Baden als een Romein
Naar de baden gaan was in het Romeinse Rijk een dagelijks ritueel. Om deze reden hadden de meeste Romeinse steden dan ook op zijn minst één openbare badplaats. Deze plaats was over het algemeen zowel voor arm als rijk toegankelijk. Hoe zag zo’n badplaats er eigenlijk uit? En: waarom kreeg de Romeinse ook een grote sociale functie?
Romeinse badhuizen
Romeinen duidden de openbare badplaatsen aan met twee namen. Allereerst thermae, afkomstig van het Griekse thermos wat warm betekent. Dit waren de grote imperialistische badplaatsen, die onder beheer van de staat stonden. Daarnaast waren er ook nog kleinere bad-faciliteiten, soms privaat soms publiek, die balneae genoemd werden. Meestal zagen de thermae er als volgt uit: een grote open tuin, omringd door kleine gebouwen en een blok van badhuizen in het midden van de tuin of aan de achterzijde van de tuin. De badhuizen hadden over het algemeen drie ingangen. Één voor mannen, één voor vrouwen en één voor slaven.
De weg van de Romeinse badgast
Na binnenkomst waren de eerste kamers waar de Romeinse badgasten zich begaven de apodyterium, de ontkleedruimtes. Zij konden hun kleding en persoonlijke eigendommen achterlaten op planken of in cabines. Om de persoonlijke eigendommen te beschermen tegen dieven brachten bezoekers hun eigen slaven mee om op te passen. Hoe meer slaven je meenam, hoe welgestelder je was. Een meester gaf zijn slaaf de opdracht: “Niet in slaap vallen, vanwege de dieven.”
Een slaaf huren
De slaven werden ook vaak meegenomen in de andere kamers om bijvoorbeeld de spullen te dragen of de meester te wassen. De mensen zonder slaven hadden deze optie echter niet. Voor hen was het mogelijk om een slaaf te huren in de openbare badplaats, als je minder welgesteld was maar toch iemand wilde die jouw eigendommen bewaakte. Deze slaven werden capsarius genoemd.
Vervloeken van dieven
Het stelen in Romeinse badhuizen was een dagelijkse praktijk. Mocht de Romeinse badgast bestolen zijn in het badhuis, was het gebruikelijk dat een van de Romeinse goden om vergelding werd gevraagd. Er werd een vervloeking op een tablet geschreven, die geofferd werd aan de goden. Verschillende van deze tabletten zijn terug gevonden. Op één van de tabletten stond: “Sta geen slaap of gezondheid toe aan hem die mij verkeerd heeft gedaan”.
Van gymnasium naar stoomruimte
De wetenschappers zijn het er niet over eens hoe de Romeinse badgast vervolgens zijn weg vervolgde. Een optie is dat na de apodyterium de Romeinse badgast naar de palaestra ging, een gymnasium ruimte. Daarna volgde de notatio, een openluchtzwembad, gevolgd door de laconica, een droge stoomruimte. De laconica was meestal een ronde ruimte, met een klein gat in het dak. De sudatoria was een vochtige stoomruimte. Ook deze ruimte had een opening in het dak.
Hete en koude baden
Na dit alles doorlopen te hebben begon de Romeinse badgast aan het echte werk, de eerste badruimte, de caldarium. Dit warmste bad van het Romeinse badhuis bevond zich in de vloer. Dit werd verwarmd door een hypocaustum, een vloerverwarmingssysteem dat de Romeinen hadden ontwikkeld. De Romeinse badgast reinigt zich voor het baden hier met olie en een strigil om de overtollige olie vervolgens van zijn lichaam af te schrapen. Om vervolgens een ‘verfrissende’ duik te nemen in het bad wat waarschijnlijk tussen de 50 en 55 graden Celsius was. Hierna ging de Romeinse badgast door naar de volgende kamer, de tepidarium. Dit was een warme kamer die opnieuw verwarmd werd door een hypcaustum. In deze kamer is er een continue stralingswarmte vanaf zowel de muren als de vloer. Na deze kamer werd doorgegaan naar de frigidarium waar een groot koud bad was. Door de twee voorgaande kamers werden de poriën geopend, en door het koude bad in deze kamer werden deze weer gesloten. Na dit alles waren er nog verschillende kamers voor massage en andere gezondheidsbehandelingen.
Socializen
Zoals uit de hierboven omschreven volgorde duidelijk wordt, duurde het proces van baden relatief lang. Al snel begonnen de Romeinse badgasten met elkaar te praten. In de loop van de tijd was het heel normaal dat je naar het badhuis ging om bijvoorbeeld je vrienden uit te nodigen om een avondje langs te komen. Niet alleen het badhuizen-blok werd een heel sociale ruimte, ook de gebouwen eromheen. In de kleine gebouwen die de tuin omringden bevonden zich namelijk bibliotheken, plekken om te drinken en te eten en kamers om bij elkaar te komen voor bijvoorbeeld gedichtlezingen of om kunst te bekijken.
Romeins badhuis in Nederland
Ook in Nederland waren er badhuizen tijdens de Romeinse tijd. In Heerlen zijn restanten van een van de best bewaarde Romeinse badhuizen te bewonderen in het Thermenmuseum. Het badhuis van Coriovallum, zoals Heerlen toen werd genoemd, is het oudste gebouw van Nederland. Het is gebouwd tussen 63 en 73 na Christus. De restanten hebben een oppervlakte van 2500 m². Deze kun je bekijken vanaf een grote loopbrug.
Bronnen:
De Limburger: Wetenschappelijk onderzoek toont definitief aan:(...)
Bronnen:
britannica.com, Thermae - Roman bath ancient.eu, Roman Baths pbs.org, Apodyterium thermenmuseum.nl, Over het Thermenmuseum en.wikipedia.org, Thermae en.wikipedia.org,Caldarium en.wikipedia.org, Hypocaust en.wikipedia.org, Apodyterium en.wikipedia.org, Laconicum en.wikipedia.org, Sudatorium en.wikipedia.org, Tepidarium en.wikipedia.org, Strigil en.wikipedia.org, Frigidarium en.wikipedia.org, Ancient Roman bathing
Afbeeldingen:
commons.wikimedia.org, Les thermes de Dioclétien commons.wikimedia.org, Les bains hellénistiques de Megara Hyblaea, Sicile, Italie commons.wikimedia.org, Roman bath at bath england