Home » Reportage
Karel Martel vecht tegen Chilperik II tijdens de Slag bij Keulen (716), illustratie uit de 13e-15e eeuw.

Fries-Frankische oorlogen: De strijd tussen de Friezen en de Franken

De Fries-Frankische Oorlogen was een reeks conflicten tussen het Friese koninkrijk en het Frankische Rijk in de 7e en 8e eeuw, die met name gericht waren op controle van de Nederlandse Rijndelta. Hoewel de Friezen een aantal spectaculaire overwinningen wisten te behalen, leidden de oorlogen uiteindelijk tot het einde van het Friese koninkrijk.

De Franken en de Romeinen

De Franken worden als eerste in de bronnen beschreven als een Germaanse stam die leefde aan de Rijn. Gedurende de derde en vierde eeuw na Christus probeerden ze hun leefgebied uit te breiden naar Gallië, een gebied ten westen van het hedendaagse Frankrijk. Dat was destijds in handen van de Romeinen. Tijdens deze conflicten werden ze steeds meer beïnvloed door de Romeinse cultuur. Dit leidde er uiteindelijk toe dat sommige Frankische leiders een bondgenootschap met de Romeinen aangingen en erin toestemden de noordgrens van het Romeinse Rijk te bewaken. Ze vestigden zich in Toxandrië, wat de huidige streek de Kempen beslaat: het noordoosten van België en de Nederlandse provincie Noord-Brabant.

Opkomst Frankische Rijk

De Franken vervulden deze taak tot het midden van de vijfde eeuw, toen het West-Romeinse Rijk in verval raakte. Ze profiteerden van de verzwakte en overbelaste verdediging van de Romeinen en stichtten een eigen rijk. Hieruit kwam de Merovingische dynastie voort, die zich sinds de doop van koning Clovis tot het christendom had bekeerd. Zijn bekering aan het einde van de vijfde eeuw viel samen met de enorme uitbreiding van zijn rijk en bracht daarmee een opleving en verdere verspreiding van het katholicisme in Europa teweeg. Het Frankische Rijk zou dan ook uitgroeien tot het machtigste christelijke koninkrijk van vroegmiddeleeuws West-Europa. Het West-Frankische Rijk dat in 843 ontstond, ligt aan de basis van het huidige Frankrijk.


Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!


Conflict met de Friezen

Het noorden van de Lage Landen werd in de vroege middeleeuwen bevolkt door de Friezen. Deze regio werd door de Franken destijds ook wel Frisia genoemd. Vanwege de strategische ligging aan de monding van zowel de Rijn als de Maas, speelde deze regio een belangrijke rol in handel. De cultuur van de Friezen verschilde erg met die van de Franken, niet in het minste geval omdat ze een heel andere religie aanhingen. De pogingen van de Franken om de Friese bevolking te kerstenen stuitten dan ook op veel verzet.

Het Friese koninkrijk op zijn hoogtepunt (716)

Begin zevende eeuw braken er gewapende conflicten uit tussen de Friezen en de Franken. Dit kwam enerzijds omdat de Friezen zich bedreigd voelden door de komst van de Franken, die met het veroveren van het huidige Limburg steeds verder naar het noorden bewogen. Anderzijds stuitte het kersteningsoffensief, aangemoedigd door de sterke koning Dagobert I (die heerste tussen 629 en 639), op veel verzet.

De strijd werd voor een belangrijk deel in de regio rondom Utrecht (waar ook de belangrijke handelsstad Dorestad lag) uitgevochten, waarbij er over en weer land werd veroverd en verloren. Zo wisten de Friezen rond het jaar 600 de Franken tijdelijk terug te dringen naar kustgebieden in het zuiden, bij het huidige Brugge. Rond 630 namen de Franken onder Dagobert het gebied weer terug, en veroverden land ten zuiden van de Oude Rijn. Ze bouwden daarbij direct een katholieke kerk in Utrecht. In het midden van de zevende eeuw raakte het Frankische Rijk echter verzwakt dankzij een onderlinge machtsstrijd, waardoor de Friezen het gebied weer konden heroveren.

Koning Radboud en hofmeier Pepijn

Het Friese ‘rijk’ was enorm versnipperd, en lokale heersers maakten er de dienst uit. Aan het einde van de zevende eeuw schaarden de meeste Friezen zich echter toch achter één leider: koning Radboud (ook wel Redbad of Radbod genoemd), die waarschijnlijk heerste van ca. 680 tot zijn dood in 719. Volgens historici is het veelzeggend dat de voorheen versnipperde groepen zich toch verenigden: het wijst erop dat ze zich bedreigd voelden. Radboud wist zijn macht uit te breiden naar het Nederlandse rivierengebied, waar hij steden als Utrecht en Dorestad (het huidige Wijk bij Duurstede) beheerste.

Maar ook de Franken hadden een sterke leider: Hofmeier Pepijn II van Herstal, die regeerde tussen 680 en 714. Hoewel hij in naam alleen maar de voornaamste dienaar van de koning was, trok hij in feite aan de touwtjes in het Frankische Rijk. Eén van zijn doelen was om de Frankische macht over het rivierengebied in de Nederlanden te herstellen. De inname van het Nederlandse rivierengebied door Radboud betekende namelijk dat er minder handel kon worden gedreven.

Slag bij Dorestad

Het conflict tussen Radboud en Pepijn leidde in 695 tot de Slag bij Dorestad. De Franken omsingelden Radboud, die zich ophield in het voormalige Romeinse fort ‘Duristate’, en versloegen zo de Friezen. Hoewel Radboud de strijd verloor, bleef zijn positie als zelfstandige vorst behouden.

Friezen slaan terug

Na de nederlaag van Radboud kalmeerden de gemoederen. Hij genoot veel steun van zijn grote Friese achterban, en Pepijn had waarschijnlijk wel meer aan zijn hoofd dan vechten voor controle over het versnipperde gebied aan de Noordzee. Zolang Radboud leefde, namen Pepijn en zijn opvolger Karel Martel dus genoegen met hun heerschappij in het heroverde rivierengebied in de omgeving van Utrecht. Dit blijkt uit het huwelijk dat werd gesloten tussen Radbouds dochter Theudesinda en Pepijns zoon en beoogde opvolger Grimoald. Toen Pepijn stierf, zag Radboud echter zijn kans schoon: vanwege een burgeroorlog was het Frankische Rijk verzwakt. In de Slag bij Keulen (716) behaalde hij een enorme overwinning op Karel Martel. Op dit moment bereikte het Friese Rijk kort haar grootste omvang.

Frankische overwinning

Karel Martel sloeg echter weer snel terug, en toen Radboud kort na de Slag bij Keulen stierf, rukte hij op naar het noorden. Toen Karel Martel ook de huidige Friese provincie in handen kreeg nadat hij de Slag bij Boorne (734) won, werd het pas echt onderdeel van het Frankische Rijk. De Friezen kwamen nog een aantal keer in opstand, maar ze werden steeds met harde hand neergeslagen. Zo kwamen de Fries-Frankische oorlogen definitief tot een einde, en werd het hele gebied gekerstend.

Bronnen

Afbeeldingen

  • Illustratie bovenaan: Levan Ramishvili, Public domain, via Wikimedia Commons.
  • Kaart: Richardprins, CC BY-SA 3.0 via Wikimedia Commons

Ook interessant: 

Rubrieken: 

Landen: 

Personen: 

Religie: 

Tijdperken: 

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!