Britse piloot botst bewust op Duitse V1
De V1, de ‘vliegende bom’ door de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog tegen Groot-Brittannië werd ingezet, was een grote uitdaging voor de Britse luchtverdediging. De Britse luchtmacht en de schutters van het luchtafweergeschut moesten creatieve oplossingen verzinnen om de vliegende bommen neer te halen. Eén van de methodes waarmee de Britse luchtmachtpiloten de V1 probeerden neer te halen, was door de bommen met de vleugel van hun vliegtuig aan te tikken, in een poging het gevaarte zo uit koers te brengen en neer te laten storten.
In 1944 begonnen de Duitsers hun eerste Vergeltungswaffe, de V1 in te zetten tegen doelwitten in Groot-Brittannië en later ook tegen doelen in België en Frankrijk. De V1, bekend als de ‘vliegende bom’ was een voorloper van de moderne kruisraket. Het was een klein onbemand vliegtuigje: een romp met daarin een explosieve lading, brandstoftanks en primitieve navigatieapparatuur en twee vleugels die het geheel in de lucht hielden. Daarbovenop zat een grote straalmotor, waarmee de V1 een topsnelheid van iets meer dan zeshonderd kilometer per uur kon bereiken. Dit was ongeveer even snel als de jachtvliegtuigen die destijds in gebruik waren. Vooraf werd een koers en een afstand ingesteld. Na lancering bleef de V1 die koers volgen, tot de vooraf ingestelde afstand. Als die afstand bereikt was, sloeg de motor af en liet de kruisraket zich neerstorten.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
De eerste aanval met de V1 vond plaats in juni 1944, iets meer dan een week na D-day. De bom kwam neer in het plaatsje Swanscombe aan de monding van de Theems. Het was de eerste van velen: in de weken erna volgden nog honderden van deze vliegende bommen, die vooral burgerslachtoffers maakten. Er waren te weinig V1’s en de V1’s waren te onnauwkeurig om de Britse oorlogsindustrie echt te bedreigen. Maar de schijnbaar volslagen willekeur waarmee de bommen insloegen in woonwijken, zorgde voor grote zorgen onder de bevolking van de steden die getroffen werden. De aanvallen waren daarmee een grote uitdaging voor de Britse luchtverdediging, die in het begin grote moeite had om de raketten neer te halen voordat die doel troffen.
Moeizame verdediging tegen de V1
De bommen waren snel en in vergelijking met de bommenwerpers die de Duitsers tijdens de Slag om Engeland hadden ingezet erg klein, en dus moeilijk te raken voor de kanonniers van het luchtafweergeschut. De piloten die erop uit werden gestuurd om de bommen neer te schieten, hadden ook moeite om de bommen neer te halen. De kruisraketten vlogen namelijk snel, maar laag. Een probleem voor de RAF. Die had veel jachtvliegtuigen klaarstaan om Groot-Brittannië te verdedigen, maar veel van die toestellen waren gebouwd voor snelle gevechten hoog in de lucht. Dichter bij de grond haalden de vliegtuigen veel minder hoge snelheden door de hogere luchtweerstand.
Piloten jagen op de vliegende bommen
In allerijl verplaatste de RAF squadrons met vliegtuigen die op lagere hoogte snel genoeg waren, naar vliegvelden in het Zuidoosten van Engeland. Andere vliegtuigen werden aangepast, zodat ze ook dichter bij de grond hogere snelheden konden behalen. Net als tijdens de Slag om Engeland, was het luchtruim boven het Kanaal, de Noordzee en de kusten weer het toneel van vliegtuigen die op de vijand joegen, maar nu waren de vijanden de V1’s in plaats van bommenwerpers. Die jacht was niet makkelijk en kende ook grote risico’s voor de Britse piloten. Allereerst was de bom moeilijk te raken, maar de munitie waarmee de Britse toestellen waren uitgerust, was ook niet ideaal voor dit type ‘gevecht’. De gewone kogels uit de machinegeweren van de vliegtuigen, richtten niet genoeg schade aan om de vliegende bommen neer te schieten. Maar geschut met een groter kaliber, zoals de twintig-millimeter granaten waren vaak weer té krachtig. Als zo’n granaat de explosieve lading van de V1 raakte, was de explosie vaak zo groot, dat het jachtvliegtuig zelf ook schade op liep, zo nu en dan met fatale gevolgen voor de piloot.
Creatieve maar riskante oplossing
Een enkele durfal bedacht een wel heel creatieve en gewaagde manoeuvre om de V1 mee neer te halen. Als een piloot met de rechtervleugel vlak onder de linkervleugel van een V1 ging vliegen, werd de luchtdruk tussen de twee vleugels zo groot, dat de vleugel van de V1 omhoog werd geduwd. De primitieve automatische piloot van de V1 was niet in staat om dat goed te corrigeren, waardoor de V1 over de kop sloeg en neerstortte.
Deze manoeuvre was extreem riskant, een piloot moest zijn vliegtuig op slechts enkele centimeters van de V1 manoeuvreren. Op z’n korte afstand was een klein foutje of een flinke windvlaag soms al genoeg om de het vliegtuig tegen de V1 te laten botsen, met alle gevolgen van dien. Het is dan ook geen verrassing dat van de honderden V1’s die door de Britse luchtmacht werden neergeschoten, er slechts enkele met deze ‘wing tip’ methode neer zijn gehaald. Dat de methode bekend is geworden, is te danken aan de spectaculaire beelden die ervan gemaakt werden. Over de fotograaf is echter weinig bekend. Naar verluidt zou het gaan om een amateurfotograaf, die getuige was van de jacht van een spitfire op een V1 boven Crowborough, een stadje in het graafschap East Sussex, ten zuiden van Londen. Deze ‘mr Walton’, zoals het Britse Imperial War Museum, dat vandaag de dag de foto’s beheert, de fotograaf identificeert, wist ondanks de snelheid van de overvliegende bommen en vliegtuigen een ongebruikelijke, maar spectaculaire actie vast te leggen.
De werkelijke jacht op de V1
De ‘wing-tip’ werd dan wel bekend, in werkelijkheid heeft de methode dus nauwelijks bijgedragen aan de verdediging tegen de V1. Het bleek uiteindelijk makkelijker en veiliger om het boordgeschut van de jachtvliegtuigen zo af te stellen, dat de kanonnen ook op grotere afstand effectiever werden zodat een piloot de V1 op veilige afstand neer kon schieten. Ook verbeterden de Britten hun radarsystemen waarmee het luchtafweergeschut werd aangestuurd. Uiteindelijk werd de verdediging zo effectief dat de Britten het grootste deel van de V1’s wisten neer te halen. Desondanks kwamen er door de aanvallen met de vliegende bommen duizenden mensen om.
Afbeelding:
De afbeelding wordt beheerd door het Imperial War Museum in Londen.
Bronnen:
- A. Thomas: V1 flying bomb aces, Botley, Oxford: Osprey Publishing (2013)
- "4-Cannon Tempest Chases Nazi Robot Bomb" Popular Mechanics, February 1945.
- S. Zaloga: V-1 Flying bomb 1942-52. Osprey Publishing (2005)