Interview met Dan Jones - auteur van De Kruisvaarders
Dan Jones is een Britse historicus, journalist, tv-presentator en auteur, gespecialiseerd in middeleeuwse geschiedenis. Hij studeerde in Cambridge en schreef onder meer De Tempeliers en De tijd in kleur. In zijn nieuwste boek De Kruisvaarders neemt hij zijn lezers mee naar de vier eeuwen waarin de kruistochten zich afspeelden.
Door: Christianne Scholtens
Waarom wilde je een boek schrijven over de kruistochten?
Deels omdat je niet zo lang mediëvist kunt zijn zonder dat je belandt bij de kruistochten – ze vormen een aanzienlijk deel van de westerse geschiedenis. Daarnaast is het ook gewoon meeslepend materiaal voor verhalende geschiedenis: er zijn zo veel gevechten en er gebeuren zo veel rare dingen. De militaire, politieke, religieuze en culturele ideeën en bewegingen uit die tijd komen er allemaal in samen. Bovendien raakt het tal van gebieden, van het Midden-Oosten tot West-Europa, zelfs tot aan Mongolië. Het bevat dus allemaal ingrediënten die ik nodig heb om een goed verhalend boek te schrijven over de middeleeuwen. Eerder heb ik De Tempeliers geschreven, dat zich afspeelt ten tijde van de kruistochten. Daardoor kende ik de lijnen van het verhaal. Nu wilde ik een veel omvangrijker boek schrijven, dat de geschiedenis niet slechts vanuit het perspectief van één instituut laat zien, maar vanuit allerlei verschillende perspectieven.
Elk hoofdstuk schrijf je inderdaad vanuit een ander individu. Hoe koos je deze personages?
Van sommige karakters was vanaf het begin al duidelijk dat ze een plek in het boek moesten krijgen, omdat ze zo belangrijk zijn voor de kruistochten – Paus Urbanus II bijvoorbeeld. Maar ik wilde waar ik kon de verhalen vertellen door personages die minder voor de hand lagen. Voordat ik begon met schrijven, ben ik lange tijd bezig geweest met de opbouw van het boek. Hoofdstuk voor hoofdstuk bedacht ik welke stukken van de geschiedenis ik zou opnemen. En toen was het alsof ik een film ging casten. Er moest genoeg materiaal beschikbaar zijn om karakters goed neer te kunnen zetten en ik moest ze goed kunnen verbinden met de hoofdlijnen van het verhaal. Ik wilde verscheidenheid in standpunten: mannen en vrouwen, moslim en christenen, Grieken en Romanen, soennieten en sjiieten, Turken en Koerden. En ik wilde dat het levendig zou aanvoelen. Al die verschillende karakters zou het boek zo veel interessanter maken. Neem nu bijvoorbeeld het hoofdstuk over de Derde Kruistocht. Daarin probeer ik het verhaal te vertellen vanuit vrouwen, beginnend bij Margaretha van Beverley. Bijna iedereen heeft het verhaal van de Derde Kruistocht namelijk al eens gehoord, veel mensen hebben de film Kingdom of Heaven gezien. Ze kennen Saladin en Richard I van Engeland, ik kan dat verhaal niet nog eens vertellen. Het is zo macho, zo saai. Tijdens het onderzoek stuitte ik steeds op Margaret van Beverley en ik bedacht me hoe interessant het zou zijn om dit verhaal juist vanuit vrouwelijke standpunten te vertellen. Bovendien vecht Margaret van Beverley een bepaald moment ze met een steelpan op haar hoofd. Dat is geweldig! Als mensen zich iets van De Kruisvaarders herinneren, dan is het dat beeld. Dus het besluitvormingsproces varieerde tussen wat nodig was om het verhaal te dragen, wat nodig was om het verhaal eigenheid te geven en wat gewoon heel cool was.
Hoe vond je informatie over karakters waar niet zo veel informatie over te vinden is als over bijvoorbeeld Paus Urbanus II?
Als er echt niet genoeg informatie is, dan kan ik die persoon niet gebruiken. Er is een verhaal over een van de edelmannen in het koninkrijk Jeruzalem, begin 13e eeuw. Hij valt uit een raam en overlijdt, maar dat niet alleen, hij valt ook nog eens boven op een dwerg die hij in dienst heeft – en de dwerg overlijdt ook. Ik had er veel voor gegeven als ik een heel hoofdstuk kon schrijven vanuit het perspectief van de dwerg. Maar dat verhaal is letterlijk het enige wat we over hem weten. Dus dat is onmogelijk. Maar ik heb een hele bibliotheek vol aan boeken over de kruistochten, dus over de meeste mensen is wel informatie te vinden. Aan de andere kant probeer ik ook inventief te zijn met het bronnenmateriaal dat ik gebruik en het materiaal waar ik verder induik. Veel auteurs besteden slechts een paar regels aan Sigurd I, koning van Noorwegen. Ik heb hem tot een karakter gemaakt dat een heel hoofdstuk draagt, zelfs een van mijn favoriete hoofdstukken in het boek. Het is logisch om Boudewijn IV, de eerste koning van Jeruzalem, het verhaal te laten vertellen. Maar dat is lang niet zo boeiend als een Viking-kruisvaarder die op zijn schip stapt en een groot deel van de wereld ziet voor hij uiteindelijk Boudewijn IV ontmoet in Jeruzalem.
Was het leuker om te schrijven vanuit dat soort nieuwe perspectieven dan vanuit de bekende?
Ik had niet anders gekund en gewild – en dat zou ook zinloos zijn geweest. Er zijn al zo veel geweldige monografieën geschreven over de kruistochten. Wat kan ik daaraan toevoegen? Niets! Wat ik wel kan doen is het verhaal vertellen op mijn manier. Door de geschiedenis te ontvouwen vanuit allerlei verschillende personages, geef ik een hele nieuwe kijk op de kruistochten. En ik hoop dat ik op die manier mensen interesseer in dit onderwerp die graag historische fictie lezen, zoals van George R.R. Martin, waarin het verhaal vaak vanuit meerdere perspectieven wordt verteld.
Identificeerde je jezelf met een van de personages in het boek tijdens het schrijven?
Ik had zeker een paar favoriete karakters – Margaret of Beverley staat met stip op één. Ik vond Sigurd geweldig. En Boucicaut, een Franse ridder die een achterwaartse salto kon maken in volledige wapenrusting. Ik genoot van het schrijven over Hermann van Salza. Maar zou ik me met een van hen identificeren? Dat weet ik niet, maar ik genoot in elk geval van hun aanwezigheid.
Hoe ziet je schrijfproces eruit?
Op werkdagen probeer ik elke dag te schrijven, voornamelijk ’s ochtends. Ik probeer het meeste gedaan te hebben voor de lunch. Voor het boek dat ik momenteel schrijf, probeer ik in een maand een hoofdstuk te schrijven. En hoewel er veel is dat mijn aandacht vraagt, vind ik het echt belangrijk om er elke dag mee aan de slag te gaan, anders wordt het te groot in mijn hoofd en begin ik er niet meer aan.
Welke ontdekking verraste je het meest?
Het leuke van het schrijven was die eindeloze stroom van ontdekkingen, die vaak ook nog eens zo raar waren. Neem nou Godfried van Bouillon, een leider van de Eerste Kruistocht. In een van de kronieken staat dat hij vocht met een beer. Toen ik verder in dat verhaal dook, ontdekte ik dat hij een zwaardgevecht aanging met beer, maar het gevecht aan het verliezen was en toen in paniek zijn eigen kuitspieren doorsneed. Hij werd gered door een boer die toevallig langskwam en de beer doodstak. Dat is een geweldige ontdekking. In een boek dat zich op zo’n grote schaal afspeelt, zijn dat soort kleine eigenaardigheden heel belangrijk, omdat je ze makkelijk herinnert en omdat ze het verhaal menselijk maken. Daarnaast vond ik het ook geweldig om het hoofdstuk over de Vierde Kruistocht te schrijven, omdat die in De Tempeliers niet voorkomt. Ik had van tevoren alleen maar een vaag idee van het beleg van Constantinopel, maar het is echt ongelofelijk.
Je begint het boek met het citaat: ‘In die dagen bekommerden mensen zich evenzeer om bontmantels als om hun onsterfelijke ziel’, van Adam van Bremen. Waarom dat citaat?
Het legt de spanning in het hart van de kruistochten bloot. Wat zijn de beweegredenen van de kruisvaarders? Mensen zeggen vaak: ‘Dit zou een heilige oorlog zijn die puur over geloof gaat, maar kom op, het gaat eigenlijk gewoon over geld, toch?’ Maar ik denk dat beide factoren en de relatie daartussen van belang waren. Een van de overkoepelende analyses in De Kruisvaarders is wat de kern was van de verschillende kruistochten. In de Eerste en Tweede Kruistocht zijn geloofsovertuiging en massahysterie belangrijke beweegredenen. De hoop om een stad te kunnen plunderen is nog niet zo sterk aanwezig. In de Vierde Kruistocht is dat omgedraaid.
In de epiloog van De Kruisvaarders maak je een koppeling met het heden, waarin het woord ‘kruistocht’ nog steeds op allerlei manieren voorkomt. Waarom wilde je dat benoemen in het boek?
Om op je eerste vraag terug te komen: dit is een van de redenen dat er boeken geschreven moeten blijven worden over de kruistochten. In ieder geval in het Engels wordt het woord ‘kruistocht’ voortdurend gebruikt en vaak ook op een lichtzinnige manier. De burgemeester zegt bijvoorbeeld: ‘Ik ben op een kruistocht tegen zwerfafval.’ Hoewel ik denk dat Jezus niet zou willen dat er afval op straat ligt, denk ik niet dat dat echt een kruistocht is. Maar de term wordt ook heel serieus gebruikt. Het is een belangrijke pijler in de propaganda van Al Qaida en ISIS. Over de aanslag die gepleegd werd tijdens het concert van Ariana Grande in Manchester, waarbij tientallen kinderen en hun ouders omkwamen, stelde ISIS dat er een explosief was ontploft tijdens een ‘verzameling van kruisvaarders’. Het verdedigt letterlijk moord. En aan de andere kant heb je de extremisten op rechts, de neofascisten, alt-right, die hun geweld, haat en onverdraagzaamheid met kruisvaarders-symboliek rechtvaardigen. Aan beide kanten wordt er een wereldbeeld mee opgetuigd waarin de islam en het christendom tegenover elkaar staan, en gedoemd zijn om met elkaar in conflict te zijn tot de een wint en de ander verliest. De kruistochten zijn vandaag de dag dus nog steeds relevant. Het gaat over leven en dood. En daarom denk ik dat het belangrijk is om te blijven vertellen wat er daadwerkelijk gebeurde. Zijn moslims en christenen inderdaad gedoemd tot oorlog of ligt het toch anders? De subtiliteit is verdwenen in de algemene kennis en in het gebruik van de jargon. Geschiedenis doet er dan echt toe.
Je eerste boeken speelden zich af in Engeland, met De Tempeliers en De Kruisvaarders breidde je dit verder uit naar delen van Europa, het Midden-Oosten en Afrika. Ben je van plan om nog verder te kijken?
Jazeker, dat ben ik momenteel aan het doen. Ik ben bezig met het schrijven van Powers and Thrones, een nieuw non-fictieboek. Je zou het een geschiedenis van de middeleeuwen kunnen noemen, gefocust op het westen. In elk hoofdstuk bespreek ik een mogendheid die op een bepaald moment aan de macht was, vanaf de val van het West-Romeinse Rijk tot het begin van de vroegmoderne tijd. Zo schrijf ik over het Romeinse Rijk, de Grote Volksverhuizingen, Byzantium, het eerste islamitische kalifaat, enzovoort, aan de hand van vragen als: wat waren de drijvende krachten achter de aanzienlijken? Wat leidde tot hun ondergang? De antwoorden verschillen uiteraard sterk per grootmacht. Dus ja, dat is omvangrijke geschiedenis.
Dat klinkt heel interessant!
Het is ook heel leuk om ermee bezig te zijn. Ik geniet er ontzettend van. Ik heb een baan waardoor ik kan leven en eten en zelfs nog meer. Er is al jarenlang geen dag geweest waarop ik moest werken, maar geen zin had. En ik heb dat soort werk vroeger wel gehad, dus ik weet wat het is. Maar nu geniet ik ontzettend van de dingen die ik doe en dan krijg ik er nog betaald voor ook. Dat is een groot geluk.
De Kruisvaarders van Dan Jones is nu te bestellen bij Uitgeverij Omniboek