De Nederlandse Grondwet van 1814
Den Haag 1814 - De Fransen zijn weg, Nederland is bevrijd. Een commissie wordt direct aan het werk gezet om een nieuwe grondwet te ontwerpen. Voor het eerst komt Nederland onder het gezag van een koning te staan. Op 29 maart 1814 gaat de nieuwe grondwet officieel van kracht.
Tussen 1795 tot 1813 verkeerde Nederland onder invloed van Frankrijk. Eerst als de vazalstaat van de Bataafse Republiek, daarna als Koninkrijk Holland onder Lodewijk Napoleon, en daarna als deel van Napoleons keizerrijk. Nadat Napoleon beslissend was verslagen bij Leipzig, kon Nederland zich in 1814 richten op het herstellen van de politieke orde. Hoewel de Fransen weg waren, hadden zij veel sporen nagelaten. Het waren voornamelijk principes die voortkwamen uit het verlichtingsdenken en de Franse revolutie, zoals vrijheid van godsdienst.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
De Nederlandse monarchie
In 1813 keerde Willem Frederik van Oranje terug uit ballingschap, niet veel later werd hij uitgeroepen tot soeverein vorst van de Noordelijke Nederlanden. Hij zette een comissie onder leiding van Gijsbert Karel van Hoogendorp aan het werk, die een nieuwe politieke orde in Nederland moest scheppen. In december 1813 kwamen zij voor het eerst bijeen en drie maanden later, op 29 maart 1814, werd de nieuwe Grondwet van 1814 vervaardigd tijdens de Vergadering van Notabelen.
De koning en de Staten-Generaal
Willem Frederik kreeg veel macht toegekend in de Grondwet in 1814, terwijl de Staten-Generaal, de officiële vertegenwoordiger van het volk, vrijwel buitenspel werd gezet. Hoewel het parlement, dat uit één kamer van 55 leden zou bestaan, wel wetten kon voorstellen, aannemen en goedkeuren, had de vorst ruime rechten om bij 'koninklijk besluit' de kamer te omzeilen. De mogelijkheid om de vorst te controleren, had de kamer niet. Een dag nadat de Grondwet werd vervaardigd, werd Willem Frederik ingehuldigd als Soeverein Vorst. Hij werd daarmee niet stadhouder Willem VI, maar de titel van Koning nam hij ook nog niet aan.
De nieuwe grondwet
De Grondwet van 1814 erkende als hoofdbeginselen de vrijheid van godsdienst, gelijkheid voor de wet en onafhankelijkheid der rechterlijke macht. In de nieuwe Grondwet stond ondere andere: ´Alle openbare uitoefening van Godsdienst wordt toegelaten, voor zoo verre dezelve niet kan gerekend worden eenige stoornis aan de publieke orde en rust te zullen toebrengen´.
Sinds 1814 is de Grondwet meerdere malen gewijzigd. De eerste wijziging was al in 1815. De meest beroemde wijziging werd ingevoerd door de staatsman Johan Rudolph Thorbecke in 1848. Voortaan waren de ministers verantwoordelijk voor het beleid, in plaats van de koning.
Bronnen:
- Denederlandsegrondwet.nl: De Grondwet van 1814
- Parlement.com: De grondwet van 1814
- Wikipedia.org: Nederlandse Grondwet
- Npokennis.nl: Hoe ontstond de Grondwet?