De wekker: één van de meest nuttige, maar ook irritante uitvindingen
Soms zou je ‘m wel uit het raam willen gooien. Zeker als je er net iets vroeger door wordt wakker gemaakt dan je eigenlijk zou willen: de wekker. Maar weinig uitvindingen zijn het mikpunt van zo veel gemopper, en tegelijk zo onmisbaar. Wie vond de wekker eigenlijk uit en hoe kwam die persoon op het idee?
De uitvinding van de allereerste wekker wordt toegeschreven aan de Griekse filosoof Plato (428-348 v.Chr.). Hij ontwikkelde een grote waterklok, ook wel een clepsydra genoemd, die hem hielp om ´s ochtends op tijd wakker te worden voor de colleges die hij moest geven. De waterklok had hetzelfde concept als de zandloper, maar gebruikte water in plaats van zand. De klok had een waterreservoir dat langzaam leegliep, met een schaal kon worden afgelezen hoeveel tijd er nog over was. Over het alarmsysteem zijn meerdere theorieën, één daarvan is dat er een fluitje te horen zou zijn geweest door de lucht die uit het reservoir werd geperst door het water. Een andere theorie was dat het water op een afgestelde tijd een schaaltje met loden balletjes omgooide, die op een koperen plaat vielen. De waterklok werd in deze tijd ook door de Romeinen gebruikt om bijvoorbeeld de spreektijd in de rechtszaal en tijdens debatten te kunnen bijhouden.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
De uitvinding van Plato werd later nog aangepast door de Hellenistische uitvinder en technicus Ctesibius (285-222 v.Chr.) Hij maakte een wijzerplaat en een wijzer voor de waterklok, waarmee de tijd aangegeven kon worden. Ook voegde hij er verschillende alarmsystemen aan toe, waarbij onder andere kiezelstenen op een bepaalde tijd op een gong vielen.
De Chinese wekker
Eeuwen later, in de 8e eeuw n.Chr., werd er een nieuwe variant van de wekker ontwikkeld in China. In 725 ontwikkelde de Chinese monnik en uitvinder Yi Xing (683-727) een wekker die een stuk ingewikkelder was dan de wekker die we vandaag de dag kennen. Het was een astronomische klok die de tijd kon meten, maar ook de afstand van planeten en sterren. De wekker had een waterwiel die de tandwielen in de klok in werking stelde. Als alarmsignaal verscheen er op een bepaalde tijd een soort poppenshow en werden er gongs geluid.
Ook deze klok werd later weer verder verbeterd. De Chinese uitvinders Zhang Sixun en Su Song voegden er in de 10e en 11e eeuw nog slagwerkmechanismen aan toe.
De wekker in middeleeuws Europa
Tijdens de middeleeuwen waren de wekkers er met name in Europa in de vorm klokkentorens met slagwerkmechanismen. Een groot deel van deze klokkentorens waren in staat om op een vaste, ingestelde tijd elke dag de klokken te laten luiden. Hierdoor kon men ´s ochtends worden wakkergemaakt en wisten ze bijvoorbeeld wanneer ze naar hun werk moesten. Eén van de bekendste voorbeelden van zo´n traditionele klokkentoren met een slagwerkmechanisme is de Torre dell'Orologio op het San Marcoplein in Venetië. De klokkentoren werd in 1493 gebouwd door de beroemde klokkenmaker Gian Carlo Rainieri en heeft een blauwe wijzerplaat met Romeinse cijfers. Om de cijfers heen staan tekens van de dierenriem en de verschillende fasen van de maan.
De volgende stap was om wekkers te maken die klein en praktisch waren en die men thuis kon gebruiken. Historici gaan ervan uit dat de eerste mechanische wekkers die voor persoonlijk gebruik waren in de 15e eeuw werden ontwikkeld in Duitsland. Wie dit precies deden, is vooralsnog niet bekend. Deze wekkers hadden in plaats van cijfers op de wijzerplaat gaatjes en wanneer er een speld in het daarvoor bestemde gaatje werd gestoken werd er een bel geluid.
Het overgrote deel van de mensen in deze tijd hadden echter niet zo´n eigen wekker. Naast de klokkentorens gebruikten de mensen onder andere de stand van de zon, het gekraai van hun hanen en, toen de stoommachine was uitgevonden en fabrieken strakke werktijden hanteerden, ook de stoomfluiten van de fabrieken.
Een wekker voor eigen gebruik
De eerste wekkers die gemaakt werden voor eigen gebruik werden in de 17e eeuw in gebruik genomen, met name in Groot-Brittannië. In 1620 en 1690 werden hier pogingen gedaan om praktische wekkers te ontwikkelen, maar deze werden geen groot succes. Hoewel er dus in de 17e eeuw al pogingen werden gedaan, wordt de Amerikaanse uitvinder Levi Hutchins gezien als de eerste persoon die in 1787 een wekker voor eigen gebruik ontwikkelde. Hij maakte dat jaar een wekker die hem elke nacht om vier uur wakker moest maken, zodat hij op tijd op zijn werk kon zijn. Het was een soort houten kastje van 74 centimeter hoog met een klokje en een doorzichtig deurtje. Het had een extra tandwiel die om vier uur ´s nachts een bel liet luiden. Hij heeft hier echter nooit patent op aangevraagd, omdat hij zijn wekker enkel voor zijn eigen gebruik had ontwikkeld.
Het was de Franse klokkenmaker Antoine Redier die in 1847 als eerste patent aanvroeg voor de wekker. Deze leek erg op de wekkers die in de 15e eeuw werden ontwikkeld, met dezelfde gaten in de wijzerplaat en een speld die in de gaten geplaatst kon worden. Maar deze uitvinding bleef destijds binnen de Europese grenzen. Pas in 1876, toen Seth E. Thomas zijn eigen versie van de wekker patenteerde, kwam de wekker ook op de Amerikaanse patentenlijsten. Thomas’ wekker had een handopwinder en een alarmmechanisme dat op elk moment kon worden ingesteld. Thomas´ bedrijf werd een massaproducent van de wekker en bracht de uitvinding naar de grote massa. Aan het einde van de 19e groeide de populariteit van de wekker in de VS aanzienlijk en nadat de wekker ook in Duitsland werd ontwikkeld, ook in Europa.
Maar niet iedereen had te midden van de Industriële Revolutie behoefte aan deze mechanische wekker. Mensen hadden ook andere manieren om ´s ochtends gewekt te worden en op tijd op het werk te komen. Een populaire methode was om een zogenaamde porder in te schakelen, dit werd ook in Nederland gedaan. Deze porder sloeg op de deuren en ramen met allerlei materialen, waaronder een wapenstok, om de mensen aan huis wakker te maken.
De wekker in de 20e eeuw
In de loop van de 20e eeuw ontwikkelde de wekker zich gestaag door, zo werden er onder andere wekkers met een radio erin ontwikkeld, maar dit kwam tijdens de Tweede Wereldoorlog stil te liggen. Tijdens de oorlog staakten veel bedrijven die wekkers maakten hun productie, waaronder die in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Dit zorgde ervoor dat wekkers erg schaars werden en veel mensen, waaronder veel burgers die in dienst waren van het leger, te laat op hun werk kwamen. Naar aanleiding hiervan mochten sommige bedrijven toch de kapotte wekkers repareren of hun wekkers verkopen.
Na de oorlog ging de wekkerproductie door waar die gebleven was en de wekker bleef mateloos populair. In de jaren ´50 van de vorige eeuw kwamen er nieuwe ontwerpen op de markt die niet langer van hout en metaal werden gemaakt, maar van plastic. Het was ook in deze tijd dat de eerste elektrische wekker werd ontwikkeld, die in de decennia daarna blijvend gebruikt werd.
De hedendaagse wekker
Tegenwoordig hebben de meeste mensen de digitale wekker die altijd vertrouwd op het nachtkastje stond, ingeruild voor de wekker die ze kunnen instellen op hun smartphone. Hoewel de vorm van de wekker blijft veranderen, is het onwaarschijnlijk dat het ooit zal verdwijnen. Niemand houdt er immers van om zich te verslapen. Al zullen velen dat ongetwijfeld even vergeten als ze wreed uit hun slaap worden gerukt.
Bronnen:
- Klassieken.nu: Plato’s wekker
- Atlasobscura.com: A 2,000-Year History of Alarm Clocks
- Retail-insider.com: History of alarm clocks- All you need to know
- Throughouthistory.com: A Rude Awakening – The History of Alarm-Clocks
- Andrew N. Sherwood, Milorad Nikolic & John W. Humphrey: Greek And Roman Technology: A Sourcebook Of Translated Greek and Roman Texts
- Efstratios Theodosiou: The Ancient Clepsydra of Athens
- Gordon Campbell: The Grove Encyclopedia of Decorative Arts: Two-volume Set