Het Noorse raket-incident
Toen een team van Noorse en Amerikaanse wetenschappers op 25 januari 1995 een raket lanceerde, met instrumenten aan boord waarmee de wetenschappers het Noorderlicht hoopten te bestuderen, barstte er bijna een nucleaire oorlog uit.
Russen zien ongeïdentificeerde raket
In 1995 was de Koude Oorlog ten einde, was de Sovjet-Unie uiteengevallen en leek de dreiging van een nucleaire oorlog voorbij. Maar toen Russische technici in het radarstation van Moermansk op 25 januari 1995 een raket opmerkten die zij niet konden identificeren, kwam de mogelijkheid van een nucleaire aanval plotseling weer erg dichtbij.
De raket, een Black Brant XII viertraps onderzoeksraket, was in de vroege ochtend van 25 januari 1995 door een team van Noorse en Amerikaanse wetenschappers vanaf de Andøya lanceerbasis in Noorwegen gelanceerd. Aan boord van de raket bevonden zich wetenschappelijke instrumenten waarmee de wetenschappers het Noorderlicht hoopten te bestuderen.
Voor de Russen leek de raket door diens snelheid, hoogte en route echter op een ‘Trident II’, een intercontinentale raket met nucleaire lading die vanaf Amerikaanse onderzeeërs kan worden afgevuurd. Noorwegen had weliswaar dertig landen, waaronder ook Rusland, op de hoogte gesteld dat zij een onderzoeksraket zou lanceren, maar deze informatie was niet doorgegeven aan de Russische radartechnici.
Vrees voor nucleaire verrassingsaanval
Hoewel de Koude Oorlog voorbij was, bezagen Rusland en de Verenigde Staten elkaar in 1995 nog altijd met veel wantrouwen. Toen de onbekende raket door Russische radars werd opgemerkt, werd in het Russische leger dan ook gevreesd voor een nucleaire verrassingsaanval.
Door een enkele raket met een elektromagnetische puls (EMP) hoog in de atmosfeer te laten ontploffen, zouden Russische radars “verblind” en zou veel elektronica uitgeschakeld kunnen worden. Hierna zou een echte aanval onopgemerkt van start kunnen gaan, zonder dat het Russische leger daarop zou kunnen reageren.
Met dit mogelijke scenario in het achterhoofd werd het Russische leger direct in een verhoogde staat van paraatheid gebracht. Ook werd de Cheget, de nucleaire koffer van Rusland – vergelijkbaar met de Nuclear Football van de V.S. – naar de Russische president Boris Jeltsin gebracht. Jeltsin had slechts tien minuten de tijd om te beslissen of er een nucleaire tegenaanval moest worden ingezet.
Tien minuten reactietijd
Na de loskoppeling van de verschillende trappen van de raket leek het er voor de Russen nog meer op dat de ongeïdentificeerde raket inderdaad een Trident II was. De losgekoppelde trappen leken namelijk op de meerdere kernkoppen waarover elke Trident beschikt, en die na lancering elk afzonderlijk op verschillende doelen kunnen worden gericht.
Het kostte de Russen acht minuten om de baan van de “kernkoppen” te traceren, terwijl een Trident vanaf de Barentszzee tien minuten nodig zou hebben om het Russische vasteland te bereiken. Gedurende deze acht minuten werden de nucleaire codes van president Jeltsin geactiveerd, waarmee hij ogenblikkelijk een nucleaire tegenaanval kon bevelen – variërend van een enkele aanval op een bepaald doelwit in een individueel land, tot een massale aanval op strategische doelen in de hele wereld.
Loos alarm
Gelukkig hoefde de president een dergelijke beslissing niet te nemen. Acht minuten nadat de raket en de losgekoppelde trappen werden opgemerkt, vielen de zogenaamde kernkoppen in zee. De raket zelf viel vierentwintig minuten nadat deze vanaf Andøya was gelanceerd ook in de zee, waarna het Russische alarm werd opgeheven.
Grootspraak en ontkenning
De Russische bevolking werd tijdens het incident niet gewaarschuwd over de dreiging. Hoewel president Jeltsin de volgende dag vermeldde dat hij de nucleaire koffer had gebruikt, werd dit in Rusland afgedaan als grootspraak, bedoeld om de aandacht af te leiden van de Eerste Tsjetsjeense Oorlog die op dat moment aan de gang was. Pas een week later werd het incident besproken in het nieuws.
Verscheidene militairen ontkennen dat de wereld zich in 1995 op twee minuten afstand van een nucleaire oorlog bevond. Volgens generaal Vladimir Dvorkin zou geen enkele Russische president een nucleaire aanval bevelen op basis van onduidelijke informatie over een enkele, mogelijk vijandelijke raket. Tegen Amerikaanse media zei Dvorkin dan ook:
‘To make a decision to make a retaliatory, a massive retaliatory strike, is [a] very hard decision, even if you possess the complete information and true information concerning the fact that your country has been hit.’
Ook de Amerikaanse generaal Eugene Habiger liet zich door Amerikaanse media interviewen, en ontkende dat er in 1995 sprake was van een reëel risico op een nucleaire oorlog. Hij beweerde dat er niet eens werkelijk groot alarm werd geslagen:
‘[...] within tens of seconds after that process was initiated, before any status change was made to any nuclear force, they determined that this was not a threat to Russia. So no Russian military system was placed on an increased status of alert. [...] All they did was activate a communications link.’
Ernstige nucleaire crises
Het Noorse raket-incident is minder bekend dan de Cubacrisis en het Sovjet valse-alarm-incident van 1983. Desalniettemin beschouwen veel historici het incident als één van de ernstigste nucleaire crises in de geschiedenis.
Het Noorse raket-incident was de eerste en voor zover bekend de enige keer dat een kernmacht haar nucleaire koffer activeerde en zich voorbereidde op het uitvoeren van een nucleaire aanval.
BRONNEN:
- PBS Frontline: ‘The Norwegian rocket incident’
- Pry, Peter Vincent, War scare: Russia and America on the nuclear brink (1999) p. 183-241.
- The Washington Post: ‘Cold-War doctrines refuse to die’
- Wikipedia.org: Norwegian rocket incident
AFBEELDINGEN:
- CHAMPS-lancering vanaf de Andøya lanceerbasis, 13 oktober 2011, via NASA.