De slag bij Hastings 1066
In januari van het jaar 1066 stierf Edward de Belijder, koning van Engeland van 1042 tot 1066, kinderloos. Met zijn dood ontstond een strijd om de opvolging van de Engelse troon. De slag bij Hastings is de meest bekende van de slagen om de Engelse troon. Deze werd uitgevochten op 14 oktober 1066 tussen koning Harold Godwinson van Engeland en hertog Willem ‘de Bastaard’ van Normandie.
Na de dood van Edward de Belijder waren er drie belangrijke kandidaten voor de opvolging van de Engelse troon. Harold Godwinson, op dat moment de Earl van Wessex, werd door de Angelsaksen gekroond tot koning. De andere kandidaten, hertog Willem van Normandië en koning Harald Hardrada van Noorwegen, gingen over op gewapende tegenstand.
Battle of Stamford Bridge
De Noorse koning Harald viel Engeland binnen en kon rekenen op de steun van Torstig Godwinson, de broer van de Engelse koning Harold. Zij wisten een snel door de lokale Engelse adel bijeengeraapt leger te verslaan, waarna zij verder oprukten richting York. Harold Godwinson rukte na nieuws over deze nederlaag zelf op om de Noorse invasie een halt toe te roepen. Op 20 september wist hij Harald Hardrada en Torstig te verassen bij Stamford Bridge, waarna het grootste deel van het Noorse leger vernietigd werd en zowel Harald Hardrada als Torstig om het leven kwamen. Willem van Normandië was nu de enige overgebleven serieuze tegenstander voor koning Harold.
Normandische invasie
Kort na de Battle of Stamford Bridge begon Willem zijn invasie van Engeland. Op 28 september landde hij in het zuiden van Engeland met een leger van grofweg 10.000 man. Harold werd hierdoor gedwongen om in alle haast op te rukken naar het zuiden. De Angelsaksische bronnen stellen dat een aanzienlijk deel van zijn professionele troepen om het leven gekomen was bij de slag in het noorden. Waarschijnlijk wist hij een leger van zo’n 7.000 man op de been te brengen voor de verdediging van zijn koninkrijk.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Formaties
Harold probeerde het Normandische leger te verassen, maar dit mislukte. Hij besloot een verdedigende positie in te nemen en stelde zijn leger op op een heuveltop, Senlac Hill. Gezien de samenstelling van beide legers was dit geen vreemde keuze. Het leger van koning Harold bestond volledig uit infanteristen. Het Normandische leger wat hij tegenover zich zag bestond voor een groot deel uit infanterie, maar had ook de beschikking over 2.000-3.000 cavaleristen en een aanzienlijk aantal boogschutters.
Toch was Haralds positie op de heuveltop gunstig. Zijn soldaten vormden een lange linie van dicht opeengepakte soldaten die zich achter hun grote schilden konden verschuilen terwijl ze de aanval van Willem afwachtten. Zijn boogschutters waren heuvelop schietend minder effectief dan normaal, en de infanteriste
De slag bij Hastings
De daadwerkelijke slag bij Hastings zou bijna de hele dag duren. De Engelsen onder Harold verdedigden de heuveltop in eerste instantie met succes. Haralds positie was goed gekozen. Zijn soldaten stelden zich in een dicht opeengepakte linie op en verschuilden zich achter hun grote schilden. Achter die schildmuur waren ze goed beschermd tegen de aanvallen van Willems leger. Willems boogschutters waren gedwongen om omhoog te schieten en hun salvo's van pijlen waren daardoor veel minder effectief. De infanteristen die de schildmuur moesten aanvallen, moesten met hun zware wapenrusting tegen de heuvel op ploeteren, terwijl Haralds mannen hen belaagden met van alles waar ze mee konden gooien. Werpsperen, werpbijlen en stenen troffen de mannen die de heuvel op marcheerden, waardoor die al gehavend en moe waren voordat ze bij de schildmuur van Haralds leger aankwamen. De aanval werd bloedig afgeslagen. De Normandiërs sloegen na enige tijd zelfs op de vlucht. Er gingen geruchten dat Willem gesneuveld zou zijn. Willem ‘de Bastaard’ moest volgens de kronieken zijn helm afnemen om zijn troepen te overtuigen dat hij in leven was, waarna zij de strijd hervatten.
Uiteindelijk boekten de Normandische legers toch succes, dat waarschijnlijk te danken was aan een geveinsde terugtocht. In de middag vielen de troepen van Willem wederom aan en deden vervolgens alsof ze op de vlucht sloegen. Een deel van het Engelse leger werd overmoedig door de successen en zette de achtervolging in. Aan de voet van de heuvel draaiden de ‘vluchtende’ troepen zich weer naar de vijand en sloten de gelederen. Nu werd het voordeel van Willems cavalerie duidelijk. De ruiters maakten korte metten met de Engelse infanteristen die zich uit de formatie van de schildmuur begaven. Daardoor sneuvelde een aanzienlijk deel van het Engelse leger, onder wie Haralds broers Gyrth en Leofwine. Op de heuveltop wist Harald de gaten in zijn schildmuur te dichten met versterkingen, maar deze versterkingen bestonden voor een groot deel uit leden van de fyrd, de militie van onder de wapens geroepen boeren en burgers, en niet uit geharde beroepssoldaten. Zo liepen de verliezen voor Haralds leger langzaam op.
De genadeslag voor het Engelse leger kwam waarschijnlijk later op de dag. Volgens het Tapijt van Bayeux kreeg Harald een pijl in zijn oog en sneuvelde, al zijn er weinig andere betrouwbare bronnen over de exacte toedracht van zijn dood. Zeker is wel dat het Engelse leger tegen het eind van de dag de samenhang begon te verliezen. Toch duurde het nog tot zonsondergang voordat het Engelse leger definitief uiteenviel en vluchtte.
Normandische koning van Engeland
Na de slag verwachtte Willem dat hij de Engelsen makkelijk aan zijn gezag kon onderwerpen en trok op naar Londen. De Engelsen zetten de strijd echter voort en in de herfst en vroege winter van 1066 moest Willem nog meerdere gevechten voeren om zijn macht te doen gelden. Intussen riep het restant van Haralds medestanders Edward de Ætheling uit tot koning. Echter voordat hij officieel gekroond kon worden, veroverde Willem Londen. Edward moest de kroon afstaan aan Willem, die in december 1066 uiteindelijk werd gekroond tot koning van Engeland. Zelfs daarmee was het verzet nog niet volledig gebroken en Willem had nog jarenlang te maken met met gewapende tegenstand. Desondanks was Willem was de eerste Normandische koning van Engeland. Die succesvolle verovering leverde Willem de Bastaard ook een nieuwe bijnaam op: de Veroveraar.
Bronnen:
Matthew Bennett, Campaigns of the Norman Conquest (2003)
Jim Bradbury, The Battle of Hastings (2006)
J.F.C Fuller, The Decisive Battles of the Western World (1954-1956)
Stephen Morillo, The Battle of Hastings: Sources and Interpretations (1998)
Jeremy Black, De Zeventig Grootste Veldslagen Aller Tijden (2005)