Vier keer Nederlands Mobiel Erfgoed
De Nederlandse geschiedenis is vol van reislust. Verschillende voertuigen transporteerde ons naar alle delen van de wereld. Tegenwoordig proberen we deze gedachte levend te houden. De meest wonderbaarlijke vervoermiddelen worden dan Mobiel Erfgoed. Dit is een ode aan het Nederlands vervoer.
1. Water
Dat water altijd belangrijk is geweest voor de Nederlanders vanwege handelsbelangen, is bekend. Tegenwoordig is de Rotterdamse haven een van de grootste werkgevers in Nederland. De Nederlandse Gouden Eeuw zou er nooit zijn geweest zonder de oprichting van de VOC en de handel die het bedrijf dreef met haar gebieden in Azië. De VOC was destijds het grootste handelsbedrijf ter wereld.
Trekvaart is de standaard
Evenzo belangrijk waren de Hollandse trekvaarten die in die tijd zowel kleine goederen als personen vervoerden. In de zeventiende eeuw werden talrijke trekvaarten gegraven die de verbinding tussen de verschillende steden moesten verbeteren. Vervoer over land was traag en verre van comfortabel. Reizen over water was vele malen comfortabeler, maar over de verschillende Hollandse meren kon dit met slecht weer wel gevaarlijk zijn. Buitenlanders waren lovend over dit ontwerp en waren geïntrigeerd over het feit dat mensen van allerlei standen tegelijkertijd gebruik maakten van dit vervoermiddel. Na de uitvinding van de stoomlocomotief ging het bergafwaarts met de trekvaart. De trein kon personen veel sneller vervoeren. Voor meer informatie over de VOC, klik hier.
2. Rail
De eerste Nederlandse spoorlijn werd op 20 september 1839 in gebruik genomen. Deze liep tussen Amsterdam en Haarlem. Later volgden meer lijnen. Deze werden op dat moment nog door particuliere bedrijven geëxploiteerd. In 1937 gingen de Hollandse IJzeren Spoorweg-Maatschappij en de Maatschappij ter Exploitatie van Staatsspoorwegen samen op in de N.V. Nederlandsche Spoorwegen (NS). Van dit bedrijf was de overheid de enige aandeelhouder.
Monumentale stations
Met de bouw van de spoorlijnen werden ook een heleboel stations aangelegd. Een groot deel daarvan is tegenwoordig een monument. Een van deze is het station van Eindhoven. Het huidige station werd gebouwd in 1956 en was een ontwerp van de architect Koen van der Gaast. Het station werd vaak vergeleken met een Philipsradio uit die tijd. Van de Gaast bouwde nog meer stations die volgens zijn filosofie enkel als doorgangsruimte en niet als verblijfsplaats gezien mochten worden. Voor meer informatie over de Nederlandse Spoorwegen, klik hier.
Titel: | 'Een slaafsch en ongezond bedrijf'- De geschiedenis van het openbaar vervoer in Waterland, 1630-1880 |
Auteur: | John Dehé |
ISBN: | 9789065508539 |
Uitgever: | Verloren |
Prijs: | €39,- |
3. Weg
Voor transportland Nederland zijn wegen van cruciaal belang. Pas in het begin van de twintigste eeuw werd door de regering echt aandacht besteed aan de aanleg hiervan. Men verwachtte dat het gemotoriseerde verkeer belangrijk zou gaan worden. In de jaren twintig werden dan ook veel plannen gemaakt om bruggen aan te leggen over de grote rivieren, dit bevorderde de verkeersdoorstroming. Het eerste verkeersplein van Nederland werd tussen 1938 en 1939 gebouwd. Op dat moment was gewoon een hele grote rotonde die het verkeer van de twee kruisende Rijkswegen in goed banen leidde. De exponentiële groei van het autobezit in de jaren zestig leidde tot het ontwerp van een klaverblad.
Nederlandse autoindustrie
Het land kende aan het begin van de twintigste eeuw verscheidene vele kleine autofabriekjes, zoals Spyker en Eysink. Het bedrijf DAF is verreweg de bekendste naam. Op 1 april 1928 waren de gebroeders Hub en Wim van Doorne in Eindhoven een machinefabriek begonnen waar zij opleggers en aanhangwagens bouwden. Het bedrijf werd vooral bekend met haar 600, een kleine 4 tot 5-persoons auto met automatische transmissie. Interessant aan deze auto was dat de auto door een speciale transmissie, genaamd VARIOMATIC, net zo snel voor- als achteruit kon. Voor meer informatie over DAF, klik hier.
4. Lucht
Nadat de gebroeders Wright op 17 december 1903 hun eerste succesvolle vlucht met een vliegtuig hadden volbracht raakte de in Duitsland geboren Anthony Fokker bezeten door de luchtvaart. In 1910 ontwierp hij zijn eerste vliegtuig, de Spin. Hij demonstreerde zijn vliegkunsten op 31 augustus 1911, door rondjes te vliegen om de kerktoren van Haarlem. Aanvankelijk vestigde Fokker zich als vliegtuigbouwer in Duitsland, maar na de Eerste Wereldoorlog besloot hij naar Nederland terug te keren en nabij vliegveld Schiphol zijn imperium op te bouwen.
Nederlandse vliegreus
Een belangrijke afnemer van Fokkers vliegtuigen was de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij (KLM). De KLM werd in 1919 opgericht en begon een jaar later met de eerste internationale lijndienst naar Londen. In 1924 vlogen haar vliegtuigen voor het eerst naar Indonesië. Dit gebeurde toen nog met verschillende tussenstops, omdat het vliegtuig onderweg meerder malen moest tanken. In 2004 fuseerde de KLM met Air France. Schiphol behield hierbij wel de functie van thuisbasis voor het Nederlandse deel van het bedrijf, zoals zij dat al 85 jaar lang was. Voor meer informatie over de KLM, klik hier.
Mobiel Erfgoed: een zichtbaar verleden
Het Nederlandse verleden staat bol van bewegende en niet bewegende monumenten. Erfgoed is zo veel meer dan een herinnering aan het verleden. Mobiel Erfgoed laat zien dat het verleden niet stil stond: Nederland experimenteerde en ontdekte erop los. Het directe resultaat is nog altijd zichtbaar: nog altijd reizen wij met de NS, vliegen we met KLM en kijken wij naar de DAF- vrachtwagens.
Bronnen:
Koos Bosma e.a. ed., Bouwen in Nederland 600-2000 (Zwolle 2007).
nl.wikipedia.org, Station Eindhoven
www.noord-hollandsarchief.nl, Leidse Trekvaart
Afbeelding:
Wikimedia Commons, 'Ridderkerk Interchange'