De Slag bij Warnsveld
Op 22 september 1586 vond tijdens de Tachtigjarige Oorlog de Slag bij Warnsveld, net buiten Zutphen plaats. Het Staatse leger, met hulp van veel Engelse troepen had als doel Zutphen te veroveren op de Spanjaarden. Ondanks grote verliezen aan Spaanse kant bleef Zutphen in Spaanse handen.
1586 was een roerig jaar in de Tachtigjarige Oorlog. De Spanjaarden boekten grote successen en veroverden veel steden die zich hadden aangesloten bij de Opstand. In augustus sloegen Spaanse troepen onder leiding van Alexander Farnese, veldheer en landvoogd der Nederlanden namens de Spaanse koning, het beleg op voor de stad Rijnberk, nu Rheinberg in Duitsland.
Dat lokte een reactie uit van Staatse troepen. De Staten-Generaal vreesden dat Rijnberk de belegering niet zou kunnen weerstaan en stuurden een leger richting Gelre voor een afleidingsmanoeuvre. Daardoor hoopten ze dat de Spanjaarden het beleg van Rijnberk zouden opbreken, waardoor de stad opnieuw voedsel en wapens in kon slaan. Het Gelderse Zutphen was een belangrijke stad en nog in handen van het Spaanse leger. Daarmee was het een goed doelwit voor de Staatsen en begin september sloeg het Staatse leger daarom het beleg op voor de stad. Daardoor was Farnese op zijn beurt genoodzaakt om actie te ondernemen. Hij wist dat Zutphen voor slechts drie weken in levensbehoeften was voorzien en moest ingrijpen, anders zou de strategische stad zich binnen een paar weken overgeven. Een klein deel van zijn leger liet hij achter bij Rijnberk en trok met het grootste deel richting Zutphen om het beleg te doorbreken.
Engelse troepen
Na de moord op Willem van Oranje hadden de Staten-Generaal hulp gezocht bij het Engelse koningshuis. Om de Spaanse opmars in de Nederlanden een halt toe te roepen stuurde Koningin Elizabeth 6000 soldaten het Kanaal over onder leiding van Robert Dudley, graaf van Leicester. Dudley en zijn troepen waren door de Staten Generaal richting Zutphen gestuurd om deel uit te maken van de belegeringsmacht die de stad moest innemen en zo de Spaanse opmars tot staan moest brengen. Dudley had zijn troepen op belangrijke toegangswegen gestationeerd om een eventueel bevoorradingskonvooi tegen te houden en zo de bezetters van de stad tot overgeven te dwingen.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Ondertussen had Farnese een konvooi voorbereid dat met voedsel en wapens richting Zutphen trok om daar het garnizoen onder leiding van Johan Baptiste van Taxis te bevoorraden. Het konvooi kreeg een groot gewapend escorte mee, zodat het konvooi zich vechtend een weg door de linies van Dudley naar de stad kon banen. Ondanks die slagkracht kozen de aanvoerders van het konvooi er liever voor om onder de dekking van de donkere nacht bij de stad te komen. In de nacht van 22 september kwam het konvooi in de buurt van Warnsveld. Taxis trok Zutphen uit om het konvooi tegemoet te komen. De Staatse troepen werden gewaarschuwd voor het oprukkende konvooi toen een Spaanse koerier werd onderschept.
De slag
De Engelse eenheden van Dudley waren niet goed bekend met het Nederlandse landschap. Daarnaast hing er een dichte mist die nacht. Het oprukkende Spaanse konvooi en het escorte maakten echter behoorlijk wat geluid en de troepen van Leicester volgden daarom vooral hun oren richting de oprukkende Spanjaarden. Het was echter nog altijd aardedonkeren zij stuitten daardoor eerder dan verwacht op het Spaanse konvooi. Het kwam tot een heftige slag waar er grote verliezen waren aan beide kanten. De Spaanse voorhoede werd verdreven door Engelse en Nederlandse troepen maar de Spaanse verdediging kon de weg vrijhouden voor het konvooi. Daarbij kwamen ook nog eenheden van Johan Baptiste van Taxis uit de richting van Zutphen te hulp voor de Spanjaarden.
Tevergeefs vielen de Staatse troepen die niet richting het konvooi waren getrokken, ook de schans van Zutphen aan, een verdedigingswerk met vijf bastions. Even werd er gedacht dat de bevolking van Zutphen in opstand was gekomen tegen de weinige troepen die Baptiste van Taxis had achtergelaten. Er ontstond verwarring aan beide kanten. Tijdens de verwarring bereikte de Spaanse cavalerie na een felle strijd Zutphen. Daardoor lag de weg naar de stad open voor het Spaanse konvooi en voor de Staatse troepen zat er weinig anders op dan terugtrekken.
De slag werd uiteindelijk gewonnen door de Spanjaarden. Het zou uiteindelijk tot 1591 duren voordat Maurits van Nassau, tijdens het Beleg van Zutphen, de stad heroverde op de Spanjaarden.
Engelse edelen
Tijdens de slag vocht een groot aantal Engelse edelen mee aan de Staatse kant. Rondom hen zou in de eeuwen na de slag een nogal merkwaardige situatie ontstaan. In de strijd tussen de Staatse belegeraars en de Spaanse cavalerie raakte de Engelse Sir Philip Sidney, een vertrouweling van de Engelse koningin, dodelijk gewond. Nadat hij niet veel later aan zijn verwondingen overleed, kreeg hij in Engeland een ware heldenstatus. In de Nederlanden waren de Engelse edelen echter minder geliefd. De Staten-Generaal waren niet te spreken over de militaire capaciteiten van de Engelsen, om nog maar te zwijgen over hun loyaliteit. Vooral William Stanley en Rowland York kregen ervan langs omdat zij de schans bij Zutphen te makkelijk hadden prijsgegeven. Een jaar later liep Stanley en zijn garnizoen over naar de Spanjaarden, waardoor Deventer weer in Spaanse handen viel.