geschiedenis oorlogsjournalistiek

De ontwikkeling van de oorlogsjournalistiek

Tijdens oorlogen worden we vaak bestookt met beelden van het front. Oorlogscorrespondenten doen vaak hun uiterste best om oorlogen goed weer te geven, maar dat is niet zonder gevaar. Bij elke oorlog komen er journalisten om. 


Eerste oorlogsverslaggeving


Berichtgeving over oorlog is altijd al belangrijk geweest voor mensen. Handelaren wilden het verloop van oorlogen weten, zodat ze wisten waar wel en niet gehandeld kon worden. Al tijdens de middeleeuwen ontstonden een soort persagentschappen. Met handgeschreven kranten werden lezers –vooral edelen- op de hoogte gebracht van het laatste nieuws.  De nieuwsvergaring ging echter nog moeizaam.  Het beroep journalist zoals we dat vandaag de dag kennen, bestond nog niet.


Oorlogsjournalistiek tijdens de Gouden Eeuw


Tijdens de Nederlandse Opstand kreeg de oorlogsjournalistiek meer vorm. Door de geletterdheid in de Nederlanden was een cultuur ontstaan waarin doormiddel van pamfletten en vlugschriften nieuws snel werd gedeeld en van commentaar werd voorzien. Er ontstonden tijdschriften en couranten. Daarin werd ook verslag gedaan van de oorlogshandelingen. Die ontwikkeling zette zich voort na de Opstand en speelde bijvoorbeeld een grote rol rondom het rampjaar 1672. Van echte oorlogsjournalistiek was echter nog geen sprake. De pamfletten en verslagen waren vaak sterk gekleurd en leken vaak op propaganda.


De eerste onafhankelijke oorlogsjournalisten


De eerste echte oorlogsjournalisten gingen halverwege de negentiende eeuw aan het werk. Tijdens de Krimoorlog (1853-1856) versloegen William Howard Russel en Roger Fenton de oorlog vanuit het Britse kamp. Hun foto’s en verslagen gingen de hele wereld over. Hun verslagen toonden ook meteen de gevoeligheid van de oorlogsjournalistiek aan. Na weinig verkwikkende verslagen over de omstandigheden aan het front die Russel publiceerde werd er vanuit de Britse legerleiding censuur ingesteld. Ook een beroemde foto van Fenton bleek uiteindelijk in scene te zijn gezet. Ook bij andere oorlogen in de 19e eeuw gebeurde dat.


Amerikaanse Burgeroorlog


Tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog waren de techniek van de fotografie en de drukpers weer een stuk verder gevorderd. Daardoor ging fotografie een grotere rol spelen in de oorlogsverslaggeving. Wel zaten daar nog flinke beperkingen aan. De fotoapparatuur van die tijd vereiste extreem lange belichtingstijden. Foto’s van vechtende soldaten waren daardoor onmogelijk. Toch legde fotograaf George Cook misschien wel de eerste foto van een exploderende granaat vast.


Robert Capa


In de twintigste eeuw ging de techniek met grote sprongen vooruit. Camera’s werden handzamer en films vereisten minder belichtingstijd. Daardoor konden fotojournalisten makkelijker de frontlinies in. Robert Capa was één van die journalisten. Zijn werk zette een nieuwe standaard voor de oorlogsjournalistiek. Hij ging daadwerkelijk de loopgraven in. Daardoor was hij in staat om de oorlogen waar hij bij was van heel dichtbij vast te leggen. Zijn foto’s uit de Spaanse Burgeroorlog en de foto’s die hij maakte toen hij tijdens D-Day met de eerste aanvalsgolf aan land ging zijn nog steeds iconen uit de journalistiek. Robert Capa ging na de Tweede Wereldoorlog door met zijn werk. Tijdens de oorlog in Frans Indochina stapte hij op een mijn en overleed.


Tweede Wereldoorlog


Hoewel weinigen zo ver gingen als Capa, was hij niet de enige die dicht aan het front verslag deed. Zo gingen Alan Wood en Stanley Maxted mee met de Britse paratroepers die landden bij de Slag om Arnhem en de Amerikaanse journalisten Andy Rooney en Bob Post stapten aan boord van een bommenwerper om uit eerste hand verslag te doen van de Amerikaanse bombardementen op Duitse steden. Allen hoorden tijdens hun reportages de kogels om de oren fluiten. Rooney moest zelfs een schietcursus volgen, 'zodat hij nog enigszins nuttig zou zijn' voor zijn medebemanningsleden, mocht er onderweg iets misgaan. Zo liep het voor Rooney niet af en hij publiceerde na de oorlog een boek over zijn ervaringen als oorlogscorrespondent. Van Bob Post werd nooit meer iets vernomen. 


De Vietnamoorlog


De pers zou een grote invloed krijgen op de Vietnamoorlog. Foto- en filmcamera’s werden nog lichter en door nieuwe communicatiemiddelen konden beelden en tekst snel van het front naar de redacties thuis worden doorgestuurd. Door die snelheid kwamen de beelden sneller en rauwer dan ooit in de huiskamers binnen. Beelden van gesneuvelde en gewonde soldaten, omgekomen burgers en de verwoestingen van de oorlog schokten de hele wereld. Een van de meest beroemde beelden van de oorlog is nog altijd die van het zwaargewonde meisje Kim Phuc Phan Ti, die samen met een aantal andere kinderen een napalmbombardement ontvlucht. De verslaggeving had daardoor een enorme impact op de oorlog. Sommigen gaan zelfs zo ver dat Amerika de oorlog door de media verloor. Het werk van de journalisten die tussen de strijdende soldaten zaten, was echter niet geheel zonder risico. 250 journalisten kwamen tijdens hun werk in Vietnam om het leven. Toen de Zuid-Vietnamese hoofdstad Saigon in 1975 viel, werden journalisten halsoverkop uit de stad geëvacueerd.


geschedenis oorlogsjournalistiek


Oorlogsverslaggevers gaan embedded


De verslaggeving van de Vietnamoorlog had volgens de Amerikaanse legerleiding grote gevolgen voor het verloop van de oorlog. Daarom zocht het leger een manier om de oorlogsverslaggeving meer in banen te leiden. Er werd een techniek bedacht waarmee het leger enerzijds de oorlogsverslaggeving kon controleren, terwijl aan de andere kant de journalisten in hun behoefte aan informatie uit de frontlinies werden voorzien. Journalisten gingen embedded. Onder begeleiding van soldaten ging het journaille tijdens de oorlogen in Irak en Afghanistan mee naar het front. Dat leverde echter ook veel discussie op. Kan een journalist onafhankelijk en objectief berichten over een oorlog als hij bijna deel is van een van de strijdende partijen?


Discussie over oorlogsjournalistiek


Over de rol van oorlogsjournalistiek wordt veel gediscussieerd. De onafhankelijkheid en objectiviteit van de oorlogsjournalistiek staan nog voortdurend ter discussie. Journalisten en hun werkgevers moeten continue een keuze maken tussen veiligheid en de berichtgeving. Daarbij nemen oorlogsverslaggevers soms grote risico’s. In 2013 bracht het Comittee to Protect Journalists cijfers naar buiten over het aantal journalisten dat in Irak omkwam tussen de Amerikaanse invasie in 2003 en 2011. In die tijd kwamen 150 journalisten om. In Syrië zouden tussen 2011 en 2022 135 journalisten zijn omgekomen.  


Maar er is een nieuwe element aan de discussies rondom oorlogsverslaggeving toegevoegd. Door de komst van smartphones waarmee in theorie iedereen altijd beelden kan maken én onder een enorm publiek kan verspreiden, is de hoeveelheid beeldmateriaal enorm toegenomen. Maar dat levert ook nieuwe problemen op. Vaak gaat het om korte filmpjes van gevechtsacties, of foto's zonder context. Daardoor is het lang niet altijd duidelijk wat er precies gefilmd of gefotografeerd is. Een filmpje van een raket die inslaat op een gebouw, vertelt niet wie de raket afschoot en waarom. Evenmin is vaak duidelijk wie de beelden precies gemaakt heeft. Door zoveel onduidelijkheid kan het gebeuren dat zulke beelden door beide strijdende partijen als propaganda worden gebruikt. Daardoor wordt informatie een steeds belangrijker onderdeel van de strijd en worden journalisten zodoende ook een doelwit. 


Positie van journalisten in het oorlogsrecht


Want hoewel journalisten volgens de Geneefse Conventies geen doelwit mogen zijn, worden journalisten nog vaak beschoten. Deels omdat ze embedded dicht aan het front soms in het schootsveld van de strijdende soldaten terechtkomen. Maar ook omdat veel strijdende partijen het niet zo nauw nemen met het oorlogsrecht en journalisten, die mogelijk ander nieuws verspreiden dan dat zij willen laten zien, eerder als last zien. Bekend in Nederland is cameraman Stan Storimans, die in 2008 omkwam in Georgië tijdens een Russisch bombardement. De cameraploeg waar Storimans deel van uitmaakte, was bezig met een reportage in de stad Gori, waar op dat moment geen soldaten aanwezig waren. Ondanks dat de stad dus geen strijdtoneel was, gooide de Russische luchtmacht een clusterbom op de stad. Tijdens de Russische invasie van Oekraïne in 2022 werd er meerdere malen gericht op journalisten geschoten, ondanks dat zij hun voertuigen goed gemarkeerd hadden, waardoor voor iedereen duidelijk zou moeten zijn dat er jounarlisten aan het werk waren. 

Ook interessant: 

Tijdperken: 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!