Statenvertaling van de Bijbel

Geschiedenis van de Statenbijbel

De eerste druk van de Statenbijbel kwam in 1637 uit, na ruim elf jaar onafgebroken werk aan de vertaling. Het eerste – in paars fluweel gebonden - exemplaar van de Statenvertaling is in het bezit van het Utrechts Archief. 


'Christelyken iever'


Tijdens een korte plechtigheid op 17 september 1637 werd dit in paars fluweel gebonden levenswerk van diverse  vertalers en revisoren aan de Staten-Generaal - de financiers van dit project - aangeboden. Tijdens deze bijeenkomst werd de ijver van de medewerkers aan de vertaling als volgt benoemd: ‘Christelyken iever en vaderlyke zorge, in het uitvoeren van dit voor de kerken van Nederland noodige werk vertoond’.


Een nieuwe vertaling


Jaren voor het aanbieden van dit eerste exemplaar, was een nieuwe Bijbelvertaling een belangrijk onderwerp tijdens de Synode van Dordrecht (1618/19). De Gereformeerde Kerk achtte het van groot belang dat iedereen toegang kreeg tot de Bijbel als woord van God. Tot dan toe was het vooral de zogenaamde Deux Aes Bijbel die door gereformeerden werd gelezen. Deze Bijbel was voor een groot deel gebaseerd op de vertaling van Luther. In een vertaling van een vertaling konden echter gemakkelijk fouten sluipen, dus werd er besloten tot een nieuwe ‘overzetting’, een vertaling vanuit de oorspronkelijke teksten in het Hebreeuws en Grieks.


Vertalers en revisoren


De synode besloot zes vertalers aan te stellen, drie voor het Oude- en drie voor het Nieuwe Testament. Deze theologen moesten naast grondige kennis van de oude talen ‘met godzaligheid begaafd zijn’, dus beschikken over een vrome en heilige levenswandel. Na een stemming vanuit de synode werden voor de vertaling van het Oude Testament de predikanten Johannes Bogerman, Gulielmus Baudartius en Gerson Bucerus aangesteld. Voor het Nieuwe Testament (en de apocriefen) werkten uiteindelijk Jacobus Rolandus, Festus Hommius en Antonius Walaeus aan de vertaling. Per provincie werden er daarnaast twee revisoren aangesteld, die vertaalde Bijbelboeken kregen toegestuurd en vervolgens zorgvuldig corrigeerden.









Titel: Bericht over de Toestand in de Nederlanden en de Godsdienst bij de Spanjaarden
Auteur: Francisco de Enzinas/td>
ISBN: 9065507191
Uitgever: Verloren
Prijs: €23,-



 


Werken tot de dood


Pas acht jaar na de besluiten op de synode werd aangevangen met het vertaalwerk. Tussen 1625 en 1627 verhuisden de predikanten naar Leiden, waar ze boek voor boek vertaalden, om ze vervolgens naar de revisoren te sturen. Tijdens deze jaren van hard werken stierf in 1631 Bucerus, waarna Bogerman en Baudartius samen verder de vertaalklus klaarden. Aan de N.T.-zijde overleed Rolandus in 1632. Vanaf 1633 was het voor veertien maanden dagelijks een drukte van belang in huize Bogerman, waar vertalers en revisoren de vertaling van het Oude Testament samen nogmaals woord voor woord doornamen.


Honderdduizenden exemplaren


Als na nog eens drie jaar van drukproefcorrecties in 1637 eindelijk het eerste exemplaar kan worden aangeboden aan de Staten-Generaal, is Bogerman net gestorven en Baudartius (inmiddels op hoge leeftijd) teruggegaan naar zijn Zutphense gemeente. Tussen 1637 en 1657 werden (na diverse drukfoutcorrecties) enkele honderdduizenden exemplaren van de Statenbijbel uitgegeven, wat betekent dat aardig wat gereformeerde gezinnen in 1657 een Statenvertaling in huis hadden.


Kist


De oorspronkelijke stukken, de drukproeven van de vertaling, werden in een kist op het Leidse stadhuis bewaard. Er moest teruggegrepen kunnen worden op een betrouwbaar origineel in een tijd waarin de tekst bij een nieuwe druk letter voor letter gezet moest worden. Deze drukproeven werden van zo een bijzondere betekenis geacht, dat ze vanaf 1641 tot 1800  iedere drie jaar door een commissie bestaande uit twintig kerkelijke afgevaardigden en enkele afgevaardigden van de Staten-Generaal werden geïnspecteerd. In mei 1663 wordt een nieuwe kist in gebruik genomen, waarin – naast de drukproeven – ook het eerste, paarsfluwelen exemplaar werd bewaard. Deze bijzondere eikenhouten kist is  tegenwoordig te bezichtigen in de Catharinazaal van het Catharijneconvent. Het eerste, kostbare exemplaar van de Statenvertaling zal zich de komende drie maanden dichtbij zijn oorspronkelijke bewaarplaats bevinden, in deze zaal naast de houten kist.

C.C. de Bruin, De Statenbijbel en zijn voorgangers, (Leiden 1937) 276-315.

P. Beekhuis, J. van der Haar e.a., ‘Niets kan haar glans verdoven’: 350 jaar Bijbel in de Statenvertaling (Dordrecht 1987).

T.J. Kootte, ‘Een kist met een bijzondere inhoud’, Catharijne 2 (Utrecht 2014), 30-31

www.catharijneconvent.nl, Topstuk uit de Nederlandse geschiedenis voor drie maanden te zien

 

Afbeeling:
Titelpagina van de eerste Statenvertaling uit 1637, via nl.wikipedia.org

Ook interessant: 

Landen: 

Religie: 

Tijdperken: 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt