American Indian Movement nam het heft in eigen handen voor inheemse rechten
Al honderden jaren wordt de inheemse bevolking van Noord-Amerika geteisterd door onderdrukking. Wat begon met land dat werd ingenomen door Europese kolonisten, eindigde met een politiek systeem waarin de inheemse bewoners tweederangs burgers werden. In de jaren ’60 van de vorige eeuw ontstond er een beweging voor de rechten van deze burgers: de American Indian Movement (AIM).
Ongelijkheid lijdt tot oprichting American Indian Movement
In de rumoerige jaren ’60 hadden inheemse Amerikanen bovengemiddeld vaak last van politiegeweld, armoede, systematisch racisme vanuit de overheid en discriminatie vanuit de witte Amerikanen, vooral in grote steden. Een groep oorspronkelijke bewoners uit de omgeving van Minneapolis, in de staat Minnesota, besloot in juli 1968 om zich hier actief tegen te gaan verzetten en richtte de American Indian Movement op. De beweging focuste zich in eerste instantie op de inheemse bevolking in de stedelijke gebieden, maar al snel werd de focus ook uitgebreid naar de inheemse Amerikanen op reservaten. Verdragen met de overheid, de hoge mate aan werkeloosheid en het behoud van de inheemse culturen werden speerpunten van de beweging.
Beweging begint vredig
Een van de eerste acties van AIM, was het oprichten van de zogenaamde AIM ‘patrouille’. Deze ‘patrouille’ moest in de gaten houden hoe de politie en rechtbanken met inheemse Amerikanen omgingen. Geïnspireerd door de Afro-Amerikaanse burgerrechtenbeweging, probeerde AIM ook betere gezondheidszorg te krijgen voor de inheemse bewoners in Minnesota. Het originele plan was dat de American Indian Movement een geweldloze actiebeweging zou zijn, maar daar kwam al snel verandering in.
Acties en bezettingen werden grootschaliger
De protestacties van de AIM werden al snel grootschaliger en ook gewelddadiger. Met de acties tegen politiegeweld kreeg de beweging nationale aandacht, waardoor het ledenaantal snel groeide. In 1969 bezette een groep leden het roemruchte gevangeniseiland Alcatraz, voor de baai van San Francisco. Hiermee probeerden de activisten een tegenstelling van de werkelijkheid aan te tonen: de kolonisten namen vroeger hun eiland in, dus nu namen zij een eiland van de kolonisten in. De bezetting van Alcatraz duurde uiteindelijk meer dan negentien maanden.
In de jaren daarop, volgden meer grote acties. Op de feestdag Thanksgiving in 1970 bezette een groep AIM-leden een replica van het schip de Mayflower, waarmee de Engelse Pilgrim Fathers in 1620 naar Amerika kwamen. Ook benoemden zij tijdens deze actie Thanksgiving tot een nationale dag van rouw voor de inheemse bevolking, iets dat vandaag de dag door velen nog steeds zo wordt gezien. Het jaar erop, in 1971, bezette een groep demonstranten van de beweging twee maanden lang Mount Rushmore. Dit eerbetoon aan vier Amerikaanse presidenten, staat volgens een oud verdrag op land van de Lakota stam, en de demonstranten wilden het verdrag weer in ere herstellen. Hoewel dit niet de enige acties waren in deze periode, worden deze twee demonstraties vandaag de dag gezien als de belangrijkste acties van de AIM in de beginjaren van de beweging.
Trail of broken treaties wordt serieus opgepakt voor de politiek
De meest ambitieuze actie van de beweging vond plaats aan het einde van 1972. Ruim zevenhonderd inheemse bewoners trokken in een stoet van meer dan zes kilometer lang van Minnesota naar Washington D.C. De organisatoren van de stoet, waaraan bewoners van meer dan tweehonderd verschillende stammen uit vijfentwintig staten meededen, hadden een lijst opgesteld met twintig eisen voor de Amerikaanse overheid. Aan het eind van deze trail of broken treaties (tocht van gebroken verdragen) moest de lijst worden overhandigd aan de president. President Nixon zag niks in de twintig punten die de demonstranten hadden opgesteld, maar nam het protest wel serieus. Een aantal jaar later nam Nixon een wet aan waarmee er meer geld naar reservaten gestuurd werd. Diezelfde wet gaf de bewoners van de reservaten ook meer zelfzeggenschap over dit geld.
Bezetting van Wounded Knee in 1973
Misschien wel de bekendste actie van de AIM was de bezetting van Wounded Knee in 1973. Dit protest op het Pine Ridge reservaat in de staat South Dakota was zowel gericht tegen de Amerikaanse overheid, als tegen een plaatselijke stamleider. De bezetting, die 71 dagen duurde, verliep gewelddadig. Regelmatig werd er over en weer geschoten door federale politie, FBI en demonstranten, waardoor twee demonstranten omkwamen en er veertien gewond raakten. Ook twee agenten van de FBI kwamen om en twee andere agenten raakten gewond. Eén activist raakte tijdens de actie vermist en is dat nog altijd. Door het gewelddadige verloop kreeg de actie in Wounded Knee veel aandacht in de media. Ondanks de doden zorgde de actie er wel voor dat de situatie van de inheemse bewoners weer hernieuwde aandacht kreeg van het grote publiek.
Acties worden weer vrediger
In de jaren die volgden, zette AIM zich volop in voor de rechten van de inheemse bewoners, maar de acties werden vrediger en minder grootschalig. In 1974 richtte de beweging in samenwerking met 98 stammen de International Indian Treaty Council op. Nog datzelfde jaar werd de International Indian Treaty Council door de Verenigde Naties erkend. Het was de eerste organisatie van inheemse groeperingen die de erkenning kreeg.
Een jaar later, in 1975, werd AIM de hoofdsponsor van het eerste huisvestingsproject voor inheemse Amerikanen. In samenwerking met de overheid moest het project, wat de naam Little Earth of United Tribes (Kleine Aarde van Verenigde Stammen) kreeg, zorgen voor betere en betaalbaardere woningen voor de vaak armere oorspronkelijke bevolking.
In 1978 organiseerde de American Indian Movement nog een grote tocht door het land om aandacht te vragen voor hun standpunten. Na deze zogenoemde Longest Walk (langste wandeling) weigerde president Carter om de demonstranten tegemoet te komen, maar andere prominente figuren vroegen wel aandacht voor de zaak. Onder andere senator Robert Kennedy en boxer Mohammed Ali steunden de actie. Niet veel later werd er een wet aangenomen die inheemse stammen meer religieuze vrijheid gaf.
Gevecht voor internationale gelijkheid
Sinds de jaren ’80 focust de beweging zich steeds meer op het behoud van de inheemse cultuur in de VS en op inheemse groeperingen wereldwijd. Zo focust de groep zich nu onder andere op het aanpassen van racistische of stereotyperende namen van sportteams. Door maatschappelijke druk, gedeeltelijk aangewakkerd door de AIM, zijn de Cleveland Indians (honkbal) en de Washington Redskins (American football) hernoemd naar respectievelijk de Cleveland Guardians en de Washington Commanders. Ook de in 2007 aangenomen Verklaring over de Rechten van Inheemse Volkeren van de Verenigde Naties werd mede mogelijk gemaakt door de internationale samenwerkingsverbanden die de American Indian Movement aan is gegaan.
In 1993 splitste de groep zich op in twee verschillende fracties. Ondanks dat de groep uiteindelijk uiteenviel, heeft de AIM veel betekend voor de rechten van de inheemse bevolking van Amerika. Door hun grootschalige acties werden maatschappelijke problemen op de politieke agenda gezet, terwijl de kleinere en vredigere acties ook voor een daadwerkelijk verschil zorgde in het leven van inheemse Amerikanen. Vandaag de dag voert de AIM nog steeds acties, hoewel meer als lobbygroep dan als actiegroep.
Bronnen:
- History: American Indian Movement (AIM)
- Brittanica: American Indian Movement
- UGA Libraries: American Indian Movement
- Oklahoma Historical Society: American Indian Movement
- National Park Service: The Struggle for Sovereignty: Series Overview
- American Archive of Public Broadcasting: The American Indian Movement