Moeder met kinderen stemt bij eerste Provinciale Statenverkiezingen in Flevoland

Geschiedenis Provinciale Statenverkiezingen

De verkiezingen voor de Provinciale Staten staan voor de deur en we kunnen onze stembiljetten weer tevoorschijn halen. Sinds wanneer kunnen we eigenlijk stemmen op de Provinciale Staten? En zijn die verkiezingen wel eens veranderd?

Het concept van de Nederlandse provincies is al oud. Hoewel de grenzen, namen en de politieke invloed van de verschillende provincies door de tijd heen veranderden en er zelfs provincies bij kwamen, gaat het idee achter de provincies terug tot in de middeleeuwen. Onder de heerschappij van de Bourgondische hertogen kregen de provincies vastere vormen. De hertogen maakten als eerste een zekere staatkundige eenheid van de Nederlanden, al waren alle zeventien gewesten nog op veel gebieden onafhankelijk. In de praktijk functioneerden ze als onafhankelijke staatjes, waarvan de afgevaardigden soms samenkwamen in de Staten-Generaal.

Zeven Provinciën

Door de Tachtigjarige Oorlog kregen de zeven Noordelijke staten veel meer politieke invloed. Met de Acte van Verlatinghe zworen ze de koning af en vormden samen de Republiek der Verenigde Nederlanden, oftewel: de Zeven Provinciën. Ze werkten op veel vlakken samen, maar hadden ook nog veel eigen privileges, al namen die na verloop van tijd wel wat af. De provincies hadden in principe elk een eigen regering. De meest bekende delen van die regering waren de stadhouder en een eigen overlegorgaan, de Provinciale Staten. Daarin zaten afgevaardigden van de adel en de stadsbesturen die vergaderden over hoe de provincie bestuurd moest worden.


Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!


Het dagelijks bestuur was in handen van de Gedeputeerde Staten, of de Gecommitteerde Staten. Hoe die Provinciale Staten precies functioneerden en wie er afgevaardigde was, kon van gewest tot gewest verschillen. Vanuit de Provinciale Statenvergaderingen werden afgevaardigden naar de Staten-Generaal gestuurd die vanaf 1588 in Den Haag bijeen kwamen om daar beslissingen te nemen over de gemeenschappelijke onderwerpen, zoals defensie en buitenlands beleid. Wie de voorzitter was van de Staten-Generaal verschilde, de provincies wisselden elkaar af.  

De zeven provincies hadden dus veel macht, maar deze macht had z’n grenzen.  De Staten-Generaal nam beslissingen over alle provincies en had daarbij ook nog eens zeggenschap over de Generaliteitslanden, gebieden die geen eigen Statenvergadering hadden. Ongeveer een vijfde deel van het grondgebied van de Republiek viel onder de Generaliteitslanden. Kaart van deel Nederland

Waren de Zeven Provinciën de voorlopers van onze huidige twaalf provincies?

Het is verleidelijk te zeggen dat de huidige twaalf provincies zijn ontstaan uit de zeven provincies van toen, maar dit is niet helemaal juist. De Franse tijd vormt een harde breuk. De Republiek der Verenigde Nederlanden moest plaats maken voor achtereenvolgens de Bataafse Republiek, Koninkrijk Holland en uiteindelijk het Franse Keizerrijk en verschillende bestuurlijke indelingen verduren. In 1798 werd de Staatsregeling in werking gesteld en dit zorgde mede voor de eenheidsstaat die Nederland werd.

Na de Staatsregeling werden de provincies omgevormd naar departementen, maar vervolgens bleef men nog jarenlang experimenteren en wijzigingen aanbrengen in de indeling van die departementen. Deze wisselingen liggen ten grondslag aan de verdeling van Holland in een Noord- en Zuid-Holland. De soevereiniteit die er ooit geweest was, was echter weg. Provincies werden vanaf toen van bovenaf gevormd.

Na de Staatsregeling van 1801 kregen provincies wel hun eigen taken, zoals de waterstaat, het toezicht op gemeenten en waterschappen en de uitvoering van staatsbesluiten. De eerste algemene Provinciewet in Nederland kwam op in 1805: het Algemeen Reglement voor de departementale besturen. 

Van Hoogendorp zette centralisatie centraal

In 1815 kwam er een grondwet voor het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden om het land te ordenen na de Franse overheersing. Deze wet vormt de basis van de moderne provinciale staten. Gijsbert Karel van Hoogendorp ontwikkelde deze grondwet en liet de vroegere provinciale soevereiniteit niet meer terugkomen: het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden werd een gecentraliseerde eenheidsstaat.

De regering van Willem I

De regering van Willem I (1772-1843) werd in grote mate gekenmerkt door zijn regeerstijl als ‘verlicht despoot’, waarbij zijn koninklijke besluiten meer dan eens de toon zetten. In de provinciebesturen zaten vaak telgen uit lokale adellijke families die niet verkozen waren, maar benoemd. Zij hielden zich vooral bezig met de dagelijkse gang van zaken in hun provincie en kozen de leden van de Tweede Kamer.

Grote verandering na grondwetswijziging 1848

De grondwetswijziging van 1848 bracht daar een enorme verandering in. De leden van de Provinciale Staten konden na de invoering van die grondwet gekozen worden. De verkiezingen waren nog lang niet de verkiezingen zoals we die nu kennen: er gold nog censuskiesrecht, waarbij het kiesrecht was voorbehouden aan kiezers die aan een bepaalde inkomenseis voldeden.

Twee jaar later, in 1850, werd er ook een nieuwe provinciewet doorgevoerd. Die wet kwam voort uit de nieuwe grondwet, maar regelde een aantal zaken specifiek voor de provincies. Zo werd er vastgesteld wat de taken en bevoegdheden van de Provinciale Staten, de Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de koning waren. Ook belangrijk was dat de provincies volgens die wet een eigen begroting konden voeren en dat er mogelijkheden waren om daar belastingen op te heffen. Een van de belangrijkste zaken was dat in aansluiting op de grondwet van 1848 werd vastgelegd hoe de leden van de Provinciale Staten verkozen werden. Er werd gekozen volgens het districtenstelsel, dus niet volgens de evenredige verkiezingen van nu. Maar nog veel opmerkelijker was dat er veel vaker verkiezingen werden gehouden. Elke drie jaar koos men een deel van de leden, drie jaar later de weer een deel. Dit is een opmerkelijk systeem wat veel weg heeft van een compromis. Door steeds voor delen van de Staten te kiezen, werd er geprobeerd enerzijds ruimte te geven voor nieuwe wensen van de kiezers, maar probeerde men ook te voorkomen dat er in één keer een grote groep Statenleden zou verdwijnen – en daarmee ook hun ervaring.

Algemeen kiesrecht kwam om het hoekje kijken

Dat veranderde in 1917, toen er een nieuwe grondwet met algemeen kiesrecht werd ingevoerd. Met die grondwetswijziging, en de wijziging van 1919 daarna, werd vastgesteld dat elke vier jaar de hele Provinciale Staten gewijzigd kon worden. Ook werd toen het districtenstelsel afgeschaft. Met de verkiezingen van 1919 werd er voor het eerst op deze manier gestemd. De verkiezingen vonden nog niet in heel het land op dezelfde dag plaats. In plaats daarvan had elke provincie een eigen dag. Limburg was op 31 maart de eerste provincie waar gekozen werd, Utrecht was op 10 april 1919 de hekkensluiter. Wel kozen alle provincies op 8 juli van dat jaar de leden van de Eerste Kamer. 

Radicale veranderingen van de provinciewet in 1962

De invoering van het algemeen kiesrecht in 1919 was dus van groot belang voor de Provinciale Statenverkiezingen en legde de basis voor het systeem waarmee nu nog altijd gekozen wordt. Qua taken en bevoegdheden voor de provincies bleef de wet van 1850 echter nog lang gelden. De Provinciewet van 1850 werd nog wel een aantal keer bijgeschaafd en hier en daar gewijzigd om de positie van de Gedeputeerde Staten te verduidelijken, maar tot hele grote veranderingen kwam het pas in 1962. In die nieuwe provinciewet werd bijvoorbeeld bepaald hoe groot de raden van de Provinciale Staten zouden zijn; die werden gekoppeld aan het inwoneraantal van de provincie.

Die verkiezingen werden toen nog gehouden in elf provincies. Pas in 1985 werd definitief vastgesteld dat Flevoland vanaf 1 januari 1986 de twaalfde provincie van Nederland zou zijn. Daarom werden er op 18 september 1985 in Flevoland aparte verkiezingen gehouden voor de Provinciale Staten. De verkiezingsuitslag zou slechts voor twee jaar gelden. In 1987 werden er in alle twaalf provincies verkiezingen gehouden, waarna Flevoland mee zou gaan in het ritme van verkiezingen voor elke vier jaar. Stemmen in Flevoland

Caribisch Nederland

Sinds 2010 horen de Caribische eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba ook bij Nederland, als bijzondere gemeentes. Echter, die bijzondere gemeenten hebben geen eigen provincie. De verkiezingen voor de Provinciale Staten gaan dus aan deze gemeentes voorbij. Dat zou betekenen dat de inwoners van de eilanden ook geen inspraak hebben in de samenstelling van de Eerste Kamer, wat in strijd is met Artikel 4 van de Nederlandse Grondwet.

In 2018 werd besloten dat er op de eilanden gekozen wordt voor een Kiescollege voor de Eerste Kamer. Elk eiland kiest een eigen Kiescollege, waarvan de leden namens de eilanden een stem uitbrengen voor de samenstelling van de Eerste Kamer. Zo hebben de inwoners van Caribisch Nederland net als de Nederlanders op het Europese vasteland getrapte inspraak in de samenstelling van de Eerste Kamer.

Steeds minder mensen brengen hun stem uit tijdens de Provinciale Statenverkiezingen

Hoewel de Provinciale Statenverkiezingen dus steeds democratischer werden, zijn ze niet bepaald populair. Regelmatig trekt nauwelijks 50% van de kiezers naar het stemhokje. Zeker sinds de afschaffing van de opkomstplicht in 1970 daalde het aantal mensen dat een stem uitbracht. De oorzaak daarvan ligt volgens veel analisten in het feit dat de Provinciale Staten van oudsher meer een bestuursorgaan zijn dan een politiek orgaan en dat ze daardoor politiek minder zichtbaar en aantrekkelijk zijn dan de Tweede Kamer. Echter, doordat de rol van de Eerste Kamer steeds politieker wordt, en ook de Provinciale Staten steeds vaker een uitgesproken politiek geluid laten horen, is de invloed van de Provinciale Staten de laatste decennia wel gegroeid. Veel partijen leggen in aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen dan ook een focus op de Eerste Kamer, om zich zo ook op landelijk niveau te presenteren en te profileren. Zeker omdat provinciale kwesties vaak nauw verbonden zijn met landelijke kwesties. De provinciale verkiezingen van 2023 zijn daar volgens veel analisten een schoolvoorbeeld van door kwesties zoals de stikstofuitstoot, die op landelijk niveau grote invloed hebben.

BRONNEN:

Ook interessant: 

Landen: 

Onderwerpen: 

Nieuw-Guinea, 1942: de bloedige strijd om de Kokoda-trail

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Het ‘sterrenkamp’ in Bergen-Belsen

Lees het aankomende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Jan van Schaffelaar

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Olympias, moeder van Alexander de Grote

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.