Veroverden Franse ruiters te paard de Nederlandse vloot?
In 1795 werd de Republiek der Verenigde Nederlanden aangevallen door Franse revolutionaire troepen. Het Staatse leger was geen partij voor de Fransen. Toen in de ongebruikelijk strenge winter van dat jaar de grote rivieren bevroren, lag de Republiek open voor de Fransen. Het Staatse leger stond er zo slecht voor dat de marine het zelfs verloor van een eenheid ruiters.
De Fransen rukten razendsnel op en op 23 januari stonden ze al bij Den Helder. Daar lag de Nederlandse vloot vastgevroren. Volgens de overlevering zagen de Fransen hun kans schoon. Volgens Franse rapporten veroverden de dappere ruiters de Nederlandse vloot met een bestorming met de blanke sabel. Het ijs zou gedonderd hebben onder het geweld van de aanstormende paardenhoeven terwijl de mannen zich door sneeuw en ijs een weg naar hun prijs baanden. Zo zou de Nederlandse vloot bij Den Helder de twijfelachtige eer krijgen om als eerste en enige vloot ter wereld door ruiters te worden verslagen.
Zo ging het verhaal de Franse geschiedenis in en zo staat het verhaal op veel plekken op internet. Het beeld van een formatie ruiters die met de sabel in de aanslag met donderend geraas over het ijs richting de schepen stormt, klopt echter niet helemaal. Hoewel de Nederlandse vloot zich in 1795 wel degelijk overgaf aan een eenheid cavaleristen, was er van een bestorming nauwelijks sprake, laat staan een gevecht. Wat gebeurde er wel?
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
De Republiek verliest de oorlog tegen Frankrijk
In het najaar van 1794 waren Franse revolutionaire legers onder leiding van generaal Pichegru snel opgerukt naar het noorden. In dezelfde periode balanceerde de Republiek op het randje van een burgeroorlog tussen orangisten en patriotten. Toen de Franse revolutionaire legers de Republiek binnenvielen, was het Staatse leger nauwelijks partij voor de Fransen. En toen viel de winter ook nog in. Januari 1795 was extreem koud, zo koud dat de grote rivieren en zelfs de Zuiderzee bevroren. De zwakke Staatse legers konden zich nu ook niet meer achter de rivieren verschansen. De Franse legers trokken eenvoudig over de bevroren rivieren en namen in razend tempo grote gebieden in de Republiek in. Op 18 januari besloot stadhouder Willem V naar Engeland te vluchten. De Republiek lag open voor de Fransen.
Een van de militairen die aan Franse zijde meestreed, was Johan Willem de Winter, ooit Luitenant-ter-zee aan de kant van de Republiek, maar overgelopen en in het Franse leger opgeklommen tot brigadegeneraal. Als zodanig voerde hij een Franse eenheid huzaren aan. In januari 1795 had De Winter met zijn troepen onderdak gevonden in de regio rondom Amsterdam en Haarlem om daar de winterkou af te wachten. Voordat zijn soldaten goed en wel onderdak hadden, ontving hij van Pichegru orders om op te rukken naar Den Helder. Daar moest hij voorkomen dat de hoofdmacht van de Staatse vloot achter de stadhouder aan naar Engeland zou uitwijken en tegelijkertijd voorkomen dat de Engelsen de vestingwerken rondom Den Helder konden innemen.
De Winter ondernam snel actie en reed in de nacht van 22 op 23 januari uit richting het noorden. Daar kwamen zijn huzaren in de avond van 23 januari aan en sloegen hun kamp op in de duinen bij Den Helder.
De vloot geeft zich over aan de cavalerie
Even ten noorden van Den Helder, in het Nieuwediep tussen Texel en het vasteland, lag de hoofdmacht van de Nederlandse vloot voor anker. Tijdens een opkomende winterstorm waren de schepen daar in de luwte van het eiland voor anker gegaan, maar inmiddels waren de schepen vastgevroren. De vloot was aanzienlijk: veertien linieschepen, waarvan er elf volledig bewapend en bemand waren. Bij elkaar zouden de Franse ruiters het met hun geweren en kleine kanonnen moeten opnemen tegen meer dan achthonderd kanonnen.
Vanaf de schepen waren de kampvuren van de Franse soldaten in de duinen ook te zien, al was het voor de bemanning onduidelijk hoe groot de legermacht in de duinen was. De vloot nam voorbereidingen om indien nodig de kanonnen te saboteren en de vloot tot zinken te brengen. Wat er daarna precies gebeurde is niet helemaal duidelijk.
Waarschijnlijk reed in de vroege morgen van 24 januari een van de ruiters over het ijs richting de schepen voor een onderhandeling, maar wat er precies besproken werd, is nooit opgeschreven of overgeleverd. Wat vaststaat is dat er bij zowel de eenheid Franse Huzaren als de vloot van de Republiek op dat moment geen topofficieren aanwezig waren. Admiraal Van Kinsbergen was er niet en dus stond de vloot onder leiding van kapitein H. Reyntjes, die dankzij zijn senioriteit de leiding had. En aan Franse kant was ook De Winter geen topofficier. Historici gaan ervanuit dat de twee daarom een status-quo afspraken. Totdat er voor beide commandanten meer duidelijk was, zouden de schepen en de Franse ruiters op hun plek blijven.
Wel had Reyntjes op dat moment al een schriftelijk bevel van de Staten van Holland ontvangen geen weerstand te bieden aan de oprukkende Fransen. Na vijf dagen was er niks veranderd en gaf Reyntjes zich plechtig over aan De Winter. De schepen bleven onder Nederlandse vlag, en het bevel aan boord bleef onder de eigen kapiteins vallen, maar de schepen zouden niet meer uitvaren naar Engeland of op een andere manier weerstand bieden aan de Fransen.
Wat klopt er van het verhaal?
Het klopt dus dat de Nederlandse vloot zich overgaf aan cavaleristen, maar van een groot en episch gevecht is geen sprake. Het verhaal van dappere ruiters die in donderende galop over het ijs stormden en de Nederlandse vloot versloegen als David tegen Goliath is niets anders dan het verzinsel van Franse propagandisten die het voorval waarschijnlijk niet erg glorieus vonden en het verhaal nogal aandikten. Een belangrijke aanwijzing daarvoor is een verhaal dat pas in 1846 in de Franse krant Echo de la Frontière verscheen. Daarin claimde een Franse officier dat hij de vloot wel met een razendsnelle tocht had veroverd, maar omdat dezelfde officier claimde dat hij in z’n eentje ook Haarlem had veroverd, wordt er weinig waarde aan dat verhaal gegeven.