De geschiedenis van Unilever
Unilever maakte in 2020 bekend dat het hoofdkantoor van de multinational verplaatst wordt naar Londen. Daarmee wordt het bedrijf overwegend Brits, terwijl de bakermat van het bedrijf grootendeels in Nederland ligt.
Margarine Unie
Een van de bedrijven die uiteindelijk het concern Unilever werden is de Nederlandse margarineproducent Margarine Unie. Dit bedrijf ontstond in 1927 opgericht door een fusie van vier Nederlandse boter- en margarinebedrijven. De twee grootsten waren de bedrijven Jurgens en Van den Bergh uit Oss. Anton Jurgens had in 1871 ’s werelds eerste margarinefabriek geopend. Jurgens en Van den Bergh concurreerden lange tijd met elkaar, maar besloten in 1927 te fuseren tot de Margarine Unie.
Lever Brothers
Het andere bedrijf dat uiteindelijk zou opgaan in Unilever was de Britse zeepfabrikant Lever Brothers. Zij waren een van de eersten die in 1884 een plantaardige zeep op de markt brachten, Sunlightsoap genaamd.
Unilever in de Grote Depressie
Beide bedrijven waren voor de productie van hun producten afhankelijk van palmolie. Deze olie werd eerst uit Brits-West-Afrika gehaald. In 1911 kreeg het bedrijf Lever een aanbod om olie te verwerven uit een stuk palmwoud van 750.000 hectare in Belgisch Congo. Aanvankelijk winstgevend werd de plantage Huileries du Congo Belge genoemd. Toen in 1930 de grote depressie uitbrak daalde de waarde van de palmolie enorm, terwijl de belasting door de regering van Belgisch Congo juist werd verhoogd. Dit leverde zo veel onrust op, dat de Pende-stam in opstand kwam.
Fusie Unilever
Omdat beide bedrijven voor het grootste deel afhankelijk waren van de grondstof palmolie voor hun producten, besloten de bedrijven in 1929 rond de tafel te gaan zitten om te praten over een mogelijke fusie. Nadat de fusie in 1930 rond was kon het nieuwe bedrijf Unilever zich door de Duitse bezetting van Europa niet concentreren op de Europese markt. Hierdoor concentreerden ze zich vooral op de Britse en Amerikaanse markt, waar zij een goede omzet maakten.
Planta-affaire
In de jaren '60 kreeg Unilever te maken met de Planta-affaire, het eerste grote voedselschandaal in Nederland. Mensen werden ziek nadat ze margarine van het merk Planta, een merk van Unilever, hadden gegeten. Doordat ook andere margarinemerken in dezelfde fabrieken werden geproduceerd, kreeg margarine een tijdlang een slechte reputatie. Unilever greep in en stopte de productie per direct en haalde snel alle margarine van het merk uit de winkels. Een niet goed geteste emulgator in de margarine bleek de boosdoener. De affaire bleek een miljoenenstrop voor Unilever.
Miljarden bod Kraft Heinz Company
Toen in januari 2017 het Amerikaanse concern Kraft Heinz 130 miljard euro bood om het Unilever over te nemen, sloeg het Nederlands Britse bedrijf dat aanbod af. Hierop trok Heinz het aanbod vervolgens weer in. Als reactie hierop geeft Unilever nu aan haar margarinetak te willen verkopen om te laten zien zelf in staat te zijn minder winstgevende divisies los te laten.