Leven en werk van Johannes Calvijn
Johannes Calvijn was een zestiende eeuwse protestantse theoloog die vaak in één adem genoemd wordt met Maarten Luther. Net als Luther zette hij zich fanatiek in voor de hervorming van de katholieke kerk door het publiceren van vele theologische teksten. Maar waar Luthers invloed beperkt bleef tot geschriften en prediken, stichtte Calvijn een christelijke gemeenschap in Genève, die als voorbeeld ging dienen voor andere steden in Europa.
Het leven van Johannes Calvijn
Johannes Calvijn werd geboren als Jean Calvin (of Cauvin) op 10 juli 1509 in het Franse Noyon. Zijn vader werkte als notaris voor de plaatselijke kathedraal in Picardië. Hij stuurde zijn zoon naar Parijs om te studeren en in 1523 begon Calvijn aan zijn studie in de artes liberalis. Aanvankelijk zou Calvijn theologie gaan studeren, maar dit werd door een conflict tussen zijn vader en de kathedraal waar hij werkte onmogelijk gemaakt. Daarom ging Calvijn naar Orléans en Bourges, de toenmalige centra van de humanistische rechtsgeleerdheid in Frankrijk. Calvijn ontwikkelde een interesse in de Griekse literatuur, maar zette tegelijk zijn studie in de rechten voort en promoveerde hierin. Na de dood van zijn vader richtte Calvijn zich op het bestuderen van de Bijbelse talen en de talen van de klassieke en christelijke oudheid.
Calvijn in Parijs
Calvijn deed zijn humanistische studie (de bestudering van de klassieke teksten) in Parijs. Daar was hij bevriend geraakt met de rector Nicolaus Copus. Copus hield in die hoedanigheid een toespraak waaraan Calvijn waarschijnlijk had meegeschreven. De tekst onderschreef opvattingen van Luther en Erasmus en veroorzaakte daarom veel onrust. Uiteindelijk moest Calvijn de stad ontvluchtten. Het was op dit punt al wel duidelijk dat hij sympathie voor de leer van Luther had gekregen. Calvijn gaf in een psalmencommentaar dat hij later schreef aan dat dit de periode van zijn bekering was geweest. Hij was opgegroeid in een vroom katholiek gezin, maar ontwikkelde een steeds grotere interesse in wat hij de ‘ware godsverering’ noemde. Zijn humanistische inslag betekende immers een liefde voor de waarheid en wetenschap. Deze ‘ware godsverering’ was voor Calvijn een intellectuele bezigheid en het vermogen om Gods Woord te begrijpen via de Bijbel ging daarom een belangrijke rol spelen in zijn leven en werk.
Het werk van Calvijn
Calvijn had tijdens zijn studie een werk over Seneca geschreven, waarmee hij weinig bekendheid verwierf. In 1535 begon hij met het schrijven van inleidingen bij de Franse Bijbelvertaling van zijn neef Pierre Robert. In het Latijnse voorwoord bij het Oude Testament zette hij zich scherp af tegen het pausdom. In het Franse voorwoord bij het Nieuwe Testament richt hij zich op het grote publiek. Het meest beroemd werd Calvijn met zijn hoofdwerk de Institutio Christianae Religionis (onderricht in de christelijke godsdienst) uit 1536. Dit werk zou hij zijn hele leven blijven aanvullen. Het boek is een catechetisch werk, bedoeld om de protestantse leer te verspreiden. Het is voor een groot deel geïnspireerd op het werk van Luther. Zo schrijft Calvijn over de christelijke vrijheid en de tegenstelling tussen de kerkelijke en de wereldlijke macht.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Calvijn in Genève
Naast het schrijven van teksten zette Calvijn zich fanatiek in voor het stichten van een gemeenschap die het leven van Jezus Christus als voorbeeld zou kunnen nemen. In 1536 was Calvijn op doorreis naar Straatsburg. In Genève ontmoette hij Guillaume Farel, een plaatselijke reformator die hem wilde binnenhalen voor de stad. Calvijn was bescheiden, maar zag dit toch als een goddelijke opdracht. Calvijn trad aanvankelijk op als uitlegger van de Schrift en gaf colleges over de brieven van Paulus. Samen met Farel ging hij echter steeds meer pleiten voor een hervorming van de raad van de stad. Ze wilden regelmatige communie, psalmgezang, godsdienstonderwijs en huwelijksvoorschriften. De hervormers waren echter te streng in hun eisen naar de bevolking toe. Zo wilden zij opstandelingen tegen hun hervormingen het avondmaal ontzeggen. Dit liep uit op een conflict en in 1538 werden ze daarom de stad uitgewezen. Calvijn week uit naar Straatsburg waar hij verder werkte aan zijn Institutio. Met zijn uitleg van de christelijke leer en zijn Bijbelcommentaren wist hij toch weer waardering te krijgen van de bevolking van Genève. In 1541 keerde hij terug naar de stad en stelde een hervormingsontwerp op. Calvijn creëerde zo vier nieuwe ambten binnen de kerk. De pastores waren in hun preken en sacramenten in dienst van het Woord. De doctoren hadden als taak de christelijke leer te onderwijzen. De ouderlingen zagen toe op afwijkingen van de leer en gingen verwaarlozing van het kerkbezoek tegen. De diaconie verzorgde de armen en de zieken. Calvijn bleef de nadruk leggen op onderwijs, omdat het volk het Woord moest kunnen begrijpen. De predikanten moesten de Bijbel blijven uitleggen. Om die reden kwam er in 1536 openbaar onderwijs in Genève en in 1559 een Academie, de huidige universiteit van de stad. Aan deze Academie werden de Bijbelse talen gedoceerd en kreeg men een opleiding als predikant. De laatste jaren van zijn leven kreeg Calvijn te maken met gezondheidsproblemen. Hij stierf op 27 mei 1564 en werd op eigen verzoek in een anoniem graf begraven.
Bronnen:
- - Friedrich Wilhelm Graf: 2000 jaar theologie, 2008.
- - www.kb.nl, Calvijn, 9 juli 2009.
- - www.isgeschiedenis.nl, Johannes Calvijn, 10 juli 2012.
- - www.wikipedia.org, Johannes Calvijn, 28 juni 2014.
Afbeelding:
Wikimedia.