als de Brugse Metten. De Bruggelingen doodden hierbij soldaten van het Franse garnizoen in Brugge. De Franse gouverneur in Vlaanderen, Jacques de Châtillon, kon maar ternauwernood ontsnappen. De Brugse Metten bleken uiteindelijk de oorzaak te zijn voor de grote Guldensporenslag op 11 juli 1302.
Aan het begin van de veertiende eeuw waren de Vlaamse steden en de Franse koning in een bitter conflict verwikkeld. De Franse koning Filips IV, beter bekend als Filips de Schone, maakte aanspraak op Vlaanderen dat volgens een eeuwenoud verdrag onder zijn heerschappij viel. Echter, de Vlaamse graaf Gwijde van Dampierre, formeel dus onderdaan van de koning, hield vast aan zijn privileges en regeerde veel onafhankelijker. Dit conflict tussen de graaf en de koning was verweven in een reeks andere conflicten. Frankrijk en Engeland leverden strijd over de heerschappij over gebieden in Frankrijk en Vlaanderen, de rijke Vlaamse kooplieden en de adel wedijverden om de meeste macht en politieke invloed.
In dit broeinest van conflicterende belangen ontstonden in Vlaanderen twee kampen. De Fransgezinde ‘leliaards’, vernoemd naar de Franse Lelie. Dit waren vooral patriciërs. De Vlaamsgezinden werden bekend als Liebaards, vernoemd naar de Vlaamse leeuw. Dat waren vooral Vlaamse rijke kooplieden en stadsbestuurders. Echter, de twee kampen waren niet zó zwart-wit verdeeld als het lijkt. De Lelieaarts hadden veel aanhang onder kooplieden uit de steden, en veel lokale Vlaamse edelen kozen partij voor de Liebaards.
Opstand in Vlaanderen
Aan het einde van de dertiende eeuw waren de Liebaards onder leiding van graaf Gwijde van Dampierre met Engelse steun in opstand gekomen tegen de Franse koning, maar die opstand was neergeslagen. Na zijn overwinning had Filips delen van Vlaanderen als kroondomein geannexeerd en hield hij grote intochten in meerdere Vlaamse steden om zijn macht en heerschappij te laten zien. In Brugge werd edelman Jacques de Châtillon als koningsgezinde gouverneur aangesteld.
De onrust was echter allerminst voorbij en nieuwe belastingmaatregelen die vooral de aanhang van de Liebaards troffen, voedden de al grote ontevredenheid. Door de harde maatregelen die De Châtillon trof, groeide de aanhang van de Liebaards. Ook de gilden kozen steeds vaker partij tégen de koning. In juni 1301 braken er in Brugge nieuwe onlusten uit die de rest van het jaar aanhielden en in de onrust wisten de Liebaards in het voorjaar van 1302 uiteindelijk de stad over te nemen. De Châtillon werd verjaagd. Filips reageerde daarop door een leger richting Vlaanderen te sturen. Het was weer oorlog.
Meer lezen over de Guldensporenslag? In Geschiedenis Magazine 7 van 2024 vertelt Jelle Haemers over deze bloedige slag bij Kortrijk en hoe aanvoerder Pieter De Coninck, een wever uit Brugge, een belangrijke rol had in deze slag.
Brugse Metten
Echter, onder de Franse bezetting waren delen van de Brugse stadsmuren afgebroken. De stad kon zich dus nauwelijks écht verzetten tegen het leger toen dat op 16 mei 1302 de stad naderde. Veel van de opstandelingen ontvluchtten de stad en De Châtillon kon de stad op 17 mei ongehinderd innemen. Het leger dat hij bij zich had, meer dan duizend man, werd ingekwartierd in herbergen.
De Vlamingen lieten dit niet zomaar gebeuren en in de nacht van 17 op 18 mei keerden de verjaagde opstandelingen terug. Terwijl de kerkklokken vroeg in de ochtend de metten sloegen en de wacht op de stadmuren gewisseld werd, trokken de opstandelingen de stad binnen door de gaten in de muren. Onder de strijdkreet ‘schild en vriend’, dat ook als wachtwoord diende omdat het voor de Fransen niet uit te spreken was, verzamelden ze zich en overvielen de Franse troepen. 120 mensen werden in hun slaap vermoord, 85 hogergeplaatste mannen werden gevangen genomen voor losgeld. De Châtillon kregen ze echter niet te pakken, in het krijgsgewoel wist hij te ontkomen.
Titel: | Oorlog om Holland 1000-1375 |
Auteur: | Ronald P. De Graaf |
ISBN: | 9789065508072 |
Uitgever: | Verloren |
Prijs: | €19,- |
Guldensporenslag 11 juli 1302
Eerst werd deze gebeurtenis ‘Goede Vrijdag’ genoemd omdat 18 mei 1302 de vrijdag was voor Pasen. De jaren en eeuwen daarna viel Pasen niet meer tegelijk met deze gebeurtenis en om verwarring te voorkomen, kregen de rellen van 1302 de naam ‘Brugse Metten’. Dit was een analogie op de ‘Siciliaanse Vespers’, een gelijkaardige opstand op Sicilië in 1282. Na de Brugse Metten beval Filips IV de Bruggelingen en hun handlangers te straffen. Hij stuurde een leger, onder leiding van zijn beste krijgsheer Robert van Artois, naar Brugge. Ook de Vlamingen trokken ten strijde en de twee legers ontmoetten elkaar bij Kortrijk. Het Franse leger, met adellijke ridders, werd echter verrassend verslagen in de Guldensporenslag op 11 juli 1302 door de Vlaamse boeren en ambachtslieden. Daarna liet de Franse koning Vlaanderen even met rust.
Afbeeldingen:
- By Unknown sculptor [Public domain], via Wikimedia Commons
Bronnen:
Historiek.net: Guldensporenslag
Wikipedia.org: Brugse Metten
Historicusrob.be: Brugse Metten
Afbeelding:
Wikipedia.org: Brugse Metten