De Zeloten plegen massaal zelfmoord in Massada
In 70 na Chr. bereikt het Romeinse leger de citadel van Massada, gelegen op een rots bij de Dode Zee. In de citadel schuilt een groep van 960 Zeloten voor de Romeinse agressor. Drie jaar lang houden ze stand en weerstaan ze elke Romeinse aanval. Op 15 april 73 moeten de Zeloten er dan toch aan geloven, de Romeinen dringen naar binnen. In plaats van door te vechten, plegen de Zeloten massaal zelfmoord.
Vroeger dacht men dat de groepering van de Zeloten gesticht was door Judas de Galileeër. Deze aanname stamt af van de contemporaine Joodse schrijver Josephus (37–100). Recentelijk denken historici steeds meer dat Josephus de feiten vervormde, onder meer om de anti-Romeinse sentimenten onder Joden weg te moffelen. Hoe de beweging dan wel precies begon is niet duidelijk. Er was alleen gedurende de Joodse Opstand (66 -76 na Chr.) sprake van een centrale organisatie.
IJverig voor de heiligheid
De naam ‘zeloot’ betekent ‘ijveraar’, afkomstig van het Griekse zèlootès. Ze zagen zichzelf als ijverig voor de heiligheid van god. Niemand behalve god werd door hen erkend als autoriteit. Ook het keizerlijk gezag en de Romeinse overheersing werden dus niet erkend. Ze weigerden belasting te betalen en vormden guerilla-achtige groepjes om de bezetter te bestrijden. Onder de Zeloten viel een nog extremere groep te onderscheiden: de Sicariërs. Deze pleegden regelmatig aanslagen met een dolk op romein-vriendelijke Joden.
De verovering
Nadat Jeruzalem in Romeinse handen viel in 70 na Christus, schuilden 960 Zeloten in de citadel van Massada. Ze stonden onder leiding van de zeloot Elazar ben Yair. Het tiende legioen van de Romeinen nam de taak op zich om de citadel te veroveren. Drie jaar lang lukte het niet, de Zeloten wisten de belagers telkens van zich af te slaan. In 73, met behulp van een grote en sterke ram, beukten de Romeinen eindelijk door de muren van het fort. Ze troffen alleen nog lijken aan; de Zeloten hadden massaal zelfmoord gepleegd – mannen, vrouwen en kinderen. Tegenwoordig staat de term ‘zeloot’ voor iemand die fanatiek ijvert voor religieuze denkbeelden. Een afgeleid woord is ‘zelotisme’, synoniem voor religieuze dweepzucht.