Inhuldiging en eedaflegging van Beatrix
Saluutschoten vanaf het fregat Hare Majesteit De Ruyter vormden in de vroege ochtend van 30 april 1980 het sein om Amsterdam tot in de buitenwijken te voorzien van uitbundige versieringen. Met het ondertekenen van de Akte van Abdicatie droeg koningin Juliana even later haar ‘mooie en zware taak’ over aan Beatrix, wiens eedaflegging in de Nieuwe Kerk het logische hoogtepunt van de nationale feestdag vormde.
“Bij al mijn goede wensen voor haarzelf en haar taakvervulling, zeg ik nu: begin eraan.” Met de vlak daarvoor uitgesproken woorden van haar moeder nog vers in het geheugen begaf Beatrix zich, na een korte en vrolijke zwaaiceremonie op de balustrade van het Koninklijk Paleis, naar de Nieuwe Kerk. Onder begeleiding van Mozarts kroningsmis trad de koninklijke stoet het kerkgebouw binnen, waar zich inmiddels zo’n 3000 mensen hadden verzameld. Traditiegetrouw werden daarbij het Rijkszwaard en de Rijksbanier binnengedragen, die beide waren vervaardigd ter gelegenheid van de inhuldiging van koning Willem II in 1840.
Fluwelen kroningsmantel
Op de foto is te zien dat Beatrix een fluwelen, met hermelijn gevoerde kroningsmantel droeg, die eveneens stamt uit 1840. Hoewel de mantel al door vier voorgangers bij een inhuldigingceremonie was gedragen, had Beatrix voorafgaand aan de inhuldiging aangegeven liever een mantelpakje te dragen. Toenmalig minister-president Dries van Agt had haar echter op andere gedachten gebracht: het Nederlandse volk verwachtte immers een sacrale en majestueuze verschijning, en niet een koningin met het aanzien van een willekeurige, hooggeplaatste mevrouw. Beatrix liet zich uiteindelijk overtuigen.
Blijk van waardering voor Juliana
Op 30 april sprak Beatrix zodoende in vol ornaat de leden van de Staten Generaal toe, waarbij zij vroeg om 'steun en vertrouwen bij de lange weg die haar te wachten stond, maar die zij met volle overtuiging insloeg’. Wat volgde was een vertederende loftuiting aan het adres van haar moeder Juliana, voor de bijna 32 jaar die zij op bewonderenswaardige wijze ‘als een moeder’ had geregeerd, zowel voor Beatrix als voor het Nederlandse volk. Beatrix beloonde haar hiervoor, door die dag en Juliana's geboortedatum, 30 april, aan te houden als Koninginnedag. Het was een blijk van waardering die overduidelijk zorgde voor de nodige emoties bij de voormalige koningin. De verstandhouding tussen moeder en dochter wordt treffend geïllustreerd door de innemende blik die Beatrix haar moeder toewierp op het moment dat deze foto werd gemaakt.
Bekroning van de eedaflegging
Hoewel de kroonjuwelen, bestaande uit de kroon, scepter en ‘rijksappel’, in de kerk aanwezig waren, was er na de toespraak van Beatrix van een daadwerkelijke kroning geen sprake, omdat ‘continuïteit van de monarchie’ in de Nederlandse grondwet is verzekerd. Beatrix voltooide haar inhuldiging met het afleggen van de eed, terwijl zij twee vingers in de lucht stak en de volgende woorden krachtig uitsprak: “Zo waarlijk helpe mij, God almachtig.”
Nieuwe koningin van Nederland
Even later klonk het luidkeels: “De koningin is ingehuldigd, leve de koningin!”, gevolgd door een massaal driewerf ‘hoera’. Vervolgens vulden klanken van ‘wat de toekomst brengen moge’ het kerkgebouw, waar de koninklijke stoet ondertussen langzaam uitwandelde. Terwijl de woningnoodprotesten die diezelfde dag het Amsterdamse straatbeeld hadden gedomineerd de vorm van radicale krakersrellen aannamen, begaf de kersverse koningin zich met haar gevolg naar de aansluitende receptie. De koninklijke festiviteiten werden voortgezet aan boord van de veerboot ‘Prinses Beatrix’, waarna vuurwerk de Amsterdamse lucht feestelijk inkleurde. Beatrix zou koningin blijven tot 30 april 2013, toen na haar abdicatie, haar zoon Willem Alexander de troon besteeg.
Afbeelding:
Nationaal Archief: Troonswisseling 30 april (...), Theo Tukker / Anefo [CC0]