Hell’s Highway dwingt geallieerden tot vroege stop
Tijdens operatie Market Garden moesten luchtlandingstroepen belangrijke bruggen over de grote rivieren overnemen. Maar het plan was nooit dat zij de bruggen lange tijd zouden vasthouden. Door lichte bepakking en weinig wapens van de parachutisten, was het de bedoeling dat grondtroepen de bruggen zo snel mogelijk zouden overnemen. Hiervoor zouden grondtroepen via Eindhoven, Veghel en Nijmegen richting Arnhem trekken. Deze route zou voor de soldaten als snel bekend komen te staan als Hell’s Highway, snelweg van de hel.
Via de ‘snelweg’ naar het noorden
Het doel van operatie Market Garden was om belangrijke bruggen bij Nijmegen en Arnhem in te nemen, zodat de geallieerde grondtroepen konden doorstoten naar het noorden van Nederland. Ook gaf dit een mooie mogelijkheid om naar Duitsland te trekken. Op die manier zou de oorlog met kerst 1944 voorbij zijn, hoopten sommige bevelhebbers. De bruggen in Nederland zouden volgens het plan worden overgenomen door luchtlandingstroepen. Deze troepen waren licht bepakt, maar zouden de Duitsers moeten verassen en daardoor kunnen verslaan. Vervolgens moesten beter bewapende grondtroepen de luchtlandingstroepen aflossen, om eventuele Duitse tegenaanvallen af te slaan. Deze troepen moesten dan wel op tijd bij bruggen zien te komen.
De troepen zouden via snelweg 69 van Eindhoven naar Arnhem trekken, via Veghel en Nijmegen. De naam ‘snelweg 69’ was wat bedrieglijk. De weg was nauwelijks een snelweg te noemen. Zelfs voor de jaren ’40 van de vorige eeuw was deze weg op zijn best wat groter en breder dan de meeste andere wegen in Nederland. Niet alleen was de weg smal, de tweebaansweg, tegenwoordig bekend als de A50, was door de open velden langs de weg lastig te verdedigen. Troepen die de weg gebruikten als snelle manier om van plek A naar B te komen, hadden weinig bescherming tegen mogelijk vijandig vuur. De Geallieerden kwamen hier snel achter.
Vechtende Duitsers maken tocht tot ware hel
Het Britse 30e Legerkorps vertrok op 17 september 1944 onder leiding van generaal Horrocks vanaf het Maas-Schelde kanaal in België richting het noorden. Het doel was om, samen met Amerikaanse soldaten, binnen een dag bij Eindhoven te zijn om daar de luchtlandingstroepen af te lossen. Arnhem moest binnen vier dagen bereikt zijn. Al voor Eindhoven bereikt was, ontstonden de eerste problemen. Bij Valkenswaard, ten zuiden van Eindhoven, boden Duitse troepen tegenstand en vonden de eerste gevechten tussen geallieerde troepen en Duitse soldaten plaats. Toen de bevrijders eenmaal door waren gebroken, liepen ze in Eindhoven zelf tegen nog meer vertraging aan. De inwoners van de stad waren na jaren aan bezetting dermate enthousiast en opgelucht door de bevrijding, dat er een enorm straatfeest ontstond. De Britse tanks moesten stapvoets door de drukke straten rijden. De combinatie van gevechten en feesten zorgden er zo voor dat de grondtroepen al bij de eerste stop vertraging opliepen.
Hoewel de eerste vertraging dus al bij Eindhoven ontstond, begonnen de grotere problemen pas na het verlaten van de stad. Tussen Eindhoven en Veghel werden de wagens van de Britten en Amerikanen met regelmaat onder vuur genomen. Doordat er weinig tot geen beschutting was, was het moeilijk voor de geallieerden om zich te verdedigen tegen de Duitse tegenaanvallen. Voor elke meter werd gevochten, waarbij soldaten van beide kanten bij bosjes sneuvelden.
Wegen behouden blijkt moeilijk
Door de zware gevechten waren Nijmegen en Arnhem nog ver weg voor de Britse en Amerikaanse soldaten. De weg innemen was één ding, maar de weg vervolgens behouden bleek iets anders. De geallieerden veroverden maar een smalle strook land, van slechts enkele kilometers breed. Daardoor lag de weg waarover geallieerde tanks moesten oprukken vrijwel geheel open voor Duitse aanvallen. Tanks, pantservoertuigen en vrachtwagens met voorraden voor troepen aan het front kwamen met regelmaat direct in de vuurlinie terecht. Hierdoor moesten hele kolonnes tanks en vrachtwagens regelmatig wachten totdat kapotgeschoten voertuigen van de weg gehaald waren. Niet alleen kostte dit veel materiaal en mensenlevens, maar ook begon de tijd te dringen. Elke vertraging betekende een kleinere kans om op tijd in Arnhem te komen.
Van de weg af gaan om het Duitse vuur te ontwijken kon niet. Doordat het veel regende waren de omringende velden nat en modderig. De zware tanks konden zich niet goed bewegen in de zachte modder. Hoewel de geallieerden de corridor aan weerszijden van de weg met man en macht verdedigden, wisten de Duitsers meerdere keren door te breken. De eerste keer was op 22 september, bij Veghel. De geallieerden vochten hard terug en wisten binnen aanzienbare tijd de weg weer terug te veroveren. Op 24 september braken de Duitsers nogmaals door de verdediging heen.
Operatie Market Garden mislukt
Door het oponthoud lukte het de geallieerden niet om Arnhem te bereiken in de vier dagen die ze er oorspronkelijk voor hadden uitgetrokken. Hoeveel doden er zijn gevallen op deze route is niet te zeggen, maar voor de soldaten was ‘Hell’s Highway’ al vanaf het begin een ware hel. Overal waar de geallieerden kwamen werden ze direct onder vuur genomen door de bezetters. Wanneer gedeeltes van de weg eenmaal waren overgenomen, was de ellende bij lange na nog niet voorbij. Hierdoor hebben de versterkingen Arnhem niet weten te bereiken. Door het gebrek aan versterkingen konden de geallieerden hier de bruggen niet overnemen, waarmee operatie Market Garden was uitgelopen op een nederlaag. Hell’s Highway werd hierna het startpunt voor de moeizame bevrijding van Brabant en Zeeland.