Virginia Hall: de gevaarlijkste spionne in Frankrijk

‘Eén van de meest gevaarlijke spionnen van de geallieerden’. Zo typeerde de Gestapo - de Duitse geheime dienst - de Amerikaanse verzetsstrijdster Virginia Hall. Het grootste gedeelte van de Tweede Wereldoorlog werkte Hall als zeer succesvol spionne in bezet Frankrijk.

La dame qui boite

Virginia Hall werd in 1906 geboren in Maryland, de Verenigde Staten. Ze studeerde Italiaans, Frans en Duits, onder andere in Parijs en Wenen. Vervolgens werkte ze tijdelijk op de Amerikaanse ambassade in Warschau. Als gevolg van een treurig ongeluk, waarbij Hall zichzelf in haar been schoot, moest haar onderbeen geamputeerd worden en kreeg zij een beenprothese. Deze amputatie gaf haar de bijnaam “La dame qui boite” (de dame die mank loopt).

Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog

Als gevolg van deze amputatie viel Virginia’s droom om voor Buitenlandse Zaken in Amerika te werken in het water. Ze verhuisde terug naar Parijs, waar zij verbleef ten tijde van het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Hier nam zij een baan als ambulancechauffeur, maar ontvluchtte Frankrijk toen het land zich overgaf aan de Duitsers en Zuid-Frankrijk onder het bewind van de Vichy-regering kwam te staan.

De angst van de Gestapo

Hall reisde naar Engeland, waar ze zich aansloot bij de Franse sectie van de Britse geheime dienst (Special Operations Executive). Voor de SOE reisde ze terug naar Frankrijk, om daar met een geheime identiteit te werken voor de Résistance, het Franse verzet. Ze redde Britse vliegeniers en hielp hen met hun terugkeer naar Engeland en pleegde aanslagen op Duitse bezetters. De Gestapo was zo bang voor haar dat de organisatie er alles aan deed om Virginia Hall te arresteren. Door heel Vichy-Frankrijk hingen posters met haar afbeelding; de bevolking werd opgeroepen mee te zoeken naar de gevaarlijke spionne en haar aan te geven.

Te voet door de Pyreneeën

In 1942 bezetten de Duitsers Vichy-Frankrijk, waardoor Hall gedwongen was Frankrijk te ontvluchten. Haar enige mogelijkheid was te voet naar Spanje reizen; een zeer zware tocht voor iemand met een beenprothese. Via Spanje kwam Virginia opnieuw in Engeland terecht, waar zij een belangrijke onderscheiding ontving voor haar werk voor de Britse geheime dienst.

Vermomd terug in Frankrijk

Virginia Hall was echter nog niet klaar met haar werk in het verzet tegen het naziregime. In 1943 trad zij in dienst van de pas opgerichte OSS, een Amerikaanse geheime dienst en propagandaorganisatie. Ze keerde terug naar Frankrijk en ging opnieuw voor het verzet werken, nu onder de schuilnaam ‘Diane’. Inmiddels was het voor Hall zo gevaarlijk om in Frankrijk te verblijven, dat zij zich nu ook constant moest vermommen. Ze verfde haar haren grijs en deed alsof zij een boeren melkmeisje was. Ze sliep op verschillende plekken om de Duitsers te omzeilen. Voor het verzet bracht ze plekken in kaart waar parachutisten veilig konden landen, trainde ze Franse verzetsgroepen en hielp ze bij het opstellen van een plan om geheim agenten in België en Nederland te droppen.

In dienst bij de CIA

Hoewel Virginia Hall één van de meest gezochte personen in Frankrijk was, wist zij de Gestapo keer op keer te slim af te zijn en overleefde ze de oorlog . Ook na de oorlog zette ze haar spionagewerk voort; ze ging aan de slag voor de in 1947 opgerichte CIA. In 1966 ging ze met pensioen. Hall overleed op 8 juli 1982 op 76-jarige leeftijd in haar geboortestaat Maryland.