De Eerste Wereldoorlog in vogelvlucht: een overzicht
De Eerste Wereldoorlog vond plaats tussen 1914 en 1918 en eiste naar schatting ruim 17 miljoen slachtoffers. Het was een oorlog waar zeer veel landen bij betrokken waren en bestond uit twee partijen: de geallieerden en de centralen.
Op 28 juni 1914 werd de Oostenrijkse aartshertog Franz Ferdinand tijdens een bezoek aan Sarajevo doodgeschoten door de Servische nationalist Gavrilo Princip. Oostenrijk-Hongarije reageerde door Servië een ultimatum te stellen, waarin zij onder andere eisten dat Oostenrijkse agenten toestemming kregen om in Sarajevo onderzoek te doen. De Serven zagen dit echter als een inbreuk op hun soevereiniteit en weigerden, waarop Oostenrijk-Hongarije op 28 juli 1914 de oorlog verklaarde aan Servië.
Oorzaken
Hoewel de moord op Franz Ferdinand de directe aanleiding vormde voor de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog, lagen de eigenlijke oorzaken van het conflict veel dieper. Al sinds het einde van de negentiende eeuw zorgden het nationalisme, het imperialisme en de onderlinge wapenwedloop voor grote spanningen tussen de Europese grootmachten. De vrede werd nog lang bewaard door een uitgebreid systeem van allianties, maar toen Oostenrijk-Hongarije de oorlog verklaarde aan Servië zorgde ditzelfde systeem er juist voor dat de oorlog zich razendsnel over Europa verspreidde.
Titel: | Leven naast de catastrofe - Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog |
Redactie: | Hans Binneveld , Martin Kraaijestein en Marja Roholl e.a. |
ISBN: | 9789065504371 |
Uitgever: | Verloren |
Prijs: | €18,- |
Oorlogsverklaringen
Rusland besloot Servië te steunen omdat het vreesde voor de Oostenrijkse invloed in de Balkan. Oostenrijk-Hongarije was terughoudend om Servië de oorlog te verklaren, wetende dat het land Rusland als bondgenoot had. Er werd dan ook gewacht tot er zekerheid was dat Duitsland, een bondgenoot van Oostenrijk-Hongarije, steun zou verlenen. Nadat de Duitse Keizer Willem II in het geheim verklaarde Oostenrijk-Hongarije inderdaad te zullen steunen, stelde deze laatste Servië het bovengenoemde ultimatum.
Nadat Oostenrijk-Hongarije op 28 juli de oorlog verklaarde aan Servië, ontstond er een domino-effect. Rusland mobiliseerde haar troepen, duitsland reageerde hierop door Rusland de oorlog te verklaren. Frankrijk, die een alliantie had met Rusland, besloot daarop ook te mobiliseren. Duitsland verklaarde vervolgens Frankrijk de oorlog en eiste van België vrije doorgang van de Duitse troepen en viel op 3 augustus België binnen. Groot-Brittannië verklaarde in reactie hierop Duitsland de volgende dag de oorlog. Op 4 augustus 1914, precies één week na het begin van de oorlog, was vrijwel heel Europa betrokken bij het conflict. Slechts een klein aantal landen, waaronder Nederland, Zweden en Spanje, bleef neutraal.
Duitsland valt België binnen
Duitsland hanteerde oorspronkelijk het Schlieffen Plan, dit plan hield in dat Duitsland een snelle overwinning op Frankrijk zou behalen door een aanval via België. Na de overwinning zouden de Duitse troepen zich dan keren naar het Oostfront, om daar Rusland te confronteren. Nadat Duitsland België binnenviel was het eerste doel de stad Luik veroveren, dit zou de eerste veldslag van de Eerste Wereldoorlog worden. Luik werd echter verdedigd door een grote kring van forten. Die forten bleken een harde noot om te kraken en het duurde uiteindelijk tot 15 augustus tot de Duitsers de stad veroverd hadden.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Loopgravenoorlog
Al snel liep het Duitse offensief in België en Noord-Frankrijk vast en veranderde het Westfront in een loopgravenoorlog, waarbij soldaten zich aan beide kanten ingroeven en hun defensieve posities verstevigden. De eerste slag bij de Marne en de eerste slag om Ieper speelden hier een rol bij. In September vielen Franse troepen bij de Marne een gat in de Duitse linie aan. Er werd hevig gevochten, uiteindelijk werden alle taxi’s uit Parijs zelfs opgeroepen om reserves naar het front te rijden. De slag werd gewonnen door de geallieerden, dit wordt vaak gezien als het einde van de snelle opmars van de Duisters en het begin van de loopgravenoorlog. Ook de slag om Ieper, die tevens door de geallieerden werd gewonnen, droeg bij aan het vastlopen van de Duitse opmars. Want hoewel de geallieerden beide slagen wonnen, waren ze niet bij machte de Duitsers terug te dringen. Het front kwam tot stilstand.
Door de wapenwedloop hadden beide partijen de beschikking over artillerie, machinegeweren en prikkeldraad, waardoor bestorming van de vijandelijke loopgraven een vrijwel onmogelijke opdracht werd. Toch kozen de meeste commandanten aan beide kanten nog gewoon voor de frontale aanval, vaak simpelweg omdat zij geen andere strategie kenden. Het gevolg was dat iedere aanval gepaard ging met gigantische verliezen, terwijl men er vaak maar weinig mee opschoot. Zo veroverden de Britten en Fransen tijdens de slag aan de Somme (1 juli – 18 november 1916) slechts 11 kilometer grondgebied, ten koste van meer dan 600.000 levens.
Oostfront
De strijd aan het Oostfront zag er totaal anders uit, aangezien de 1200 kilometer lange grens niet verdedigd kon worden met loopgraven. Desalniettemin vielen ook hier enorm veel slachtoffers. Aanvankelijk wist het Russische leger de Duitsers te verrassen door sneller dan verwacht te mobiliseren en Galicië te bezetten. Toen het Duitse leger in 1915 echter versterkingen naar het Oostfront stuurde, moesten de Russen al het veroverde grondgebied weer inleveren. Al snel kwam de oorlog in Rusland bekend te staan als ´de grote terugtocht´, terwijl men in Duitsland juist sprak over ´de grote opmars´. Ook de moraal onder de Russische bevolking was laag en door de grote voedseltekorten als gevolg van de oorlog nam de onrust steeds verder toe. Tijdens de Oktoberrevolutie van 1917 grepen de communisten met Lenin als hun leider vervolgens de macht in Rusland, waarna zij direct een staakt het vuren met Duitsland afkondigden. In maart 1918 werd de vrede van Brest-Litovsk gesloten, Rusland nam nu niet meer mee aan de Eerste Wereldoorlog.
Het derde front
In oktober 1914 voegde het Ottomaanse rijk zich bij de centralen (Duitsland en Oostenrijk-Hongarije), hierdoor verspreidde de oorlog zich nu ook naar het Midden-Oosten. Op aandringen van Rusland opende Groot-Brittannië hier een derde front. Een aanval op de zwakste van de centralen zou Duitsland dwingen de aandacht over meerdere fronten te verdelen, zo was het geallieerde plan. Dit plan leek in eerste instantie succesvol, maar al snel liep het front vast, waarna de Britten meerdere nederlagen leden. Zo liep de Slag om Galipoli in 1915 uit op een totale nederlaag voor de Britten. De aanwezige legerleiding stuurde bericht naar de Britse overheid dat er of meer troepen gestuurd moesten worden of dat de overheid moest overgaan tot evacuatie. In december 1915 en januari 1916 moesten de Britse troepen zich terugtrekken en werd het derde front als verloren beschouwd.
Eerste Wereldoorlog op zee
De oorlog op zee bleef redelijk beperkt in vergelijking met de strijd op het land. In 1914 werd er bij het eiland Helgoland een zeeslag uitgevochten die eindigde in het voordeel van de Britten. Daarna kreeg de Duitse vloot het bevel elke confrontatie met een grotere vloot te vermijden. De Eerste Wereldoorlog op zee bleef daarom vaak beperkt tot kleine gevechten, waarbij eenheden van enkele schepen elkaar troffen. Dat gebeurde vooral als de Duitsers grote konvooien van handelsschepen niet met duikboten, maar met ‘gewone’ oorlogsschepen aanvielen. Buiten de Slag bij Helgoland en alle kleinere gevechten, vonden er in Europa twee grote zeeslagen plaats: de Slag bij de Doggersbank in 1915 en de Slag bij Jutland in 1916. De Slag bij de Doggersbank was op papier een Britse overwinning, maar de schade aan de Britse schepen was te groot om de Duitse terugtrekkende vloot te achtervolgen. In 1916 kwam het bij Jutland tot een nieuw treffen tussen de Britse en de Duitse vloten. De Duitse vloot probeerde de Britse vloot uit de tent te lokken in een grote zeeslag. Dit keer wisten de Duitsers de Britten grotere verliezen toe te brengen, maar niet genoeg om het overwicht te krijgen. Op strategisch niveau veranderde er dus weinig. De Duitse vloot trok zich weer terug naar de havens, en de Britse vloot heerste over de zee, zij het gehavend.
Ook lanceerden de Duitsers een duikbotenoorlog om de Britse bevoorrading te stoppen, maar nadat de Verenigde Staten na het torpederen van de Lusitania bijna de oorlog aan Duitsland verklaarde, werd die duikbotenoorlog beperkt. Dat duurde tot 1917, toen de VS alsnog bij de oorlog betrokken raakte, lieten de Duitsers alle beperkingen los. Dat was echter te laat om het tij van de oorlog echt te keren.
Vrede van Versailles
De nederlaag van Rusland was een grote tegenslag voor Frankrijk en Groot-Brittannië, want dat betekende dat het Duitse leger nu al haar troepen van het Oostfront op het Westfront in kon zetten. De Geallieerden kregen rond deze tijd echter zelf ook versterking, want de eerste soldaten uit de Verenigde Staten, die op 6 april 1917 de oorlog hadden verklaard aan Duitsland, arriveerden aan het front. Met hulp van de Amerikanen slaagden de Franse en Britse legers er in het voorjaar van 1918 in om het Duitse Lenteoffensief van 1918 een halt toe te roepen. Ondertussen begon het Duitse thuisfront in te storten en was Berlijn steeds vaker het toneel van anti-oorlogdemonstraties. Op 9 november 1918 maakte de sociaal-democratische politicus Friedrich Ebert een einde aan het Duitse keizerrijk en riep hij de Weimarrepubliek uit. Twee dagen later, op 11 november 1918, sloot hij namens Duitsland een wapenstilstand met de Geallieerden, waarmee hij onbedoeld de grondslag legde voor de Dolkstootlegende. De oorlog werd vervolgens definitief beëindigd op 28 juni 1919 met het tekenen van het Verdrag van Versailles. In totaal kwamen er tijdens de Eerste Wereldoorlog naar schatting meer dan 10 miljoen soldaten en 7 miljoen burgers om het leven, en raakten nog eens 20 miljoen mensen gewond.
Dit artikel is een bewerking van een artikel dat eerder op IsGeschiedenis verscheen.
Meer lezen over België ten tijde van de Eerste Wereldoorlog? Bekijk de rubriek Brussel in de Groote Oorlog.
Bronnen:
- History.com: World War I
- J. P. McKay, B. D. Hill, J. Buckler, C. H. Crowston, M. E. Wiesner-Hanks, J. Perry, A History of Western Society (Boston/New York 2014) 824 – 851.
Afbeelding:
- Imperial War Museum: De slag aan de Somme, juli - november 1916. (Q 744).