Ontstaan van het priesterambt
“Word priester”
Paus Benedictus XVI heeft zondag jonge mensen opgeroepen om een carrière als priester te overwegen. De katholieke kerk kent een groot tekort aan geestelijken die in de kerk willen prediken. Het katholieke priesterschap ontstond toen het christendom een enorme groei doormaakte in de eeuwen na de dood van Jezus.
Het woord ‘priester’ komt van het Griekse woord ‘presbyteros’, wat ‘oudere’ betekent. Technisch gesproken is een priester een persoon die een godheid dient en die geautoriseerd is om openbare diensten en offers te houden. Priesters waren er al lang voor het christelijke geloof, maar de katholieke priesters of pastoor verschenen tegelijkertijd met de vorming van de katholieke doctrines. Toen het christendom in 313 in het Romeinse Rijk werd toegestaan door Constantijn de Grote, kreeg het geloof de ruimte om zich te ontplooien. De officiële titels van verschillende priesterschappen ontstonden in de 4e eeuw na Christus. Net zoals nu was de paus het hoofd van de kerk en stond daaronder de hoogste priester, of bisschop, de pastoor en vervolgens de deken.
Het laagste officiële katholieke priesterschap, het pastoraat, dankt haar naam aan het Latijnse woord ‘pastor’, wat schaapherder betekent. In navolging van Jezus Christus zijn de pastoren dus herders van de kudde. De gemeenschap waar een pastoor predikt wordt een parochie genoemd. Toen de Reformatie in de 16e eeuw grote aantallen christenen wegtrok van het katholieke geloof, kwamen de hoogste katholieke geestelijken bijeen op het Concilie van Trente (1543-1565) om de religie te reorganiseren. De christelijke leiders besloten onder andere dat de opleiding van pastoren verbeterd moest worden. In elk bisdom werd een seminarie (van het Latijnse seminarium, wat kweekschool betekent) opgericht, waar de pastoren hun priesteropleiding genoten.
De katholieke kerk kent tegenwoordig een sterke terugloop van leden. Ook het aantal priesters dat zich aandient neemt af. Paus Benedictus XVI riep jonge katholieken afgelopen zondag op “om zich bewust te zijn van de stem van God (...) die hen oproept zich los te maken van alles en hem te volgen”.