de ontdekking van paaseiland

De ontdekking van Paaseiland

Wekenlang voeren de schepen op de Stille Oceaan. Op zoek naar een nieuw aards paradijs dat de ontdekking van Amerika zou moeten overtreffen. De zoektocht leek vruchteloos. Wat als alle verhalen onwaar bleken te zijn? Wat als alle theorieën niet klopten? Op 5 april 1722, paasmorgen, gloorde er voor het eerst sinds weken weer hoop aan de horizon.

In dienst van de WIC

De expeditie die Paaseiland op de kaart zou zetten, was op touw gezet door de Nederlandse West-Indische Compagnie oftewel WIC. In augustus 1721 vertrokken meer dan 250 zeelui, officieren en soldaten op drie schepen, de Arend, de Thienhoven, en de Afrikaansche Galey, vanaf de rede van Texel. Normaal hield de WIC zich vooral bezig met slavenhandel voor de kust van Afrika, maar deze schepen hadden een ander doel: het ontdekken van een nieuw continent. De vloot voer zonder grote problemen naar het meest zuidelijke punt van Zuid-Amerika. De Arend en de Afrikaansche Galey rondden Kaap Hoorn op 12 januari 1722. Daar raakten de schepen elkaar even kwijt: de Thienhoven verdween in de mist. Later zouden de schepen elkaar weer treffen bij het eiland Juan Fernandez, waar voedsel en water werd ingeslagen voor de reis over de Stille Oceaan.

Jacob Roggeveen

De leider van de expeditie, Jacob Roggeveen, voer op basis van de ervaringen van eerdere expedities. Er bestonden verhalen van een vermeend Hondeneiland. In de buurt van dit eiland zou er een lange en zanderige kuststrook gezien zijn, die mogelijk duidde op een onbekend continent dat gezocht werd: Onbekend Zuidland, of Terra Australis Incognate. Dergelijke verhalen van getuigen waren vaak gebaseerd op oude theorieën over het bestaan van een onontdekt continent. Deze ideeën waren zou oud als de Geographia van Ptolemaeus. 

Hondeneiland werd uiteindelijk niet gevonden en de schepen voeren wekenlang rond over een lege zee. Ook brak er scheurbuik uit tot door gebrek aan vitamine C. Hierdoor was het begrijpelijk dat er ontevredenheid heersten onder de bemanning.

de ontdekking van paaseiland

Schildpadden en zeemeeuwen

Op 5 april, eerste Paasdag, kregen de zeevaarders weer hoop op een goede afloop. Verschillende waarnemingen duidden erop dat er land in de buurt was. Het water werd ondieper en nog belangrijker: er waren zeemeeuwen en schildpadden te zien. Dat duidde op de relatieve nabijheid van land.

In de avond zag men de kust van een ‘zandig eyland’. Het eiland werd omgedoopt tot ‘Paasschen eyland’ vanwege de dag waarop het in zicht kwam. Er steeg rook op vanaf het eiland wat erop duidde dat er mensen woonden op Paaseiland. Later bleken deze mensen er al sinds ongeveer 500 jaar na Christus te wonen. De expeditie van Jacob Roggeveen kan zich er dus niet op beroepen het eiland ontdekt te hebben. De bewoners van het eiland noemen het zelf 'Te Pito o Te Henua' oftewel 'de navel van de wereld'. Tegenwoordig staat het ook wel bekend als 'Rapa Nui'. 

Nieuwsgierige eilandbewoner op bezoek

Het weer zat echter niet mee. Door de sterke branding bij de kust van het eiland was het op 6 april niet  mogelijk te landen op het eiland. In plaats van dat de Nederlanders contact legden met de lokale bevolking, gebeurde het omgekeerde. Een nieuwsgierige eilandbewoner roeide op 7 april in een kano naar de Nederlandse vloot toe, waar hij kennismaakte met Jacob Roggeveen. Die schreef hier uitgebreid over in zijn logboek.

Ontmoeting

Op 10 april lukte het de bemanning dan toch om aan land te komen. De Nederlanders en de eilandbewoners troffen elkaar bij landing op het strand. De ontmoeting begon vriendelijk; spullen werden uitgewisseld en Nederlanders kregen de mogelijkheid om het eiland te bekijken. Er heerste verwondering over de grote standbeelden die er stonden en waar het eiland nu zo beroemd om is. De Nederlanders verwonderden zich ook over de lengte van de eilandbewoners; reisverslagen spraken van reuzen. De ontmoeting eindigde echter slecht toen gespannen bemanningsleden tegen orders in begonnen te schieten. Volgens de verslagen vielen hierbij doden onder de eilandbewoners. 

Vloot reist verder

Dit handgemeen markeerde het einde van het prille contact tussen de vloot en de bewoners van Paaseiland. Na de noodlottige schermmutseling zijn  Roggeveen en zijn bemanning niet meer aan land gegaan. Niettemin beschreven de Nederlanders de bewoners van Paaseiland als vreedzaam.

De korte ontmoeting was van groot belang geweest voor de expeditie. De noodzakelijke voorraden waren aangevuld waardoor de Nederlanders zonder problemen verder konden varen. Want dat Paaseiland niet het gezochte Hondeneiland was en al helemaal geen nieuw continent, dat was ondertussen wel duidelijk.


Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!


Het roemloze einde van de expeditie

De elfde van april vertrok de kleine vloot weer. De verdere tocht voer langs vele onbekende eilandjes zoals het Bedrieglijk Eiland (Tikei) en het Schadelijk Eiland (Takapoto). Bij dat laatste eiland liep de Afrikaansche Galey op de klippen en zonk. Een groot deel van de bemanning kon gelukkig gered worden door de andere twee schepen, maar een groot deel van de voorraden aan boord verdwenen in de golven. De geslonken voorraden maakten het leven aan boord moeizaam en scheurbuik stak weer de kop op. Langzamerhand drong het tot Roggeveen en zijn kapiteins door dat het Zuidland niet gevonden zou worden. De koers werd gewijzigd naar de Nederlandse nederzettingen in Oost-Azië, waar men hoopte op een broodnodige verversing van voorraden.

Op Batavia eindigde de expeditie. De WIC-vloot werd in beslag genomen door de VOC wegens het overtreden van diens handelsmonopolie in Azië. De VOC nam de taak op zich om de bemanning terug te brengen naar het vaderland. Het zou tot 1723 duren voordat Roggeveen en zijn bemanning weer arriveerden op Texel.

Bronnen

Bronnen:

Roelof van Gelder, Naar het aards paradijs: het rusteloze leven van Jacob Roggeveen, ontdekker van Paaseiland, 1659- 1729 (Amsterdam 2014).

Balen, Matthys, 1684-1766, and Joannes van Braam. Tweejaarige Reyze Rondom De Wereld, Ter Nader Ontdekkinge Der Onbekende Zuydlanden, Met Drie Schepen In Het Jaar 1721 Ondernomen, Door Last Van De Nederlandsche Westindische Maatschappy, Waar In Het Wedervaaren En De Rampen Op De Reyze Verhaald, En De Bezeylde En Nieuw Ondekte Landen En Eylanden, Met Der Zelver Bewoonders, Beschreven Worden: Nevens De Reyze Van Het Oostindisch Schip Barneveld, Uyt Holland Tot Aan De Kaap Der Goede Hoope, In 't Jaar 1719 : Behelzende Een Verhaal Van De Langduurige Tegenspoeden En Zonderlinge Voorvallen Op Het Eyland Madagascar, by De Woeste Souklaven, Met Een Naauwkeurige Beschryving Van De Vreemde Gewoontens, Godsdienst En Zeden Dier Volkeren : Verçiert Met Een Nette Reyskaart En Prentverbeeldingen. (Dordrecht 1728).

Roggeveen, Jacob,. Dagverhaal Der Ontdekkings-reis Van Mr. Jacob Roggeveen, Met De Schepen Den Arend, Thienhoven, En De Afrikaansche Galei, In De Jaren 1721 En 1722 (Middelburg 1838).

Ook interessant: 

Rubrieken: 

Personen: 

Tijdperken: 

Onderwerpen: 

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief.