Napoleon verslagen bij Waterloo
Waterloo 18 juni 1815 - "Mijn garde sterft, maar geeft zich niet over!" roept Generaal Pierre Cambronne van de Oude Garde soldaten van Napoleon. De kanonkogels vliegen hem om de oren en de paarden zakken weg in de blubberige velden. De Jonge Garde is al bijna geheel weggevaagd door het Pruisische leger. Napoleon keert terug naar Parijs en liet het Franse leger in chaos achter.
Ontsnapt van Elba
Nadat hij in 1813 verslagen was in de Slag bij Leipzig, werd Napoleon Bonaparte in 1814 naar het eiland Elba verbannen, maar daar bleef hij niet lang. Hoewel een Britse gezant zijn doen en laten in de gaten moest houden, bereidde de keizer in het geheim zijn terugkeer naar Frankrijk voor. In februari 1815 wist hij aan het toezicht van de Britse gezant te ontkomen en zijn legertje en gevolg van bij elkaar ongeveer 1000 mensen in te schepen. Het duurde bijna twee dagen voordat de Britten in de gaten kregen dat de voormalige keizer verdwenen was en toen wisten ze nog niet waarheen.
Het doel van Napoleon was om zijn keizerrijk snel te herstellen en dus had hij het meest gedrufde - maar in de ogen van de Britten onwaarschijnlijke plan voor ogen. Hij ging niet eerst naar gebieden in handen van bevriende edelen of familieleden, maar trok meteen naar Frankrijk. Toen hij daar aankwam, werd waarnemend maarschalk Ney er opaf gestuurd om Napoleon tot staan te brengen, maar Ney sloot zich, met zijn troepen, bij zijn voormalige werkgever aan. De Franse koning Lodewijk XVIII raakte daarop in paniek en sloeg op de vlucht. Napoleon kon hierdoor op 20 maart 1815 ongehinderd Parijs binnenmarcheren. Eenmaal weer als keizer geïnstalleerd, deed hij een beroep op de veteranen uit zijn eerdere veldtochten, om zijn strijdmacht aan te vullen. Zo had Napoleon binnen een paar maanden een leger van 200.000 man op de been gebracht.
Zevende coalitie
Als reactie hierop sloegen al Napoleons voormalige vijanden de handen wederom ineen. Op 28 maart 1815 tekenden Pruisen, Oostenrijk, Rusland en Groot-Brittannië een verdrag, waarin ieder van hen beloofde 150.000 man in het veld te brengen, totdat Napoleon verslagen was. Tegen zo’n overmacht kon Napoleon niet op. Zijn enige kans lag erin om de geallieerde legers een voor een te verslaan, voordat ze zich tegen hem konden verenigen. Daarom besloot hij België (toen onderdeel van Nederland) binnen te vallen, waar de Britse en Pruisische strijdmachten gelegerd waren. Hij hoopten hen te kunnen verpletteren voordat de Oostenrijkers en Russen hen te hulp konden schieten.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Slag bij Ligny
Zo kwam het dat Napoleon op 15 juni de Belgische grens overstak. De volgende dag zond hij een klein deel van zijn leger naar Quatre Bras, om de Britse strijdmacht onder leiding van Wellington bezig te houden. Tegelijkertijd viel hij zelf met de hoofdmacht van zijn leger drie Pruisische korpsen (samen 83.000 man sterk) bij Ligny aan. De Pruisische troepen onder leiding van Blücher werden verslagen en moesten zich terugtrekken. Napoleon beval daarop een derde van zijn troepen om de Pruisen verder te achtervolgen. Zelf zou hij twee dagen later het leger van Wellington (bestaande uit Britten, Duitsers en Nederlanders) aanvallen.
Op 16 kwam het ook tot een gevecht bij Quatre Bras, waar de voorhoede van Wellington, onder aanvoering van de Nederlandse prins Willem, de Franse voorhoede onder aanvoering van Ney trof. De Franse voorhoede had de opdracht om een kruispunt van grote wegen, dat bekend stond als Quatre Bras, te veroveren. Zo wilde hij ervoor zorgen dat de Britse en Pruissische legers die wegen niet konden gebruiken, terwijl hij zelf juist meer bewegingsruimte zou krijgen. Ney had een behoorlijke overmacht op de Nederlandse prins en was bovendien een ervaren bevelhebber. Na een dag vechten waren de Nederlandse en Belgische troepen met verliezen teruggedrongen, maar Ney had het kruispunt nog niet stevig in handen. Bovendien had het gevecht veel tijd gekost, tijd die de legers van de Zevende Coalitie konden gebruiken om dichter bij elkaar te komen.
Treffen bij Waterloo
De hoofdmachten van Wellington en Napoleon troffen elkaar ten zuiden van de Belgische plaats Waterloo, op 18 juni 1815. Wellington koos ervoor een verdedigende strijd te voeren. Hij hoopte nog altijd tijd te winnen, zodat Blücher zich bij hem zou voegen en ze hun overmacht op Napoleon konden uitbuiten. Gek genoeg viel Napoleon vrij laat aan. De nacht voor de slag had het hard geregend, waardoor het beoogde slagveld te drassig was geworden voor paarden en kanonnen. Napoleon wachtte af tot het strijdperk droger was voordat hij aanviel. Pas laat in de ochtend openden de Franse kanonnen het vuur.
De strijd golfde op en neer, aanvallen van beide zijden liepen stuk en eindigden in bloedbaden. Maar Napoleon raakte langzaam in de problemen, hij kwam in tijdnood. In de middag doemde een grote stofwolk ten oosten van het slagveld op. Hoewel Napoleon even dacht dat het zijn eigen troepen waren die na hun achtervolging op de Pruisen bij de hoofdmacht terugkeerden, was het juist de voorhoede van Pruisen. De beslissing om pas laat aan te vallen, bracht de Franse keizer in de problemen. Napoleon zond extra versterkingen om de Pruisen tot staan te brengen, maar hield de komst van de Pruisen geheim voor zijn troepen. In plaats daarvan zette hij de aanval extra in, om Wellington te verslaan voordat de Pruisen op volle sterkte konden komen. De troepen van Wellington dreigden te bezwijken onder de Franse aanvallen en naar verluid sprak Wellington zichzelf moed in met de woorden "Either night will come, or Blücher!" (Of de avond valt, of Blücher komt) in een poging zichzelf ervan overtuigen dat óf de avond zou vallen, of de Pruisen zouden komen voordat de Franse overwinning compleet zou zijn. Volgens anderen waren zijn woorden iets wanhopiger: "Give me night, or give me Blücher!" (Geef me de nacht, of Blücher!). Een eenheid Nassause troepen onder leiding van de Nederlandse kroonprins deed een wilde tegenaanval, die de Franse opmars ook niet kon stoppen en de prins, die voor zijn troepen uitstormde, raakte gewond. De Franse aanval liep echter ook stuk, mede dankzij troepen onder leiding van de Nederlandse generaal Chassée.
Daarmee had Napoleon nu een serieus probleem. Tegen het vallen van de avond braken de Pruisen door de linies van de Fransen heen. Napoleon kon niet meer geheim houden dat Blücher erin was geslaagd zijn achtervolgers van zich af te schudden. Ondanks een mars van 11 uur waren zijn troepen precies op tijd om het tij definitief te keren. De geallieerden brachten het Franse leger uiteindelijk zulke grote verliezen toe, dat overgave onvermijdelijk was.
De Oude Garde, de gehardste soldaten van Napoleon, hield de strijd het langst vol. Zij dekten onder leiding van een Nederlandse kolonel de aftocht van Napoleon die hals over kop naar Parijs vertrok. Hij vreesde dat daar een opstand zou ontstaan. Tot een opstand kwam het niet, maar Napoleons regering was effectief over.
Definitief verslagen
In de hoofdstad werd Napoleon echter niet meer als keizer erkend. Aan zijn bewind was na zestien jaar definitief een einde gekomen. Napoleon vroeg politiek asiel aan bij de Engelsen. Maar die namen hem gevangen en voerden hem af naar het eiland Sint-Helena in de Atlantische Oceaan. Daar stierf hij in 1821. In Nederland werd tot 1940 de nationale feestdag ‘Waterloodag’ gevierd, als herdenking aan de Europese bevrijding van Napoleon.
De slag was enorm. Verschillende geallieerde bevelhebbers zouden verklaren dat ze nog nooit zo'n bloedige strijd hadden gezien. Naar verluid zou Wellington zelf bij de aanblik van de tienduizenden doden op het slagveld in tranen hebben verzucht dat hij nooit meer een oorlog mee wilde maken.
Wellington was dankzij de overwinning een gevierd man en kreeg van verschillende Europese vorstenhuize hoge onderscheidingen en titels toebedeeld. De Nederlandse koning Willem I stak ook de loftrompet voor zijn zoon, en richtte een enorm monument op op het slagveld.
Bronnen:
Afbeeldingen:
- Public domain via Wikimedia Commons
- Wikimedia Commons