Cover van La Vie Fin de Siècle, album met 150 sketches uit 1899

Fin de siècle

Het fin de siècle (Frans voor: einde van de eeuw) is een periode vanaf het eind van de negentiende eeuw tot het begin van de twintigste. In deze tijdspanne brachten allerlei ontwikkelingen op technologisch, wetenschappelijk en politiek gebied een grote maatschappelijke verwarring teweeg. De tegenstrijdige gevoelens binnen de samenleving werden geuit in de kunst en zo kwamen er verschillende kunststijlen op, zoals het impressionisme en art nouveau.

De moderne tijd bracht onder de bevolking grote verwarring teweeg. Veel van de sociale, economische en religieuze structuren werden in de tweede helft van de negentiende eeuw in zoverre getransformeerd, dat men het houvast verloor. Het verlies van de vertrouwde zekerheden leidde tot tegenstrijdige gevoelens van zowel angst als verwachting voor de nieuwe eeuw. Maar waardoor werden deze maatschappelijke structuren gekenterd?

Industriële Revolutie

In de tweede helft van de negentiende eeuw begon in Nederland de Industriële Revolutie, waardoor de manier van leven drastisch veranderde. Dit was een tijd van snelle technologische ontwikkelingen. Uitvindingen als fotografie, telegrafie, de auto en het vliegtuig volgden elkaar in rap tempo op. De ontwikkeling van machines, elektriciteit en gas veranderde het arbeidsproces volledig. Producten konden nu op massaschaal worden gemaakt en er was dan ook een sterke toename aan fabrieken. Huisnijverheid en ambacht werden vervangen door machines, waardoor vele ambachtslieden hun inkomsten verloren. Mensen trokken van het rustige platteland naar de steeds drukker en smeriger wordende steden om er te werken. Maar de arbeidsomstandigheden waren er slecht, men moest erg lange diensten draaien en het loon lag laag. Zelfs kinderen werden aan het werk gezet. Dit leidde tot een arme arbeidersklasse. Het vraagstuk over de slechte arbeidersomstandigheden werd de 'sociale kwestie' genoemd. Er werden vakbonden opgericht om de sociale kwestie aan te pakken.

Politiek

Maar ook had de sociale kwestie invloed op de politiek. Zo kwam het socialisme op om de arbeiders te beschermen. De Franse Revolutie (1789–1799) had een verandering in de maatschappij ingezet die tijdens de Industriële Revolutie werd doorgezet. De samenleving veranderde van een standensamenleving naar een klassenmaatschappij. In plaats van de stand waarin iemand geboren was, werd nu de economische positie van iemand steeds meer bepalend voor het aanzien. De oude standen, zoals de adel, geestelijkheid en burgers, maakten langzaam plaats voor economische klassen, zoals rijke fabrieksbazen en arme arbeiders. Vanwege de aanzienlijke verschillen in inkomen en vermogen ontstond er een grote kloof tussen de bovenklasse en onderklasse. Maar de socialisten wilden van het kapitalisme af en streefden naar een eerlijkere verdeling van de productiemiddelen van goederen en diensten. De arbeid, het kapitaal, de natuur en de opbrengsten hiervan moesten in handen komen van de samenleving, in plaats van een aantal machtige personen die het grootste deel van de opbrengst in eigen zak staken. Ieder mens moest gelijk zijn en dezelfde rechten hebben. Het socialisme was daarmee een bedreiging voor de gevestigde orde en dat bracht onrust in de maatschappelijke structuur.

Verzuiling

Maar de socialisten waren niet de enigen die zich afzetten. In deze periode begonnen steeds meer groepen zich nadrukkelijk te profileren ten opzichte van anderen. Protestanten, katholieken, liberalen, ze vormden allemaal hun eigen groepen in de maatschappij. Dat leidde in Nederland tot de zogenoemde zuilen. Uiteindelijk ontstond hierdoor de verzuiling van Nederland, met als de vier grootste zuilen het liberalisme, het socialisme, de katholieken en de protestanten. De Nederlandse samenleving werd opgesplitst in politieke voorkeur en overtuigingen. De mensen uit de verschillende zuilen leefden op maatschappelijk vlak gescheiden van elkaar. Zo had iedere stroming onder meer zijn eigen media, scholen en verenigingen. Mensen uit de ene zuil kregen nauwelijks iets mee van het gedachtegoed van andere zuilen, waardoor er een grote kloof ontstond tussen de verschillende zuilen en dus ook de burgers.

Wetenschap

Tegelijkertijd schudden de ontwikkelingen in de wetenschap aan de vertrouwde zekerheden van de burger. Zo kwam de natuurkundige Albert Einstein met de relativiteitstheorie, waarmee de tijd niet absoluut maar relatief is. Daarnaast bracht de evolutietheorie van Charles Darwin grote onrust met zich mee. Deze evolutieleer stond namelijk recht tegenover de bijbelse opvattingen over het ontstaan van de mens. Zo stelde Darwin dat de mens was geëvolueerd uit de mensapen, in plaats van dat de mens gecreëerd is door de bijbelse God. Zulke wetenschappelijke ontdekkingen waren in strijd met het religieuze wereldbeeld dat eeuwenlang de basis voor het geloofsleven was geweest. Hierdoor werden mensen onzeker over de fundamenten waarop ze hun wereldbeeld hadden gebouwd.


Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!


Psychologie

In dezelfde periode kwam Sigmund Freud met zijn psychoanalyse, die de mens confronteerde met zijn innerlijk. Freud wees onder meer op de onbewuste psychologische en mentale processen in ieder mens. Zo zouden dromen producten zijn van het onderbewustzijn en zou iemands persoonlijkheid kunnen worden beïnvloed door ervaringen uit de vroege kindertijd. Hierdoor werden de mensen gewezen op zaken die ze liever niet wilden weten, laat staan erkennen.

Maatschappelijke onzekerheid

Veel mensen wisten zich geen raad met deze fundamentele veranderingen op politiek, wetenschappelijk en zelfs psychisch vlak. Burgers worstelden door deze veranderingen met tegenstrijdige gevoelens. Er was geen duidelijkheid meer over de toekomst. De nieuwe eeuw werd hierdoor tegemoet gegaan met zowel verwachtingen als angst. Onder de intellectuelen en de ontwikkelden heerste er een gevoel van decadentie, wat achteruitgang betekent. Zij vreesden voor de ondergang van de moderne wereld. Gevoelens van pessimisme en nostalgie zijn dan ook veel terug te zien in de literatuur uit deze periode.

Uiting in de kunsten

Al deze tegenstrijdige gevoelens en ontwikkelingen vonden ook een weg naar buiten in de kunst. Er ontstonden verschillende kunststromingen waarin er met de maatschappelijke veranderingen werd meegegaan of er juist tegenin werd gegaan. Er werd naar manieren gezocht om uit de onzekere realiteit te stappen. Dit wordt ook wel het escapisme genoemd, waarin men zocht naar luxe en genot om aan de werkelijkheid te ontsnappen. Veel kunstenaars gebruikten bijvoorbeeld drugs, toen de bijwerkingen hiervan nog niet zo bekend waren. Maar ook door overbeschaving, kunstenaars probeerden het reële beeld in hun kunst zo te verfijnen en te verfraaien dat het niet meer natuurlijk oogde. Deze schoonheidsleer wordt ook wel estheticisme genoemd of l’art pour l’art-doctrine. Uit het estheticisme ontstond weer het dandyisme. Vanwege de overdreven verfraaiing van de realiteit wordt deze periode ook wel aangeduid met la belle époque, Frans voor 'het mooie tijdperk'. Tegenover het estheticisme stond het impressionisme. Hiermee werd teruggegrepen naar het realisme uit de negentiende eeuw, waarin kunst werd gemaakt naar de waargenomen realiteit. Ook het naturalisme houdt verband met het realisme, al zijn er grote verschillen. Een stroming die tegelijkertijd met het impressionisme ontstond is het symbolisme, dat zich weer afzette tegen het naturalisme en realisme. De Jugendstil of art nouveau ontstond weer als reactie op de massaproductie van de Industriële Revolutie die het ambachtelijke vakmanschap de rug toekeerde. Aan het fin de siècle en de kunststromingen die hierin ontsprongen kwam een einde met de komst van de Eerste Wereldoorlog.

Zie voor een overzicht van deze kunststromingen het artikel Kunststromingen van het fin de siècle.

Bronnen

Britannica

Art Salon Holland 

Parlement.com

Ook interessant: 

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Saga vikingen

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 4 april 23:59 u. een abonnement.

De wieg van de Zijderoute

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 4 april 23:59 u. een abonnement.

Vergeten D-Day: Italië, 1943

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 4 april 23:59 u. een abonnement.

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Lees het eerste jaar Geschiedenis Magazine extra voordelig én kies een welkomstcadeau!