Postzegel met daarop soldaten van het Liechtensteinse leger

Misverstand: Het Liechtensteinse leger dat ten strijde trok met 80 soldaten, en met 81 terugkeerde

Het leger van het kleine landje Liechtenstein heeft een wel heel bijzondere reputatie. Volgens een bekend verhaal trok het leger van het kleine Alpenland ooit met 80 man ten strijde en keerde met 81 man huiswaarts. Hoe zit dat?

Liechtenstein

Het minuscule bergstaatje Liechtenstein, dat tussen Zwitserland en Oostenrijk ligt, is een van ‘s werelds kleinste landen. Het land heeft vandaag de dag ongeveer 37.000 inwoners en is zeer welvarend. Al jaren heeft Liechtenstein geen eigen leger meer en kent slechts een kleine politie-eenheid die zorgt voor een van de laagste misdaadcijfers wereldwijd.

De legende van de extra soldaat

Dat was vroeger anders, toen had Liechtenstein een heel klein leger, bestaand uit ongeveer 80 soldaten. Dit leger werd volgens een bekend verhaal door de prins van Liechtenstein uitgezonden om de Stelviopas te verdedigen tegen een mogelijke buitenlandse invasie. Volgens de verhalen trokken tachtig soldaten naar de pas om deze met hand en tand te verdedigen. Na enkele weken keerde het leger terug in de hoofdstad Vaduz. Maar waar na een veldtocht vaak getreurd wordt om de gesneuvelden, was deze intocht een groot feest. Want er kwamen niet 80, maar 81 soldaten terug! Volgens de legende zou het Liechtensteinse leger tijdens hen verblijf op de bergpas ‘bevriend’ zijn geraakt met een Italiaanse soldaat, die deserteerde en besloot zich bij de ‘vijand’ te voegen. Zo leed het kleine leger niet alleen geen verliezen, ze kregen er juist een man bij.

Het verhaal over het leger van Liechtenstein, dat met meer soldaten van zijn veldtocht terugkeerde, is vaak herverteld en rondgegaan op het internet. Maar, klopt het helemaal?

De Oostenrijks-Pruisische oorlog

Het bovengenoemde verhaal zou zich afgespeeld hebben tijdens de Oostenrijks-Pruisische oorlog. Liechtenstein stelde zich aanvankelijk neutraal op, maar vanwege zijn goede diplomatieke banden met het Oostenrijkse rijk en de Duitse Confederatie, bestond het risico dat buurland en diens tegenstander Italië zich uiteindelijk ook op het dwergstaatje zou richten. Om een nare verrassing te voorkomen gaf prins Johan II zijn leger de opdracht om zich in de Stelviopas tussen Liechtenstein en Italië te positioneren. Tot zover komen de feiten overeen met de legende, maar aan de waarheid van de rest van het verhaal wordt getwijfeld.

Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!

Hoe ging het echt?

Allereerst wordt er getwijfeld over de hoeveelheid soldaten dat uit werd gezonden. Sommige bronnen spreken namelijk van 80 vertrekkende soldaten, andere spreken van 58 De oudste bronnen spreken vaker van deze laatste hoeveelheid. Het gehele Liechtensteinse leger kende in 1866 namelijk 80 man, en naar alle waarschijnlijkheid is daar de verwarring ontstaan.

Volgens het Historisches Jahrbuch Liechtenstein, Volume 24 (1924) was er ook geen sprake van een Italiaanse soldaat die mee met het leger kwam, maar zou het gaan om een Oostenrijkse verbindingsofficier. Deze was door het Oostenrijkse leger aangesteld om de verdediging van de pas af te stemmen met het Oostenrijkse leger en de Liechtensteiners te helpen. Toen de oorlog voorbij was, zou hij met de Liechtensteinse troepen richting Vaduz zijn meegetrokken, voordat hij verder ging naar Oostenrijks gebied. In die zin is het dus juist dat het leger met een man meer terugkwam, maar lijkt het mooie verhaal dat het vriendelijke Liechtensteinse leger vriendschap sloot met een soldaat van de tegenstander, niet te kloppen.