De afgelopen eeuw zijn er flink wat beroepen uit het Nederlandse straatbeeld verdwenen. Wat dacht je van de scharensliep? Of de porder?
Verdwenen beroepen
Heb je kapot keukengerei in huis? Grote kans dat je deze spullen in de vuilnisbak gooit. Tot aan de 20e eeuw was dit anders.
In de achttiende en de negentiende eeuw gaven gouvernantes privéles aan kinderen uit welgestelde gezinnen. Waarom was de gouvernante belangrijk?
Het beroep putjesschepper was verre van hygiënisch, maar wel essentieel voor de reiniging van de straten.
Vanaf de Gouden Eeuw was de molenaar onmisbaar, maar na de Tweede Wereldoorlog raakte het beroep uit de gratie. Wat deed een molenaar?
De baljuw was in de middeleeuwen tot en met het einde van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in 1795 een belangrijk beroep.
In de middeleeuwen was het ambt klompenmaker zeer populair. De klompenindustrie
kreeg het na 1890 zwaar en anno 2017 is het beroep haast uitgestorven.
In de tweede helft van de twintigste eeuw, met de komst van de televisie, waren televisieomroepsters populair.
Sinds de handkar uit het straatbeeld is verdwenen, bestaat het beroep van de bruggentrekker of kargadoor niet meer.
Sinds 15 september 2015 is het circussen verboden om wilde zoogdieren te hebben en daarmee verdween het beroep van de dompteur.
De gevreesde schooltandarts kwam vroeger een paar keer per jaar met zijn busje naar het schoolplein om de gebitten van kinderen te controleren.
De sprookjesachtige functie van torenwachter bestaat nog steeds maar een veelvoorkomend beroep is het niet. Ooit waakten ze over tijd en veiligheid.