Tekenfilm als gids voor Duitsers
'Hoe bereiken we voormalige volgelingen van Hitler het beste?' vroegen werknemers van de informatie-afdeling van het Marshallplan zich af. Een van de methoden waarvoor ze kozen was een tekenfilm over de doorsnee-Duitser Hugo. Marten Toonders animatie- en stripstudio kreeg de opdracht. Frank Mehring laat ons kennismaken met de unieke filmpjes die hij afleverde.
Tekst Frank Mehring
Wie een nieuwe denkwijze erin wil stampen – ‘democratie en Europese samenwerking gaan boven nazi-idealen, consumptie Amerikaanse stijl is begerenswaardig’ – wil goed tot de doelgroep doordringen. Vandaar de richtlijn van de Marshallplanorganisatie dat de makers van voorlichtingsfilms zo veel mogelijk uit het land moesten komen waarvoor de film bedoeld was. Bij de Hugo-cartoons uit 1952 leek dat wel het geval: de aankleding is Duits, de verteller gebruikt grappige Duitse rijmpjes om de actie toe te lichten en de term ‘Deutsche Reportagefilm Gmbh’ komt in beeld. In werkelijkheid waren ze gemaakt in Amsterdam, in de Toonder Studio’s. Marten Toonder is vooral bekend van zijn strips, maar hij had ook heel wat reclamefilmpjes gemaakt, onder andere voor Philips. Hij had de ambitie om pioniers en marktleiders Walt Disney en Tex Avery (bedenker van de Looney Tunes-films) op zijn minst te evenaren met zijn eigen creatieve tekenfilms. De eerste vrije film die Toonder Studio’s op eigen initiatief uitbracht was De Gouden Vis, begin 1952. Het bedrijf haalde de kosten (40.000 gulden) er niet uit, dus de 150.000 gulden die via de Marhallhulp binnenkwamen als honorarium voor de Hugo-filmpjes, waren meer dan welkom. Sterker, het was een uitstekende deal voor Toonder Studio’s, dat toen al met buitenlandse animators werkte en mede hierom vertrouwen wekte dat het de boodschap van onderlinge Europese samenwerking kon overbrengen. De Amerikaanse regisseur Stuart Schulberg, die in Berlijn documentaires voor de Marshallorganisatie maakte, adviseerde om hem in te huren. Toonder kreeg de opdracht echter vooral omdat Schulberg betwijfelde of Duitsers dit zelf wel konden. Hij vreesde dat ze door de lange naziperiode technisch achterliepen én mentaal niet in staat waren de beoogde democratische toon te vinden.
Circustent Europa
Toonder Studio’s maakte zes films van vier minuten met Hugo in de hoofdrol, al zijn alleen de eerste vier teruggevonden. We weten helaas ook weinig over hoe de filmpjes vielen bij het publiek destijds. De titels zijn Hugo am Trapez, Hugo macht Musik, Hugo baut auf, Hugo als Kleingärtner, Hugo als Kraftmax en Hugo als Dompteur. Hij wordt mild satirisch neergezet als een typische Duitse burger die probeert alle andere inwoners van Europa te overtroeven in kracht, vindingrijkheid en productiviteit. Elk filmpje introduceert Hugo als iemand die worstelt met het vinden van zijn plek in het nieuwe Europese landschap. De gezette trapezeartiest beklimt een ladder – Marshallbeeldtaal voor opklimmen naar een beter leven – en laat zich in het volgende beeldje weer naar beneden zakken aan kleurige ballonnen. Zijn broekje is zwart/rood/geel, waarmee duidelijk is dat hij een Duitser voorstelt. De voice-over vertelt in een aanstekelijk versje dat Hugo zich hier in ‘circustent Europa’ bevindt. Vervolgens zien we in elk filmpje een avontuur van Hugo dat hem leert dat hij meer in het leven bereikt als hij breekt met zijn door trots ingegeven individualisme en samenwerkt met de andere circusartiesten, of dit nu gaat om het balanceren als acrobaat, een stevig huis bouwen of muziek maken. Hij begint steevast als een soort super-Hugo die alles wel even zal klaren. Er prijkt een H op zijn shirt, een verwijzing naar de Superman-strips die na de oorlog in Nederland populair werden.
Aan het slot komt Hugo terug in de piste, die is versierd met vlaggen van de Marshallplan-landen, waarbij hij op magische wijze uit een Duitse vlag barst. De stem zegt: ‘Viele Länder, viele Zungen/ Hält das Zirkuszelt umschlungen./ Als der erste Mann im Chor/ Stellt sich unser Hugo vor.`
Orkest
Laten we iets dieper ingaan op één van de cartoons. In Hugo macht Musik verwijst de H op Hugo’s shirt ook naar de traditionele Duitse Germaanse held Hermann (Arminius), die in het jaar 9 drie Romeinse legioenen had verslagen. De gevleugelde helm waarmee Hugo als harpist in een vervormende spiegel te zien is, is ook afgeleid van oude beeltenissen van Hermann. Toonder gaf zo aan dat Hugo niet alleen zijn voorletter met Hermann deelde, maar ook de nationalistische arrogantie die Duitsers volgens hem aan de legeraanvoerder ontleenden. Hoewel verwijzingen naar Hermann in het kader van de heropvoeding uit Duitse schoolboeken verwijderd waren, omdat de nazi’s er in hun propaganda nogal veel gebruik van maakten, boorde Toonder de krachtige herinnering aan, om het publiek vervolgens luchtig een lesje te leren: Hugo wil pocherig schitteren als solist, maar andere medewerkers in het circus zijn ook aan het dansen en musiceren – ieder voor zich en omgeven door slagbomen. Ze zijn weergegeven als nationale stereotypen in de kleuren van hun vlag. Zo staat Tijl Uilenspiegel voor België en een Volendammer vrouwtje voor Nederland (zij het zonder klompen, anders kon ze niet in de trapeze). Ze brengen een kakofonie voort, tot het moment dat ze besluiten samen te spelen. Dan gaan ook als bij toverslag de slagbomen tussen hen in omhoog.
Freie Bahn
De barrière die verdwijnt door de Amerikaanse hulp zien we als symbool terug in veel Marshallplan-propaganda, ook in beelden die specifiek op Duitsland gericht waren. Veel mensen die Hugo macht Music zagen, zullen de poster uit 1950 gekend hebben waarop Marshallplan (op zijn Duits uitgesproken) rijmt met ‘Freie Bahn’. We zien een vrachtwagen met vlaggen van West- Europese landen een grens naderen. Dankzij hun samenwerking gaat de grenspaal omhoog en kan de truck zijn lading afleveren. In slechts vier minuutjes lukte het Toonder Studio’s om de boodschap van democratie, samenwerking tussen Marshallplan-landen en vrede en vrijheid onder Amerikaanse auspiciën voor het voetlicht te brengen. En dat aanstekelijk, vol humor, zonder met een vinger te wijzen, en mét een suggestie hoe de voormalige vijand zich in de ogen van de westerse geallieerden kon rehabiliteren: door de kansen die nu geboden werden te omarmen. Kwesties als schuld, ‘Wiedergutmachung’ en trauma mochten ze even vergeten. Een cartoon is tenslotte om te lachen.
Frank Mehring is hoogleraar American Studies aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
Dit artikel is ook gepubliceerd in de extra dikke special van over het Marshallplan in Geschiedenis Magazine nummer 4 van 2022. Dat nummer kan je hier nabestellen.