9/11 in historisch perspectief
De dreiging van terreur is na de aanslagen van 11 september 2001 niet meer weg te denken uit het openbare leven. Zo werd Utrecht in maart 2019 opgeschrikt door een dodelijke aanslag in het openbaar vervoer, en begon in september van dat jaar de rechtszaak naar aanleiding van de aanval op twee Amerikaanse toeristen op Amsterdam Centraal. Maar hoe zat het vroeger, toen de torens van het New Yorkse World Trade Center nog niet geraakt waren? Vormen de aanslagen van 9/11 een breuklijn met alles wat daarvoor ooit gebeurd is, of zijn de dreigingen en het terroristische geweld iets van alle tijden geweest?
Jaren ‘70
In de jaren ’70 bepaalden de Duitse Rote Armee Fraktion (RAF), de Molukkers, de Baskische Euskadi Ta Askatasuna (ETA) en het Iers Republikeins Leger (IRA) het terroristische klimaat in Europa. Kapingen, aanslagen en bombardementen vormden de strategie voor de groeperingen om aandacht te krijgen voor het politieke of religieuze doel dat zij nastreefden. In de loop van de twintigste eeuw gingen de media meer aandacht besteden aan de terroristische organisaties en hun daden. Hier hoopten de terroristische organisaties op, aangezien zij hoopten dat een aanslag zoveel mogelijk aandacht kon vangen. Geweld werd gebruikt om hun standpunten duidelijk te maken, en kracht bij te zetten. Zo ging het de organisaties niet meer om militaire overwinning te behalen, maar om het volk en de politiek te beïnvloeden met hun gewelddadige acties.
Perspectief
Toch worden de aanslagen van 9/11 (2001), Madrid (2004) en Londen (2005) vaak in een ander perspectief geplaatst. De Amerikaanse overheid ervaarde de aanslagen als meer internationaal gericht, en nadrukkelijk gebaseerd op religieuze standpunten. Dat beeld is echter niet uniek voor deze specifieke aanslagen, aangezien in de jaren ’70 groepen als de Molukkers en de RAF zich al presenteerden als een wereldwijde anti-imperialistische beweging. Meerdere landen spraken destijds van een links terrorisme en een communistisch complot. Zowel Amerika, Italië als de Bondsrepubliek maakten zich destijds erg veel zorgen om deze terreurdreiging, waarin de angst voelbaar was binnen de maatschappij. Het verschil is dat deze angst toen gericht was op links extremisme. Na 9/11 richtte deze onrust zich op de moslim extremisten.
War on Terror
Na de aanslag in New York beloofde president Bush een strijd tegen terrorisme (War on Terror) te beginnen. Hierin gold dat je voor Amerika was, of voor de terroristen. Er was geen middenweg meer mogelijk. Deze ‘War on Terror’ hield in dat er een invasie in Afghanistan plaatsvond op 7 oktober 2001, een kleine maand na 9/11. Ook werd het mogelijk om andere regeringen af te luisteren dankzij de nieuwe USA PATRIOT Act, die in dezelfde maand nog ondertekend werd. In totaal kostte de strijd tegen terrorisme tussen de drie en vijf biljoen dollar.
In de slipstream van de War on Terror vielen de Verenigde Staten in 2003 tevens Irak binnen. Zich beroepende op misleidende informatie over het bestaan van Iraakse massavernietigingswapens en de vermeende banden tussen de Iraakse regering en Al-Qaeda, kondigde de regering-Bush de grootscheepse invasie van het land aan. In militair opzicht was de Irakoorlog die volgde een succes: de Iraakse dictator Saddam Hoessein werd afgezet, berecht, en geëxecuteerd. De langetermijngevolgen van de invasie waren echter groot: de instabiliteit die ontstond na de val van Hoesseins schrikbewind vormde uiteindelijk de voedingsbodem voor de terreur van Islamitische Staat (IS). In dit opzicht creëerde de War on Terror dus haar eigen terreurorganisaties.
Historisch terrorisme
De geschiedenis van het terrorisme begon dus allerminst op 11 september 2001. Desalniettemin heeft het grootschalige karakter van de aanslag op de Twin Towers weldegelijk voor een verandering gezorgd in de manier waarop de dreiging van terreur werd ervaren. Terroristisch geweld werd breaking news toen miljoenen mensen live meekeken naar de ineenstorting van de torens van het World Trade Center. De angst voor terreur is sindsdien diep verankerd geraakt in de Westerse cultuur. Hierdoor kan 11 september weldegelijk worden gezien als een belangrijke datum in de geschiedenis van terrorisme.
Dit artikel is een bewerking van een artikel dat eerder op IsGeschiedenis verscheen.
bRONNEN:
- Duyvesteyn, I., de Graaf, B., Terroristen en hun bestrijders vroeger en nu (Amsterdam 2007)
- Leidschrift, Historisch Terrorisme (Leiden 2008)
- RTL Nieuws. "Rechtszaak tegen 'stationsteker' Jawed S. begint, slachtoffers aanwezig"
- NU.nl. "Slachtoffer (74) van aanslag in Utrecht overleden, dodental naar vier"
Afbeeldingen:
Bronnen:
Duyvesteyn, I., de Graaf, B., Terroristen en hun bestrijders vroeger en nu (Amsterdam 2007)
Leidschrift, Historisch Terrorisme (Leiden 2008)