geschiedenis Vuelta

De roerige geschiedenis van de Vuelta

Deze week start de Vuelta in Utrecht. De Vuelta vormt samen met de Giro d’Italia en de Tour de France het trio van ‘de grote rondes’. Van die drie is de Vuelta de jongste. De eerste etappe werd verreden in 1935.

Vuelta start met Belgisch succes

De geschiedenis van de Vuelta, die officieel Vuelta Ciclista de España heet, is roerig. De grote wielerwedstrijd kreeg te maken met oorlog, maar ook met eigen problemen. Tijdens de eerste editie van de ronde in 1935 waren de Tour de France (eerste editie in 1903) en de Giro d’Italia (eerste etappe in 1909) al bekender én internationaler. Onder de vijftig renners die in de eerste editie van de Vuelta van start gingen, waren vooral Spanjaarden. Maar er waren enkele Belgen en Nederlanders aanwezig in het peloton. Nederlander Marinus Valentijn werd knap tiende, maar het was de Belg Gustaaf Deloor die na veertien etappes en 3.431 kilometer fietsen de beste tijd en met de overwinning naar huis ging. In het voorjaar van 1936 won Deloor ook de tweede editie.


Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!


Burgeroorlog gooit roet in het eten

Kort na de editie van 1936 ontstonden de eerste grote problemen voor de Vuelta. De Spaanse Burgeroorlog brak uit. Daardoor duurde het tot 1941 voordat er weer gefietst kon worden, maar omdat de rest van Europa verscheurd werd door de Tweede Wereldoorlog, bleef het bij die ene editie. De vierde editie van de Vuelta kon pas in 1945 gereden worden, tien jaar na de eerste keer dat de renners van start gingen.

geschiedenis Vuelta

Baskische organisatie

Inmiddels was de organisatie in nieuwe handen terechtgekomen. Die experimenteerde met het invoeren van een puntenklassement, maar had meerdere edities nodig om een klassement te bedenken dat echt aantrekkelijk was. Er waren meer moeilijkheden. In 1949 ging de ronde niet door en hoewel er in 1950 nog wel een Vuelta werd georganiseerd, hield het daarna weer op. Pas in 1955 ging de volgende editie van start.

In 1955 nam de Baskische krant El Correo Español-El Pueblo Vasco de organisatie op zich. Dat betekende een positieve stimulans voor de race. Het peloton groeide gestaag en de organisatie werd elk jaar wat beter en professioneler. Sinds 1955 heeft de Vuelta elk jaar plaatsgevonden, al was dat in de jaren 50 nog wel in april en mei. Omdat dit min of meer tegelijk met de Giro d’Italia was, bleef de Vuelta nog lang in de schaduw van de andere twee grote rondes staan.

Nederlandse en Belgische successen

De jaren 60 en 70 betekenden een flinke groei voor de Vuelta. Steeds vaker deden beroemde wielrenners mee, waardoor de internationale aandacht groeide en zeker in Nederland en België was deze periode een feestje voor wielerliefhebbers. In 1967 won Jan Janssen het algemeen klassement van de Spaanse ronde. In 1968 viel hij nogmaals in de prijzen, ditmaal in het puntenklassement. Iets meer dan een decennium later, in 1979, won Joop Zoetemelk ook de grote Spaanse ronde. De Belgische renners deden het in diezelfde periode nog beter, met overwinningen van Frans de Mulder (1960) Ferdinand Bracke (1971) Eddy Merckx (1973) en in 1977 behaalde ook Fredde Maertens een klinkende overwinning met niet minder dan 13 etappewinsten in één ronde.

Doelwit van de ETA

Ondanks alle positieve ontwikkelingen, werd de Vuelta geplaagd door problemen. Die begonnen vanaf 1959 de kop op te steken. Het feit dat de organisatie Baskisch was, lag gevoelig bij het regime van Franco in Madrid en na de oprichting van de ETA in 1959, begon dat de Vuelta parten te spelen. Door de groeiende internationale aandacht werd de Vuelta ook een aantrekkelijker doelwit voor de ETA. Dat begon met kleine, haast komische ‘aanslagen’ waarbij olie en punaises op het parcours werden gelegd. Irritant voor de wielrenners, maar niet meer dan dat. In 1968 veranderde de zaak. Toen lieten de Baskische separatisten een bom afgaan aan het parcours van de vijftiende etappe, iets voordat het peloton langskwam. Er vielen geen slachtoffers en even leek het er zelfs op dat de etappe gewoon door zou gaan. De organisatie liet de renners langs en door de ravage van de explosie klimmen en wilde de race vervolgen, maar de renners protesteerden, waardoor de etappe toch werd afgelast. De Spaanse wielerfederatie zorgde ervoor dat de rest van de ronde wel doorging, door te dreigen dat dreigde elke Spaanse wielrenner die niet verder zou fietsen, zijn licentie als topsporter zou verliezen. In 1972 liet de ETA nog eens bommen afgaan langs het parcours, maar ook dit keer vielen er geen slachtoffers.

Na de dood van Franco liepen de spanningen nog hoger op. In 1977 leidde dat tot rellen in de finishplaats van de een-na-laatste etappe, waarbij de politie zelfs met rubberen kogels schoot. De laatste etappe werd daarom naar de avond ervoor verplaatst, waardoor de Vuelta voor het eerst in decennia niet in San Sebastián finishte, maar in Burgos. Toen de organisatie een jaar later San Sebastián weer als finishplaats aanwees, leverde dat weer rellen langs de route op. Tijdens de laatste etappe, een tijdrit, werden renners bekogeld met van alles en nog wat, waardoor de etappe niet werd afgemaakt. El Correo Español-El Pueblo Vasco zegde haar hoofdsponsorschap op en de Vuelta zou jarenlang niet meer in Baskenland komen. Het leek erop dat de Vuelta daarmee volledig zou verdwijnen, maar op het laatste moment bleek er een nieuwe organisator bereid de ronde op zich te nemen. Dat betekende niet dat de ETA stopte met het frustreren van de Vuelta. Meerdere keren werden er door de Baskische separatisten hindernissen op het parcours geplaatst en in 1990 werd er nog een bomaanslag gepleegd.

Nieuwe organisatie

De nieuwe organisator Unipublic liet de Vuelta flink groeien en bepaalde dat de laatste etappe steevast in Madrid zou finishen, maar verder veranderde er lang weinig aan de Spaanse ronde. Tot 1995. In werd de Vuelta daarom verplaatst. De ronde zou niet meer in het voorjaar plaatsvinden, maar in de nazomer. Daardoor was er geen concurrentie meer met de Giro d’Italia, en dat was al snel te merken, want nu deed de échte top van het internationale wielrennen mee. Om de Spaanse ronde van meer spektakel te voorzien, werd er ook meer aandacht besteed aan bergetappes. Inmiddels kan de Spaanse ronde zich meten met de andere twee grote rondes.

Alles op rood

Traditioneel bij grote rondes, zijn de gekleurde truien waar de leiders van de klassementen aan te herkennen zijn. Maar waar de Tour de France al lang bekend is om de gele trui, en de Giro d’Italia draait om het roze, is de kleur van leiderstruien in de Vuelta vaak gewijzigd. De huidige rode trui voor de leider in het algemeen klassement werd pas in 2010 ingevoerd. Daarvoor, tot 2009 was de kleur goud, en tussen 1955 en 1976 en tussen 1978 en 1998 was de leiderstrui geel, maar in de ogen van velen onderscheidde het geel en goud zich niet genoeg van de Tour de France. Ook de leiderstruien van andere klassementen in de Vuelta zijn relatief nieuw. De trui met blauwe bolletjes voor de leider van het bergklassement werd ook pas in 2010 ingevoerd. De groene trui die naar de leider in het puntenklassement gaat, is de oudste, die werd in 2009 ingevoerd. Sinds de ETA aankondigde haar wapens neer te leggen, trekt de Vuelta ook weer door Baskenland. In 2022 eindigt de vijfde etappe in Bilbao.

Bronnen:

Ook interessant: 

Landen: 

Tijdperken: 

Onderwerpen: 

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.