De gevaren van Spitsbergen op weg naar Nova Zembla
Spitsbergen werd eind 16e eeuw ontdekt door de ontdekkingsreiziger van Terschelling, Willem Barentsz.
Al in de 15e eeuw waren de bekende ontdekkingsreizigers Christoffel Columbus in 1492 en Vasco da Gama op reis gegaan om een zeeroute naar India te vinden. In 1494 was de scheepvaart in het Atlantisch gebied verdeeld in twee invloedsferen bij het Verdrag van Tordesillas. Spanje kreeg het alleenrecht op de vaart naar Zuid-Amerika, de Stille Oceaan en de Filippijnen. Portugal richtte zich op een deel van Brazilië, Afrika en Azië. Zij gebruikten de gebieden voor goud, zilver, specerijen en andere kostbaarheden.
Antwerpen valt
De Nederlandse overheid was eind 15e en begin 16e eeuw nog niet bezig met de vaart op de grote oceanen. Ze zouden daar bovendien het verdrag van Tordesillas mee schenden. Maar toen de opstand in Nederland uitbrak, veranderde alles. Antwerpen was in de 16e eeuw de stapelmarkt van Noord-Europa. Er woonden veel protestantse kooplieden. Toen de katholieke Spanjaarden Antwerpen binnenvielen en overnamen, vluchtten deze kooplieden, investeerders en geleerden dan ook naar het Noordelijke deel van de Nederlanden. Antwerpen verloor vervolgens het belang als stapelmarkt van Noord-Europa. Maar door de noordelijke Nederlanden woei er een frisse wind. Er ontstond een nieuw ondernemersklimaat in Holland en Zeeland. Er was geld om te investeren en er waren geleerden die kennis hadden van navigatie en cartografie.
Koloniale vaart
De voorbereidingen voor de eerste ontdekkingsreizen werden gedaan eind 16e eeuw. Het moesten zelfstandige Nederlandse expedities worden naar Spaans en Portugees gebied met als reisdoel Azië. Uit Azië kwamen immers alle kostbare handelswaren. Holland en Zeeland hadden echter een ander idee over de vaart. Zo wilde de ene groep net als Portugal via Kaap de Goede hoop naar de Indische oceaan varen, terwijl de andere groep wilde proberen om Azië via de poolzeeën te bereiken. Al eerder was dit zonder resultaat geprobeerd door een aantal Engelsen, maar wetenschappers waren ervan overtuigd dat het mogelijk moest zijn. Er móest in het noorden een ijsvrije haven bestaan die korter en veiliger zou zijn dan de handelsroute in het zuiden.
Titel: | De overwintering op Nova Zembla |
Auteur: | Hans Gramberg |
ISBN: | 9789065504579 |
Uitgever: | Verloren |
Prijs: | €10,- |
Noordelijke handelsroute
De eerste expeditie naar het noorden, een verkennende vloot van vier schepen, was in 1594. Zij vonden een zeestraat ten zuiden van Nova Zembla met aan het einde een bevaarbare zee. De ontdekkingsreizigers waren in de veronderstelling dat ze al halverwege Azië waren en keerden met het goede nieuws terug naar de Nederlanden. Hierna werd er een expeditie van zeven schepen uitgezonden in het voorjaar van 1595 met de bedoeling door te varen naar China. Maar aangekomen bij Nova Zembla bleek de zee die bij de vorige expeditie nog ijsvrij was, uit een dikke ijsmassa te bestaan. Ze konden niet doorvaren en keerden terug naar Nederland. De meeste investeerders trokken zich bovendien terug.
Willem Barentsz
Maar een groepje Amsterdammers onder leiding van Willem Barentsz was ervan overtuigd dat er een weg was over de noordpool en om Rusland heen om in het Oosten te kunnen komen. Nadat er genoeg geld voor een expeditie bij elkaar was gebracht en de schepen werden uitgezocht en ingericht, begon de reis. Jacob van Heemskerck, Willem Barentsz en Jan Corneliszoon Rijp hadden de leiding over de expeditie. Willem Barentsz was een Nederlandse zeevaarder en ontdekkingsreiziger. Barentsz werd in 1550 geboren in het Terschellinger dorpje Formerum. Over zijn jeugd is vrij weinig bekend. Aanvankelijk maakte hij reizen naar Spanje en de Middellandse Zee. Later maakte hij drie reizen om de Noordelijke Doorvaart te vinden. In 1594 voer hij mee met de expeditie op zoek naar de Noordelijke Doorvaart onder leiding van Cornelis Nay in 1594. Op die reis ontdekten ze de westkust van Nova Zembla.
Ontdekking van Spitsbergen
De reis begon op 10 mei 1596. Twee kleine schepen vertrokken uit de Amsterdamse haven op zoek naar de nieuwe zeeweg. Aanvankelijk begon de tocht hoopgevend. Barentsz ontdekte eerst een eiland dat hij Veere eiland (het huidige Bereneiland) noemde. Op 17 juni kwam de vloot bij een een eilandengroep dat de naam Het Nieuwe Land (het huidige Spitsbergen) kreeg. Daarbij kregen de mannen van Barentzs ook te maken met de gevaren van Spitsbergen. Terwijl een klein deel van de bemanning met een sloep de omgeving verkende, kwam een ijsbeer naast de kleine boot zwemmen. Die werd, volgens de dagboeken van Scheepstimmerman Gerrit de Veer vakkundig om het leven gebracht, waarna de huid werd bewaard.
De twee schepen waarmee de expeditie was begonnen, splitsten op bij Bereneiland. Het schip van Jan Corneliszoon Rijp probeerde westelijk van Spitsbergen een doorvaart te vinden en Barentsz besloot de zeeën tussen Spitsbergen en Nova Zembla te onderzoeken.
Overwinteren op Nova Zembla
Na vier maanden zeilen kwam het schip van Barentsz bij Nova Zembla vast te zitten in het ijs. Er zat niks anders op dan te overwinteren op het eiland. Ze waren gedwongen tien maanden door te brengen in het gebied. De bemanningsleden bouwden een hut van resten van het schip en probeerden te overleven. Het huis dat ze bouwden noemden ze het Behouden huys. Het hout van het schip diende als bouwmateriaal voor het huis. De bemanning woonde op het eiland in het huis gedurende de wintermaanden. Toen de ergste kou voorbij was, werd van een deel van het hout van het huis een sloep gebouwd, waarmee ze aan de terugreis naar Nederland begonnen.
Terugreis
In juli 1597 besloten de overwinteraars van Nova Zembla de terugtocht naar Nederland te wagen. Willem Barentsz is op dat moment doodziek. Hun schip ligt nog steeds vastgevroren in het ijs, waardoor ze zijn aangewezen om de tocht met de sloep gebouwd uit het hout van het Behouden Huys te maken. Willem Barentsz stierf echter een week na vertrek. De rest van de bemanning wist wel in leven te blijven en werd onderweg opgepikt door een Nederlands handelsschip. In het najaar van 1597 kwamen de overwinteraars van Nova Zembla terug in Nederland. Wie nog gehoopt had op een noordoostelijke route kon die verwachting nu laten varen. Onmiddellijk werd alle aandacht gericht op expedities 'om de Zuid'.
Scheepstimmerman Gerrit de Veer maakte een verslag van de reis waardoor de gebeurtenissen bij veel mensen bekend werden. Ook nu nog spreekt het verhaal tot de verbeelding. Reinoud Oerlemans heeft namelijk naar aanleiding van het verhaal van Nova Zembla een gelijknamige film gemaakt die in november 2011 verschenen is.