vuurwerkramp

De Enschedese vuurwerkramp

De vuurwerkramp in Enschede vond plaats op 13 mei 2000. Een brand bij vuurwerkfabriek S.E. Fireworks in de woonwijk Roombeek leidde tot een grote ontploffing die het leven kostte aan 23 personen. In totaal ontplofte meer 170 ton vuurwerk, waarmee de Enschedese vuurwerkramp de grootste explosie op het Nederlandse grondgebied sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog was.

De ramp begon rond 15.00 uur ’s middags, met een brandje bij een opslaggebouw op het terrein van S.E. Fireworks. De opgeroepen brandweer was iets minder dan tien minuten later ter plaatse en begon met blussen. Dat leek in eerste instantie succesvol te verlopen. Iets voor half vier gaf de brandweer het sein ‘brand meester’, dat gegeven wordt als een brand nog niet uit is, maar de brandweer de situatie wel onder controle heeft. 

Al snel bleek dat een vergissing. Ongeveer acht minuten nadat de brandweer het sein ‘brand meester’ gaf, bleek dat het vuur over was geslagen en begon er een kettingreactie van ontploffingen. Die kettingreactie eindigde met twee grote ontploffingen, de laatste in de centrale opslagbunker van het vuurwerkbedrijf. Bij die enorme explosie ontplofte zo’n 177 ton vuurwerk in een grote klap. 

De enorme explosie was tientallen kilometers verderop nog te horen en de rookpluim die opsteeg was van nog grotere afstand te zien. De verwoesting in Enschede was enorm. Meer dan veertig hectare van de woonwijk Roombeek werd totaal verwoest en in de wijde omtrek werden ramen uit de sponningen geblazen en vlogen dakpannen van de daken. 

Door de explosie raakten de hulpdiensten het overzicht op de gebeurtenissen volledig kwijt. De alarmcentrale begon naarstig hulpverleners richting Enschede te sturen, sommigen waren echter al op eigen initiatief uitgerukt. Ook brandweerlieden uit Duitsland trokken richting het rampgebied. Er werd gevreesd dat ook een fabriek van bierbrouwer Grolsch, die in het rampgebied stond, zou ontploffen. Volgens de zwartste scenario’s zou daarbij een grote wolk van giftig ammoniak kunnen ontstaan. Maar hoewel er inderdaad brand was bij de fabriek, was er geen ontploffingsgevaar. 

Hoe enorm de ramp was, was in eerste instantie nog onduidelijk. Voor de brandweer en het ambulancepersoneel was het in eerste instantie te gevaarlijk om het rampgebied te betreden, waardoor het niet onmiddellijk mogelijk was de schade en het aantal slachtoffers in kaart te brengen. Volgens een reconstructie die het AD in april 2025 publiceerde, kreeg burgemeester Mans van Enschede uren na de grote explosie nog telefonisch de vraag vanuit media of er inderdaad een ramp gebeurd was. Tegen de avond drong in Nederland langzaam het besef door van wat er gebeurd was, vooral dankzij de beelden van RTV Oost-verslaggever Danny de Vries maakte. Hij was die middag in de wijk en filmde de fatale grote explosie van dichtbij, terwijl hij zelf ternauwernood dekking zocht. 

De ontreddering in Enschede was enorm. In de stad en omgeving stroomden de ziekenhuizen vol met gewonden. Overal in de stad waren mensen op zoek naar bekenden met wie ze het contact verloren waren. 

Slachtoffers vuurwerkramp

Het zoek- en reddingswerk ging de dagen na de ramp onverminderd door. Terwijl dat werk nog in volle gang was, kwam koningin Beatrix al naar het rampgebied. Uiteindelijk werd duidelijk dat er door de vuurwerkramp 23 doden waren gevallen, 950 mensen gewond waren geraakt en 200 huizen volledig waren vernield. Vier van de dodelijke slachtoffers waren brandweerlieden. 

Regelgeving vuurwerkopslag

Naar aanleiding van de vuurwerkramp in Enschede laaide het debat omtrent de regelgeving van vuurwerkverstrekking en -opslag op in Nederland. Hoe kon zoiets gebeuren en hoe was het mogelijk dat een dergelijke fabriek midden in een woonwijk stond? 

In januari 2002 ging het Vuurwerkbesluit van kracht. Dit besluit scherpte de wetgeving rondom vuurwerk aan. De nieuwe voorschriften zorgden ervoor dat bedrijven die vuurwerk verkochten of opsloegen in bezit moesten zijn van brandwerende bunkers en sprinklerinstallaties. Ondanks de maatregelen die de vuurwerkverkoop in Nederland probeerden te reguleren, bleef de illegale aanschaf van zwaar vuurwerk uit bijvoorbeeld België of Duitsland na de ramp in Enschede populair onder Nederlandse consumenten.

Oorzaak en Procedures

De precieze oorzaak van de brand in de vuurwerkfabriek is nooit achterhaald. Alhoewel de rechtbank in Almelo in 2002 een verdachte tot vijftien jaar cel veroordeelde voor brandstichting in aanloop naar de ramp, werd deze persoon het jaar daarop vrijgesproken door het Arnhemse gerechtshof. De twee directeuren van de ontplofte vuurwerkfabriek in Enschede verdwenen wel achter de tralies. Aan hen werd in 2003 een gevangenisstraf van een jaar opgelegd vanwege dood door schuld. 

In oktober 2019 werd door onder andere een van deze directeuren, Rudi Bakker, aangifte gedaan wegens strafbare feiten die voor, tijdens en na de vuurwerkramp zouden zijn begaan door medewerkers van de overheid. Volgens deze aanklacht, die onder meer is ingediend door oud-Europarlementariër Paul van Buitenen en oud-rechercheur Jan Paalman, zou de Nederlandse staat hebben geprobeerd de schuld van de ramp in de schoenen van de Enschedese vuurwerkfabriek te schuiven. Het uiteindelijke doel zou de eigen verantwoordelijkheid voor het drama onder het tapijt te vegen. Omdat er volgens van Buitenen na zijn aanklacht te weinig actie werd ondernomen, lanceerde hij in begin 2020 een website waarop hij onthullingen wilde plaatsen over mogelijke betrokkenen bij de vuurwerkramp. Zo hoopte hij om het openbaar ministerie onder druk te zetten. In 2021 deed Rudi Bakker  opnieuw aangifte naar aanleiding van eerder geheime documenten waarvan hij denkt dat ze sterke aanwijzingen bevatten dat de voormalige eigenaar van het bedrijf, Harm Smallenbroek, de brand aangestoken zou hebben.

Bronnen:

Afbeelding:

  • Eigen foto, vuurwerkramp Enschede: Bartflikweert [CC BY-SA 3.0], via Wikimedia Commons.

Ook interessant: 

Rubrieken: 

Landen: 

Tijdperken: 

Onderwerpen: 

storm in Nederland, schilderij

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 15 mei een abonnement.

In het komende nummer

Het komende nummer van Geschiedenis Magazine verschijnt omstreeks 29 mei. 

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Churchill

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 15 mei een abonnement.

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!