Basis van de Nederlandse onafhankelijkheid: de Corte Vertoninghe, Justificatie of Deductie van Vranck
Toen in 1588 de Republiek der Nederlanden werd opgericht, zwoor de nieuwe staat de monarchie en het gezag van een buitenlandse vorst af. De Republiek werd zelfstandig, onafhankelijk en zou bestuurd worden door de Staten-Generaal. Dat alles werd gerechtvaardigd met een belangrijk, maar in de geschiedenis relatief onbekend relaas van François Vranck. De Deductie of Corte Vertoninghe (1587) is de basis van de Nederlandse onafhankelijkheid. Waar ging het over?
Het Plakkaat van Verlatinghe
In 1581 zetten de Noordelijke gewesten van de Nederlanden, verenigd in de Unie van Utrecht de Spaanse koning Filips II af als vorst. Het Plakkaat van Verlatinghe was in feite een onafhankelijkheidsverklaring van Spanje. Maar omdat met het verdrag de monarchie niet werd afgeschaft, moesten de gewesten op zoek naar een nieuwe koning of koningin.
Zoektocht naar een nieuwe vorst voor de Nederlanden
Er waren verschillende kandidaten die staatshoofd van de Nederlanden konden worden. De eerste mogelijkheid was Willem van Oranje, die voorop liep in de Nederlandse Opstand. Jarenlang werd er in de Staten gesteggeld over de vraag of men hem tot Graaf van Holland en Zeeland moest verheffen, om hem zodoende de soevereiniteit over de Nederlanden te schenken. Maar Van Oranje had zich in zijn laatste jaren niet populair gemaakt en bovendien werd hij in 1584 vermoord. De kandidaat die Van Oranje zelf voor ogen had gehad, de hertog van Anjou, stierf eveneens in dat jaar.
Soevereiniteit aangeboden aan Frankrijk en Engeland
Hendrik III, de koning van Frankrijk, was een derde mogelijkheid. Hendrik was zelf dan wel katholiek, maar hij gedoogde de protestantse hugenoten in zijn land. Nadat aanvankelijk succesvolle onderhandelingen over zijn soevereiniteit over de Nederlanden, liep het toch spaak. De protestantse Engelse koningin Elizabeth I was de volgende mogelijkheid. Een delegatie Nederlanders bood haar de soevereiniteit over het land aan. Elizabeth weigerde echter, omdat ze moeite had met het legaliseren van een opstand tegen het wettige gezag. Wel sloot ze in 1585 het Verdrag van Nonsuch, waarmee zij de Opstand steunde met geld en troepen. In ruil daarvoor mocht ze een Engelse gouverneur-generaal als landheer naar de Nederlanden sturen.
Leicester versus Van Oldenbarnevelt
Die gouverneur-generaal werd Robert Dudley, de graaf van Leicester. Hij wilde zich ontplooien tot soeverein vorst van de Nederlanden en werd in eerste instantie in de verschillende gewesten ook als zodanig ontvangen. Maar niet iedereen was blij met zijn komst. Landsadvocaat Johan van Oldenbarnevelt zag niets in Leicester en werkte hem op slinkse wijze tegen, waardoor het voor Leicester moeilijk werd het land te besturen. Langzaam maar zeker wist Van Oldenbarnevelt het aanvankelijk positieve sentiment onder het volk en in de Staten-Generaal tegen Leicester en de Engelanders in het algemeen te keren. Leicester koos uiteindelijk het hazenpad en verliet in 1587 zonder triomf de Nederlanden.
Wie was François Vranck?
Van Oldenbarnevelt wilde kosten wat kost voorkomen dat Elizabeth een nieuwe gouverneur-generaal zou sturen of dat er opnieuw naar een andere buitenlandse vorst werd gezocht. Hij zocht een manier om zijn overtuigingen te legitimeren en vroeg de juridisch vaardige pensionaris van Gouda, François Vranck om hulp. Vranck, of Francken in sommige literatuur, was het met Van Oldenbarnevelt eens en was daarom zeer bereid om met de nodige overtuigingskracht en fantasie een betoog te schrijven dat moest bewerkstelligen dat de Nederlanden een republiek werden.
De Corte Vertoninghe: basis van de Republiek
Vranck’s betoog, dat Corte Vertoninghe of Deductie ging heten, werd door Van Oldenbarnevelt in 1587 in grote oplage verspreid uit naam van de Staten-Generaal. De belangrijkste stelling die erin stond was dat het gezag over de Nederlanden bij de Staten-Generaal thuishoorde, omdat daardoor de steden en edelen dezelfde mate van soevereiniteit konden behouden als altijd al het geval was geweest. Om dat te bewijzen schreef Vranck een staatkundige geschiedenis waarin ‘volkssoevereiniteit’ als eeuwenoude traditie en de best mogelijke en meest wenselijke staatsvorm werd neergezet. Onder het volk verstond hij adellijke en gegoede families, vroedschappen en schepenen, die het dagelijkse bestuur, het gezag en de soevereiniteit aan de Staten-Generaal overdroegen en zodoende legitimeerden. De Corte Vertoninghe legde daarmee de basis voor een republiek met regentenaristocratie. Daarmee was de zoektocht naar een vorst definitief overbodig geworden.
Gevolgen van de Corte Vertoninghe
Hoewel de Corte Vertoninghe of Deductie van Vranck in de Nederlandse herinnering nooit een grote plek heeft ingenomen, is het een ontzettend belangrijk document. Vranck beredeneerde strategisch dat de volkssoevereiniteit in zijn betoog al eeuwen in de Nederlanden gebruikelijk was. Niets nieuws dus, maar in feite legde hij daarmee de basis voor een heel nieuwe staat: de Republiek der Verenigde Nederlanden. In 1588 werd dat werkelijkheid toen de Staten-Generaal de Deductie van Vranck goedkeurde en daarmee zonder veel bombarie de Republiek oprichtte.
Bronnen:
- Dutch Revolt, Universiteit Leiden, ‘Vranck, Franchois’
- B. Knapen, De man en zijn staat: Johan van Oldenbarnevelt 1547 – 1619 (Amsterdam 2013) 61 – 93.
- A. van der Lem, De Opstand in de Nederlanden 1568 – 1648. De Tachtigjarige Oorlog in woord en beeld (Nijmegen 2014).
Afbeelding:
- De Ridderzaal op het Binnenhof tijdens de Grote Vergadering van 1651, Bartholomeus van Bassen, ca. 1651. [Public Domain via Rijksmuseum]
Wie was raadspensionaris Johan van Oldenbarnevelt, waarom was zijn invloed zo groot en waarom werd hij wegens landverraad terechtgesteld? Lees het allemaal in ons dossier.